Wet van 3 april 1996, houdende hernieuwde vaststelling van de Wet buitengewone bevoegdheden
burgerlijk gezag ter aanpassing aan de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden (Wet
buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de totstandkoming van
de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden wenselijk is de regels met betrekking tot buitengewone bevoegdheden van burgerlijk
gezag opnieuw vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: