Regeling inzake het verlaten van besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen

[Regeling vervallen per 26-06-2005.]
Geraadpleegd op 19-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-10-2013.
Geldend van 01-01-2003 t/m 25-06-2005

Regeling inzake het verlaten van besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op Richtlijn nr. 80/217/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 47), Richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315), Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167), Richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260), Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62) en Richtlijn nr. 93/53/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (PbEG L 175);

Gelet op artikel 26, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Gezien het advies van de Raad voor dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, het Produktschap Vee en Vlees, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en- industrie en het Bedrijfschap voor de Handel in Vee;

Besluit:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Personen die gebouwen of terreinen verlaten waar een kenteken als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet is geplaatst:

    • a. reinigen hun handen en, voorzover de ambtenaar aangeeft dit noodzakelijk te achten, hun overige lichaamsdelen met warm water en zeep;

    • b. laten hun bedrijfskleding en schoeisel achter en reinigen of vernietigen deze; en

    • c. ontsmetten hun handen, bedrijfskleding en schoeisel met het door de ambtenaar ter beschikking gestelde ontsmettingsmiddel.

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde personen dieren met zich voeren, reinigen ze de hoeven, de klauwen en de huid van deze dieren zorgvuldig door borstelen en wassen. Voor zover de ambtenaar aangeeft dit noodzakelijk te achten worden de dieren vervolgens ontsmet met het door de ambtenaar ter beschikking gesteld ontsmettingsmiddel.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde personen voertuigen, producten of andere voorwerpen met zich voeren, reinigen zij deze zorgvuldig en ontsmetten zij deze vervolgens met het door de ambtenaar ter beschikking gestelde ontsmettingsmiddel.

  • 4 De in het eerste lid bedoelde personen nemen steeds de aanwijzingen van de ambtenaar in acht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel 26 van de wet in werking treedt.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 maart 1996

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen