Aan mij is een vraag voorgelegd betreffende de uitleg van de voorwaarde in artikel
5b, lid 4 van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer (UB), welk artikel
behoort bij de vrijstellingsbepaling voor de overdrachts-belasting van artikel 15,
lid 1, onderdeel h van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR).
Het genoemde artikellid luidt als volgt:
De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet
niet is geheven wegens interne reorganisatie is alsnog verschuldigd voor zover de
overdragende vennootschap tot het concern is gaan behoren als gevolg van een niet
onder artikel 37, tweede lid, van de wet vallende gebeurtenis waarbij geen overdrachtsbelasting
verschuldigd was, indien de onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen
zijn verkregen door die overdragende vennootschap vóór de hiervoor bedoelde gebeurtenis
en de onderneming van die vennootschap niet gedurende drie jaren binnen het concern
is voortgezet.
De termijn van drie jaren gedurende welke de onderneming van de overdragende vennootschap
moet worden voortgezet binnen het concern, begint te lopen op het moment dat de overdragende
vennootschap het concern is binnengekomen.
Gevraagd werd of de voorwaarde inhoudt dat de onderneming van de overdragende vennootschap
reeds drie jaren binnen concern moet zijn voortgezet alvorens onroerende zaken van
die vennootschap met toepassing van de vrijstelling van artikel 15, lid 1, onderdeel
h WBR kunnen worden overgedragen aan een andere vennootschap binnen dat concern.
Een dergelijke uitleg van die bepaling acht ik te beperkt. Het bepaalde in artikel
5b, lid 4 UB dient zo te worden verstaan dat ook reeds binnen die drie-jaarstermijn
overdracht van onroerende zaken binnen concern kan plaatsvinden met vrijstelling van
overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 15, lid 1, onderdeel h WBR.
Op grond van genoemd artikel 5b, lid 4 is ter zake van die overdracht echter alsnog
overdrachtsbelasting verschuldigd indien de onderneming van de overdragende vennootschap
binnen drie jaren na binnenkomst in het concern niet meer in concernverband wordt
voortgezet.
Het is dus mogelijk dat een vennootschap met een onderneming wordt aangekocht door
een vennootschap van het concern en onroerende zaken van die aangekochte vennootschap
direct aan een andere concernvennootschap worden overgedragen met toepassing van de
eerdergenoemde vrijstelling van overdrachtsbelasting.
Wel dient te worden voldaan aan het vereiste dat de onderneming van de overdragende
vennootschap daarna nog tenminste drie jaren binnen het concern wordt voortgezet.
Evenzeer kan die vrijstelling toepassing vinden als de onderneming van de vennootschap
– nadat deze tot het concern is gaan behoren – bijvoorbeeld reeds twee jaren is voortgezet
en vervolgens, na de overdracht van onroerende zaken binnen concern, nog tenminste
één jaar binnen het concern wordt voortgezet.