Wet van 24 mei 1996, houdende bijzondere bepalingen voor de toepassing van de sociale
zekerheidswetten in verband met de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (Wet gevolgen
brutering uitkeringsregelingen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op de uit de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen voortvloeiende brutering van lonen en uitkeringen per 1 januari 1998, wenselijk is
om de gevolgen van de brutering voor de uitkeringen op grond van een aantal sociale
zekerheidswetten nader te regelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: