Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2006.
Geldend van 01-10-2006 t/m 09-09-2008

Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 16, 17, 19, 24, 103, vierde lid, 111 tot en met 116, 118, 145, onderdeel e, 191 en 193 van het Reglement rijbewijzen;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 In het rijbewijs worden van de in de bij deze regeling behorende bijlage vastgestelde coderingen uitsluitend de hoofdcoderingen vermeld. De subcoderingen worden uitsluitend vermeld voor zover de vermelding op grond van de richtlijn nr. 91/439/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (Pb EG L 237) verplicht is.

  • 3 In het rijbewijzenregister worden hoofdcoderingen en subcoderingen geregistreerd.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid.

Deze regeling zal worden geplaatst in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 14 mei 1996

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage

Geharmoniseerde communautaire codes

Bestuurder (medische redenen)

01. Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen

01.01 Bril

01.02 Contactlenzen

01.03 Beschermend glas

01.04 Ondoorschijnend glas of lens

01.05 Ooglap

01.06 Bril of contactlenzen

02. Gehoorprothese/hulp communicatie

02.01 Gehoorprothese één oor

02.02 Gehoorprothese beide oren

03. Prothese/orthese van de ledematen

03.01 Prothese/orthese arm

03.02 Prothese/orthese been

05. Beperkte rijbevoegdheid (vermelding van subcode is verplicht, autorijden onderhevig aan beperkingen om medische redenen)

05.01 Alleen rijden bij daglicht (vanaf een uur na zonsopgang tot een uur voor zonsondergang)

05.02 Alleen rijden binnen een straal van … km vanaf de woonplaats van de rijbewijshouder of alleen binnen de stad/regio …

05.03 Alleen rijden zonder passagiers

05.04 Rijden met maximale snelheid van … km per uur

05.05 Rijden alleen toegestaan in gezelschap van andere rijbewijshouder

05.06 Rijden zonder aanhangwagen

05.07 Rijden op snelweg niet toegestaan

05.08 Alcohol niet toegestaan

Aanpassingen voertuig

10. Aangepaste versnellingsbak

10.01 Handschakeling

10.02 Automatische schakeling

10.03 Elektronisch bediende schakeling

10.04 Aangepaste keuze/schakelhendel

10.05 Geen hulpversnellingsbak

15. Aangepaste koppeling

15.01 Aangepast koppelingspedaal

15.02 Handkoppeling

15.03 Automatische koppeling

15.04 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar koppelingspedaal

20. Aangepaste remsystemen

20.01 Aangepast rempedaal

20.02 Verbreed rempedaal

20.03 Rempedaal geschikt voor bediening met linkervoet

20.04 Remslof

20.05 Kantelpedaal

20.06 (Aangepaste) handbedrijfsrem

20.07 Maximale bedieningskracht bedrijfsrem...... N

20.08 Maximale bedieningskracht voor noodrem geïntegreerd in bedrijfsrem..... N

20.09 Aangepaste parkeerrem

20.10 Elektrisch bediende parkeerrem

20.11 (Aangepaste) voetbediende parkeerrem

20.12 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar rempedaal

20.13 Knierem

20.14 Elektrisch bediende bedrijfsrem

25. Aangepaste acceleratiesystemen

25.01 Aangepast gaspedaal

25.02 Gasslof

25.03 Kantelgaspedaal

25.04 Handgas

25.05 Kniegas

25.06 Servo-acceleratiesysteem (elektronisch, pneumatisch, enz.)

25.07 Gaspedaal links van rempedaal

25.08 Gaspedaal aan linkerkant

25.09 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar gaspedaal

30. Aangepaste rem- en acceleratiesystemen, gecombineerd

30.01 Parallelpedalen

30.02 Gas- en rempedaal op (nagenoeg) gelijke hoogte

30.03 Gas-remschuif

30.04 Gas-remschuif met orthese

30.05 Opklapbare/uitneembare gas- en rempedalen

30.06 Vloerverhoging

30.07 Afscherming .......... van het rempedaal

30.08 Afscherming voor prothese ........... van het rempedaal

30.09 Afscherming vóór gas- en rempedalen

30.10 Hiel- of beenondersteuning

30.11 Gas geven en remmen via elektrische bediening

35. Aangepaste bedieningsorganen

(verlichting, ruitenwisser, ruitensproeier, claxon, richtingaanwijzers, enz.)

35.01 Bedieningsorganen bedienbaar zonder dat het rijgedrag nadelig wordt beïnvloed

35.02 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren los te laten (knop, gaffel, enz.)

