1. Accountantscontrole
In het kader van de controle beoordeelt de accountant de getrouwheid van de gegevens
zoals die zijn opgenomen in de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven
en de rechtmatigheid van het gevoerde financiële beheer. Daarnaast beziet hij of de
administratieve organisatie, het financieel beheer en de administratie die ten behoeve
van dat beheer en de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven wordt
gevoerd, voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
De accountant richt zijn dossiers op een zodanige wijze in dat op efficiënte wijze
een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de grondslagen, de uitvoering en de
resultaten van de controle. Onderdeel van zijn dossiers vormen, indien van toepassing,
de resultaten van onderzoeken die hij bij derden in het kader van de controle heeft
gedaan.
1.1. Reikwijdte van de controle
1.1.1. Getrouwheid
De rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven is getrouw indien deze
is opgesteld overeenkomstig hetgeen maatschappelijk en in het accountantsberoep gebruikelijk
is. Dit betekent dat de normen en beginselen die op het gebied van de externe financiële
verslaggeving in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, van
overeenkomstige toepassing zijn op de financiële informatievoorziening van het Nederlands
instituut voor brandweer en rampenbestrijding.
1.1.2. Rechtmatigheid
In het kader van de controle op de rechtmatigheid van het verantwoorde beheer beziet
de accountant of het beheer en de verantwoording daarover tot stand zijn gekomen overeenkomstig
de relevante regelgeving en voorts of het beheer ordelijk en controleerbaar is. Dat
houdt in dat de inkomsten en uitgaven in overeenstemming moeten zijn met de goedgekeurde
begroting (begrotingsrechtmatigheid), met de interne regelingen, bevoegdheden en voorschriften
(beheersrechtmatigheid) en met de overige regelingen, waaronder met name de relevante
bepalingen in de Brandweerwet 1985 en het Besluit Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding die de bestedingsrichting van en de voorwaarden met betrekking tot de bijdragen bepalen
(bestuursrechtmatigheid).
1.1.3. Doelmatigheid
Het doelmatigheidsonderzoek wordt ingedeeld in onderzoek naar de doelmatigheid van
de organisatie (structuren, procedures en werkmethoden) en het beheer (economisch
verantwoorde middelenverwerving en financiële beheersdaden van het bestuur). Het richt
zich met name op de maatregelen die het bestuur heeft getroffen ter bevordering van
een efficiënt beheer.
1.2. Tolerantie van de controle
Bij zijn oordeelsvorming streeft de accountant naar een ’hoge mate van zekerheid’.
Indien dit begrip ten behoeve van het gebruik van statistische technieken moet worden
gekwantificeerd, wordt daaronder verstaan een betrouwbaarheid van 95 procent. De accountant
hanteert een foutfractie, uitgedrukt in geld, van ten hoogste 1 procent. Deze foutfractie
dient door de accountant gehanteerd te worden op het niveau van de te onderscheiden
geldstromen. Opgemerkt wordt dat fouten in absolute zin moeten worden opgevat, zodat
saldering van fouten niet is toegestaan.
1.3. Mate van aandacht van de controle
1.3.1. Algemeen
Met uitzondering van de hieronder opgenomen onderwerpen die bijzondere en procedurele
aandacht vereisen, dient de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven,
zoals gebruikelijk is, met normale aandacht te worden gecontroleerd. Dat wil zeggen
dat de controle wordt verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlegrondslagen.
1.3.2. Bijzondere aandacht
Onder bijzondere aandacht wordt verstaan: de controle die verder strekt dan de controle
die normaal bij de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven wordt uitgeoefend.
De accountant schenkt bij de controle bijzondere aandacht aan de hiernavolgende onderwerpen:
-
a. Hij stelt vast dat de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven is
ingericht volgens artikel 9 van het Besluit Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding.
-
b. Hij stelt vast of de bijdrage, bedoeld in artikel 18e, eerste lid, eerste volzin, van de Brandweerwet 1985, is besteed aan de taken van het instituut, bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van die wet.
-
c. Hij stelt vast dat een door de Minister van Binnenlandse Zaken te bepalen deel van
de bijdrage, bedoeld in artikel 18e, eerste lid, eerste volzin, van de Brandweerwet 1985, is besteed aan de salariskosten van degenen die deelnemen aan de officiersopleidingen
die met een rijksexamen als bedoeld in artikel 15 van de Brandweerwet 1985 worden afgesloten.
-
d. Hij stelt vast dat de tijdelijke bijdrage, bedoeld in artikel 18e, eerste lid, tweede volzin, van de Brandweerwet 1985 is besteed aan het doel waarvoor en onder de voorwaarden waaronder deze is verstrekt.
-
e. Hij beoordeelt de in de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven verwerkte
prestatiegegevens en de analyse van de eventuele afwijkingen, mede in relatie tot
de overeenkomstige gegevens in de begroting. Hierbij besteedt hij tevens aandacht
aan hetgeen hierover in de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven
is opgemerkt.
-
f. Hij beoordeelt de hoogte van en de mutaties in de voorzieningen alsmede de aanvaardbaarheid
van de voorwaarden die de grondslag vormen voor de gevormde voorzieningen en de toereikendheid
van de toelichting daarover in de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven.
-
g. Hij beoordeelt de hoogte van en de mutaties in de reserves, de vrije besteedbaarheid
daarvan alsmede de aanvaardbaarheid van de door het bestuur van het instituut gevormde
bestemmingsreserves en de toereikendheid van de toelichting daarover in de rekening
en verantwoording van de inkomsten en uitgaven.
-
h. Hij beoordeelt de volledigheid en de juistheid van de in de administratie en verantwoording
opgenomen baten anders dan voortvloeiend uit de bijdragen.
1.3.3. Procedurele aandacht
Onder procedurele aandacht wordt verstaan: het erop toezien dat procedures zijn ontwikkeld
die waarborgen dat aan de desbetreffende administratieve en organisatorische voorschriften
wordt voldaan en dat de werking van deze procedures en voorschriften is verzekerd.
Een inhoudelijke toetsing kan achterwege blijven.
De accountant beoordeelt de opzet en de werking van het stelsel van maatregelen gericht
op de doelmatigheid, waaronder het management control systeem en de maatregelen ten
behoeve van een economische verantwoorde middelenverwerving.
2. Rapporteren door de accountant
De accountant rapporteert over de resultaten van zijn controle door middel van zijn
verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid en het verslag van zijn bevindingen.
De accountant besteedt in zijn verklaring in ieder geval aandacht aan de hiernavolgende
onderwerpen:
-
a. Hij heeft een oordeel over de getrouwheid van de gegevens die in de rekening en verantwoording
van de inkomsten en uitgaven zijn opgenomen, alsmede over de rechtmatigheid van het
daarin verantwoorde financiële beheer.
-
b. Indien de foutfractie, bedoeld onder 1.2 hoger is dan 1 procent, maakt hij hiervan
melding.
-
c. Hij maakt melding van geconstateerde, opzettelijk gemaakte fouten in de rekening
en verantwoording van de inkomsten en uitgaven, ook indien de invloed op de besteding
van de bijdrage, bedoeld in artikel 18e, eerste lid, van de Brandweerwet 1985 minder is dan 1 procent. Fouten in de samenstelling van het eigen vermogen inclusief
de voorzieningen worden vermeld onafhankelijk van het percentage.
-
d. Indien hij constateert dat het bestuur niet heeft voldaan aan 1.3.2, onderdelen a
tot en met h, maakt hij hiervan melding.
De accountant besteedt in zijn verslag in ieder geval aandacht aan de hiernavolgende
onderwerpen:
-
a. Hij geeft aan of de administratieve organisatie en het beheer voldoen aan de eisen
van rechtmatigheid en doelmatigheid.
-
b. Indien hij van oordeel is dat de informatie die is opgenomen in de rekening en verantwoording
van de inkomsten en uitgaven, niet toereikend is voor een verantwoorde oordeelsvorming,
doet hij hiervan mededeling onder opneming van de toereikende informatie.
-
c. Hij geeft de resultaten van de controle weer naar de onderwerpen, genoemd onder 1.3.2
en 1.3.3, die bijzondere en procedurele aandacht vereisen.
-
d. Hij neemt alle zaken op die naar zijn oordeel van belang zijn voor de definitieve
vaststelling van de bijdragen.