35.03 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de linkerhand los te laten

35.04 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de rechterhand los te laten

35.05 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) en de gecombineerde gas- en remmechanismen los te laten

40. Aangepaste stuurinrichting

40.01 Standaard stuurbekrachtiging

40.02 Versterkte stuurbekrachtiging

40.03 Stuurinrichting met back-upsysteem

40.04 Verlengde stuurkolom

40.05 Aangepast stuurwiel (groter en/of dikker stuurwiel, kleinere diameter stuurwiel, enz.)

40.06 Kantelbaar stuurwiel

40.07 Verticaal stuurwiel

40.08 Horizontaal stuurwiel

40.09 Voetstuur

40.10 Aangepaste stuurinrichting (joystick, enz.)

40.11 Stuurknop

40.12 Handspalk

40.13 Polsspalk

42. Aangepaste achteruitkijkspiegel(s)

42.01 Rechterbuitenspiegel

42.02 Rechterbuitenspiegel op voorspatbord

42.03 Extra binnenspiegel om het verkeer van ............... waar te kunnen nemen

42.04 Panoramische binnenspiegel

42.05 Dodehoekspiegel

42.06 Elektrisch bediende buitenspiegel(s)

43. Aangepaste bestuurdersstoel

43.01 Bestuurdersstoel op een goede kijkhoogte en op normale afstand van het stuurwiel en de pedalen

43.02 Bestuurdersstoel aangepast aan lichaamsvorm

43.03 Bestuurdersstoel met zijsteun voor goede zitstabiliteit

43.04 Bestuurdersstoel met armleuningen .........

43.05 Verlengde stoelslede van bestuurdersstoel

43.06 Aangepaste veiligheidsgordel

43.07 Vierpuntsveiligheidsgordel

44. Aanpassingen van het motorrijwiel (vermelding subcode verplicht)

44.01 Eén remelement voor alle remhandelingen

44.02 (Aangepaste) voorrem

44.03 (Aangepaste) achterrem

44.04 (Aangepaste) gashendel

44.05 (Aangepaste) handschakeling en handkoppeling

44.06 (Aangepaste) achteruitkijkspiegel .........

44.07 (Aangepaste) bedieningsorganen (richtingaanwijzers, remlichten, enz.)

44.08 Zithoogte waarbij de bestuurder in zittende positie beide voeten tegelijk op de grond kan plaatsen

45. Motorrijwiel uitsluitend met zijspan

50. Alleen het voertuig met chassisnummer (voertuigidentificatienummer, VIN)

51. Alleen het voertuig met kenteken (voertuigregistratienummer, VRN)

Administratieve vermeldingen

70. Ingewisseld voor rijbewijs nr. … afgegeven door … (voor een derde land: EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 70.0123456789.NL)

71. Duplicaat van rijbewijs nr. … (voor een derde land: EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 71.987654321.HR)

72. Alleen voertuigen van categorie A met een maximale cilinderinhoud van 125cc en een maximumvermogen van 11 kW (A1)

73. Alleen drie- of vierwielige motorvoertuigen van categorie B (B1)

74. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1)

75. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1)

76. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt (C1+E)

77. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits

a) de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt en

b) de aanhangwagen niet wordt gebruikt om personen te vervoeren (D1+E)

78. Alleen voertuigen met automatische schakeling (Richtlijn 91/439/EEG, bijlage II, 8.1.1, tweede alinea)

79. (…) Alleen voertuigen conform de specificaties tussen haken, in het kader van de toepassing van artikel 10, lid 1, van de richtlijn:

90.01: links van

90.02: rechts van

90.03: links

90.04: rechts

90.05: hand

90.06: voet

90.07: bedienbaar

De hulptekens die bij de vermelding van de subcodes mogen worden gebruikt zijn:

« , » wordt gebruikt als separator tussen codes; voorbeeld: 01.06,05.02 Ede,10.02,20.01,25.01;

« / » wordt gebruikt bij keuzemogelijkheid tussen twee (sub)codes of bij elkaar behoren de codes; voorbeeld: 40.01/(50 12345678)

« ( ) » wordt gebruikt om een aantal codes als eenheid samen te voegen bij gebruik van het « / » keuzeteken;

Nationale codes

100. Alleen tijdens privé-gebruik

101. Tijdens privé-gebruik, en tijdens beroepsmatig gebruik, niet zijnde vervoer van personen of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag.