Voor de toelating tot het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM moet zijn voldaan
aan de volgende eisen:
-
a. de aanvrager dient niet langer dan een jaar en zes maanden voor de dag van het praktijkexamen
te zijn geslaagd voor het theorie-examen voor deze categorie;
-
b. de aanvrager dient bij de aanvraag een op zijn naam gesteld identiteitsbewijs als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht over te leggen, dan wel een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs dat hetzij
nog geldig is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt, voor zover het de toelating
tot het praktijkexamen voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie A1 betreft, met
de registratie dat de aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen ten behoeve van
de rijbewijscategorie A gelijkgesteld:
-
a. een geldig rijbewijs B of
-
b. een geldig rijbewijs B, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat
van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
-
4 Het eerste lid, onderdeel a, geldt niet, indien de aanvrager aantoont dat hij reeds
beschikt over:
-
a. een rijbewijs A1 dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen van die
categorie zonder handbediende koppelingshendel, of
-
b. een geldig rijbewijs A1, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat
van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dat slechts geldig is voor het besturen
van motorrijtuigen van die categorie zonder handbediende koppelingshendel.
Voor de toelating tot het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie A2 moet zijn voldaan
aan de volgende eisen:
-
a. de aanvrager dient aan te tonen dat hij ten minste twee jaar in het bezit is van een
van de volgende documenten:
-
1°. een geldig rijbewijs A1, of
-
2°. een geldig rijbewijs A1, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat
van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
-
b. de aanvrager dient bij de aanvraag een op zijn naam gesteld identiteitsbewijs als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht over te leggen, dan wel een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs dat hetzij
nog geldig is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt, voor zover het de toelating
tot het praktijkexamen voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie A betreft, met
de registratie dat de aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen ten behoeve van
de rijbewijscategorie A gelijkgesteld:
-
a. een geldig rijbewijs B, of
-
b. een geldig rijbewijs B afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat
van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
-
5 Het tweede lid geldt niet, indien de aanvrager aantoont dat hij ten minste twee jaar
in het bezit is van een geldig rijbewijs A2 of een geldig rijbewijs A2, afgegeven
door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in
een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte of Zwitserland.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de registratie dat de
aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie B gelijkgesteld
een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
voor de dag van het examen afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie
B.
-
4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op aanvragen die betrekking hebben
op rijbewijscategorie B met het oog op het verkrijgen van de bevoegdheid tot het besturen
van een samenstel van een trekkend motorrijtuig van de categorie B en een aanhangwagen
of oplegger met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, waarbij de toegestane
maximum massa van dit samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen of oplegger
meer bedraagt dan 3500 kg, maar niet meer bedraagt dan 4250 kg.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de registratie dat de
aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 gelijkgesteld
een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
voor de dag van het examen afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie
C1.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie C1 en de aanvrager een op het beroep van
chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs B gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie
B, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het
examen mag liggen.
-
5 Voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel a, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie E bij C1 en de aanvrager een op het beroep
van chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs C1 gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie C1,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de registratie dat de
aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C gelijkgesteld
een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
voor de dag van het examen afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie C.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie C en de aanvrager een op het beroep van
chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs B gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie
B, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het
examen mag liggen.
-
4 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, dient de aanvrager voor de toelating
tot het praktijkexamen C te hebben voldaan aan artikel 53, tiende lid, indien de aanvraag betrekking heeft op de rijbewijscategorie C en:
-
a. hij beschikt over een rijbewijs C1 dat hetzij nog geldig is hetzij zijn geldigheid
heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, of een geldig rijbewijs
C1, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese
Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte of Zwitserland, of
-
b. ten aanzien van hem een verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd voor de rijbewijscategorie C1,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
6 Voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel a, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie E bij C en de aanvrager een op het beroep
van chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs C gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie
C, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het
examen mag liggen.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de registratie dat de
aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 gelijkgesteld
een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
voor de dag van het examen afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie D1.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie D1 en de aanvrager een op het beroep van
chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs B gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie B,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
5 Voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel a, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie E bij D1 en de aanvrager een op het beroep
van chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs D1 gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie D1,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met de registratie dat de
aanvrager is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D gelijkgesteld
een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
voor de dag van het examen afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie D.
-
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie D en de aanvrager een op het beroep van
chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs B gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie B,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
4 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, dient de aanvrager voor de toelating
tot het praktijkexamen D te hebben voldaan aan artikel 53, tiende lid, indien de aanvraag betrekking heeft op de rijbewijscategorie D en:
-
a. hij beschikt over een rijbewijs D1 dat hetzij nog geldig is hetzij zijn geldigheid
heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, of een geldig rijbewijs D1,
afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie
of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte of in Zwitserland, of
-
b. ten aanzien van hem een verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd voor de rijbewijscategorie D1,
waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het examen
mag liggen.
-
6 Voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel a, onder 1°, wordt, indien de aanvraag
betrekking heeft op de rijbewijscategorie E bij D en de aanvrager een op het beroep
van chauffeur goederenvervoer gerichte beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt, met een rijbewijs D gelijkgesteld een ten aanzien van de aanvrager in het
rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie
D, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar voor de dag van het
examen mag liggen.
In afwijking van de artikelen 67 tot en met 67h moet, indien het de toelating tot het praktijkexamen in verband met een aanvraag
van een rijbewijs als bedoeld in de artikelen 41b, eerste lid, 41d, eerste lid, of 42a, eerste lid, betreft, zijn voldaan aan de volgende eisen:
-
a. de aanvrager dient bij de aanvraag een op zijn naam gesteld identiteitsbewijs als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht over te leggen;
-
b. de aanvrager dient de in artikel 42b, tweede lid, onderdeel b, bedoelde verklaring over te leggen;
-
c. de aanvrager dient niet langer dan twee jaar voor de dag van het praktijkexamen te
zijn geslaagd voor het theorie-examen voor de zwaarste rijbewijscategorie, bedoeld
in artikel 42a, tweede lid, waarop de aanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag betrekking heeft op de categorieën E
bij C, C, E bij D, D, E bij C1, C1, E bij D1 of D1;
-
d. de aanvrager dient niet langer dan een jaar en zes maanden voor de dag van het praktijkexamen
te zijn geslaagd voor het theorie-examen voor de zwaarste rijbewijscategorie, bedoeld
in artikel 42a, tweede lid, waarop de aanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag betrekking heeft op de categorieën E
bij B, B, A, A2, A1 of AM.
Artikel 68
[Vervallen per 19-01-2013]
Artikel 69
[Vervallen per 19-01-2013]
-
1 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen
op twee wielen, dient te worden voldaan, betreffen:
-
a. bedrevenheid in de bediening en de beheersing van het voertuig;
-
b. het op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer;
-
c. het kunnen toepassen van de bij of krachtens de wet vastgestelde voorschriften.
-
2 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen
op drie of vier wielen, dient te worden voldaan, betreffen de bedrevenheid in de bediening
en de beheersing van het voertuig.
-
1 Het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen op twee wielen, bestaat
uit het afleggen van een rijproef met een bromfiets op twee wielen die blijkens de
gegevens in het kentekenregister of voor het voertuig afgegeven kentekenbewijs is
geconstrueerd voor een maximumsnelheid die meer bedraagt dan 25 km/h.
-
2 Het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen op drie of vier wielen,
bestaat uit het afleggen van een rijproef met een bromfiets op drie of vier wielen
die blijkens de gegevens in het kentekenregister of voor het voertuig afgegeven kentekenbewijs
is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die meer bedraagt dan 25 km/h.
-
3 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de de rijbewijscategorieën B, C1, C,
D1, D en E dient te worden voldaan, betreffen:
-
a. bedrevenheid in de bediening van het voertuig;
-
b. het op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer;
-
c. het kunnen toepassen van de bij en krachtens de wet vastgestelde voorschriften;
-
d. het op juiste en veilige wijze uitvoeren van een aantal bijzondere verrichtingen met
het voertuig.
-
4 Het derde lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien de aanvrager bij een vóór
het betrokken praktijkexamen door hem afgelegde tussentijdse toets ten genoegen van
het CBR heeft aangetoond aan de daar gestelde eis te voldoen.
-
1 Het praktijkexamen voertuigbeheersing voor het rijbewijs A1 bestaat uit het afleggen
van een rijproef met een motorrijtuig op twee wielen van de categorie A1, zonder zijspan,
met een cilinderinhoud van ten minste 120 cm3, dat een snelheid kan bereiken van ten minste 90 km per uur, dan wel, indien het
gaat om een motorrijtuig op twee wielen van de categorie A1, zonder zijspan, met een
volledig elektrische aandrijving, met een zodanig motorrijtuig met een maximumvermogen
van minder dan 11 kW en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,1 kW per
kg en dat een snelheid kan bereiken van ten minste 90 km per uur.
-
2 Het praktijkexamen verkeersdeelneming voor het rijbewijs A1 bestaat uit het afleggen
van een rijproef met een motorrijtuig op twee wielen, van de categorie A1, zonder
zijspan, met een cilinderinhoud van ten minste 120 cm3, dat een snelheid kan bereiken van ten minste 90 km per uur, dan wel, indien het
gaat om een motorrijtuig op twee wielen van de categorie A1, zonder zijspan, met een
volledig elektrische aandrijving, met een zodanig motorrijtuig met een maximumvermogen
van minder dan 11 kW en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,1 kW per
kg en dat een snelheid kan bereiken van ten minste 90 km per uur.
-
3 Het praktijkexamen voor het rijbewijs A2 bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig op twee wielen, van de categorie A2, zonder zijspan, met een
vermogen van ten minste 25 kW en ten hoogste 35 kW.
-
4 Het praktijkexamen voor het rijbewijs A, af te leggen door een aanvrager die reeds
in het bezit is van de in artikel 67c, vierde lid, onderdelen a of b, bedoelde documenten, bestaat uit het afleggen van een rijproef met een motorrijtuig
op twee wielen, van de categorie A, zonder zijspan, met een vermogen van ten minste
40 kW.
-
5 Het praktijkexamen voor het rijbewijs A, af te leggen door een aanvrager die niet
in het bezit is van de in artikel 67c, vierde lid, onderdelen a of b, bedoelde documenten, bestaat uit het afleggen van een:
-
a. praktijkexamen voertuigbeheersing met een motorrijtuig op twee wielen, van de categorie
A, zonder zijspan, met een vermogen van ten minste 40 kW en
-
b. praktijkexamen verkeersdeelneming met een motorrijtuig op twee wielen, van de categorie
A, zonder zijspan, met een vermogen van ten minste 40 kW.
-
1 Het praktijkexamen voor het rijbewijs B bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig op vier wielen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer
bedraagt dan 3500 kg, en dat niet is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen,
de bestuurder daaronder niet begrepen. Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen
bereiken van ten minste 100 km per uur.
-
2 Het praktijkexamen voor het rijbewijs B dat de bevoegdheid geeft tot het besturen
van motorrijtuigen van de categorie B, waaraan een aanhangwagen of oplegger is gekoppeld
waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 750 kg, waarbij de toegestane
maximum massa van het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen of oplegger
meer bedraagt dan 3500 kg, maar niet meer dan 4250 kg, bestaat uit het afleggen van
een rijproef overeenkomstig artikel 75.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs C1 bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig van de categorie C1, niet zijnde een motorrijtuig bestemd voor
het voortbewegen van een oplegger, dat niet is ingericht voor het vervoer van personen
en waarvan de lengte ten minste 6,00 m, de breedte ten minste 2,20 m, de wielbasis
ten minste 3,50 m, de toegestane maximum massa ten minste 6000 kg en de feitelijke
totale massa ten minste 5000 kg bedraagt. Het motorrijtuig dient te zijn voorzien
van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even breed en hoog
als de cabine en dient met ten minste 1000 kg te zijn beladen. Het motorrijtuig dient
te zijn uitgerust met een anti-blokkeersyteem, een versnellingsbak met ten minste
vijf voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controleapparaat als bedoeld
in Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december
1985 betreffende de invoering van een controleapparaat bij het wegvervoer (PbEG L 370).
Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs C bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig, niet zijnde een motorrijtuig bestemd voor het voortbewegen van
een oplegger, dat niet is ingericht voor het vervoer van personen en waarvan de lengte
ten minste 8 m, de breedte ten minste 2,40 m, de wielbasis ten minste 4,50 m en de
toegestane maximum massa ten minste 12 000 kg bedraagt. Het motorrijtuig dient te
zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even
breed en hoog als de cabine, en dient met ten minste 3000 kg te zijn beladen. Het
motorrijtuig dient te zijn uitgerust met een anti-blokkeersysteem, een versnellingsbak
met ten minste acht voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controle-apparaat
als bedoeld in Externe link: verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende de invoering
van een controle-apparaat bij het wegvervoer (PbEG L 370). Het motorrijtuig dient
te zijn voorzien van een slaapcabine. Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen
bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs D1 bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een ongeleed motorrijtuig van de categorie D1 dat is ingericht voor het vervoer
van meer dan acht en ten hoogste zestien personen, de bestuurder niet meegerekend,
en waarvan de lengte ten minste 6,50 m, de breedte ten minste 1,90 m en de toegestane
maximum massa ten minste 4000 kg bedraagt. Het motorrijtuig dient te zijn uitgerust
met een anti-blokkeersysteem, een versnellingsbak met ten minste vijf voorwaartse
versnellingen, een toerenteller en een controleapparaat als bedoeld in Verordening
(EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985
betreffende de invoering van een controleapparaat bij het wegvervoer (PbEG 1985 L 370).
Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs D bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een ongeleed motorrijtuig dat is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen,
de bestuurder daaronder niet begrepen, en waarvan de lengte ten minste 10 m, de breedte
ten minste 2,40 m en de wielbasis ten minste 5,25 m bedraagt. Het motorrijtuig dient
te zijn uitgerust met een anti-blokkeersysteem, een versnellingsbak met ten minste
vijf voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controle-apparaat als bedoeld
in Externe link: verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende de invoering
van een controle-apparaat bij het wegvervoer (PbEG L 370). Het motorrijtuig dient
een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het praktijk-examen voor het rijbewijs E bij B bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig als bedoeld in artikel 72, eerste lid, waarvan de toegestane maximum massa meer dan 1750 kg bedraagt, en een aanhangwagen
waarvan de lengte ten minste 6 m en de toegestane maximum massa meer dan 1750 kg bedraagt.
De aanhangwagen dient te zijn uitgerust met twee assen waarvan er maximaal één gestuurd
is, dan wel met een samenstel van twee starre assen in het midden van de aanhangwagen.
De aanhangwagen dient te zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten
huif waarvan de breedte en de hoogte ten minste die van het trekkende motorrijtuig
bedragen en dient voor ten minste 50% van het laadvermogen te zijn beladen.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs E bij C1 bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een samenstel van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 72a en een aanhangwagen waarvan de maximum toegestane massa ten minste 3000 kg en de
lengte ten minste 5,00 m bedraagt. Het samenstel dient een snelheid van ten minste
80 km per uur te kunnen bereiken. De aanhangwagen dient te zijn voorzien van een gesloten
opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even hoog en breed als de cabine
van het trekkend motorrijtuig en dient met ten minste 800 kg te zijn beladen. De gesloten
opbouw of de gesloten huif mag ook nagenoeg even breed zijn als het trekkend motorrijtuig
zolang het zicht naar achteren alleen door middel van buitenspiegels mogelijk is.
Het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen dient een lengte te hebben
van ten minste 11,00 m. De aanhangwagen dient te zijn uitgerust met twee of meer assen,
waarvan er maximaal één gestuurd is, dan wel bij een samenstel van twee of meer assen
in het midden, waarvan zowel de assen als de wielen niet stuurbaar of zelfsturend
zijn.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs E bij D1 bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een samenstel van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 73a en een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa ten minste 2000 kg en de
lengte ten minste 4,50 m bedraagt. De aanhangwagen dient te zijn voorzien van een
gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif die ten minste 2,00 m breed en 2,00 m
hoog is en dient met ten minste 800 kg te zijn beladen. Het samenstel dient een snelheid
van ten minste 80 km per uur te kunnen bereiken.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs E bij D bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig als bedoeld in artikel 74 en een aanhangwagen waarvan de lengte ten minste 5 m, de breedte ten minste 2,40
m en de toegestane maximum massa ten minste 3000 kg bedraagt. De aanhangwagen moet
zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif die ten minste
2 m breed en 2 m hoog is en dient met ten minste 800 kg te zijn beladen. Het samenstel
dient een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef wordt afgelegd, behoeft niet te zijn voorzien
van een koppelingspedaal of, indien het een motorrijtuig voor de de categorieën A1,
A2 of A betreft, een handbediende koppelingshendel.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs AM wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht
op de wijze als bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs A wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht
op de wijze als bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs B wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van:
-
a. inrichtingen die zo zijn aangebracht dat de examinator, daarmee de bedrijfsrem en,
indien het motorrijtuig is voorzien van een koppelingspedaal, de koppeling vanaf zijn
zitplaats doeltreffend kan bedienen;
-
b. een binnen- en een buitenspiegel waarmee de examinator het achter en rechts naast
hem gelegen weggedeelte kan overzien;
-
c. een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht op de wijze als
bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs C1, C, D1, D of E wordt afgelegd,
dient te zijn voorzien van:
-
a. inrichtingen die zo zijn aangebracht dat de examinator, daarmee de bedrijfsrem en,
indien het motorrijtuig is voorzien van een koppelingspedaal, de koppeling vanaf zijn
zitplaats doeltreffend kan bedienen;
-
b. twee of meer buitenspiegels waarmee de examinator het rechts en links naast en achter
hem gelegen weggedeelte kan overzien;
-
c. een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht op de wijze als
bij die regeling is voorgeschreven.
-
1 Het motorrijtuig, het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen, dan wel
het samenstel van trekkend motorrijtuig en oplegger, waarmee de rijproef wordt afgelegd,
dient naar het oordeel van het CBR daartoe geschikt te zijn
-
2 Aan de praktijkexamens voor de rijbewijscategorieën A1, A2 en A mag slechts worden
deelgenomen door kandidaten met een naar het oordeel van het CBR daartoe geschikte
beschermende uitrusting, bestaande uit handschoenen, schoeisel, beschermende kleding
en een helm.
-
4 De duur van het praktijkexamen voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1, D, E bij C1,
E bij C, E bij D1 en E bij D bedraagt ten minste 60 minuten.
De rijproef kan binnen de voorgeschreven tijd worden gestaakt, indien naar het oordeel
van de examinator de aanvrager door zijn wijze van rijden de veiligheid op de weg
in gevaar brengt. Bij het praktijkexamen voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie
A kan de rijproef eveneens binnen de voorgeschreven tijd worden gestaakt, indien naar
het oordeel van de examinator de aanvrager de bijzondere verrichtingen niet op juiste
of veilige wijze uitvoert.
§ 6. Nader onderzoek rijvaardigheid
-
1 De aanvrager van een verklaring van rijvaardigheid, die binnen een tijdsbestek van
vijf jaren tot vier maal toe ter zake van dezelfde rijbewijscategorie een mededeling
heeft ontvangen dat hij niet aan de bij ministeriële regeling ten aanzien van die
rijbewijscategorie vastgestelde eisen heeft voldaan, dient zich, indien hij een nieuwe
aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor die rijbewijscategorie
indient, te onderwerpen aan een nader onderzoek naar zijn rijvaardigheid.
-
2 Voor zover de aanvraag betrekking heeft op de rijbewijscategorieën A1, A2 en A, geldt
het eerste lid slechts indien de daar bedoelde mededeling betrekking heeft op het
niet voldoen aan de bij ministeriële regeling gestelde eisen wat betreft de verkeersdeelneming.
Het nader onderzoek bestaat uit het afleggen van een rijproef ten overstaan van een
door het CBR aangewezen rijvaardigheidsadviseur. De artikelen 54 en 55, 67 tot en
met 82 en 84 zijn van overeenkomstige toepassing.
De duur van het nader onderzoek bedraagt voor de rijbewijscategorieën AM, A1, A2,
A, B en E bij B ten minste 50 minuten en voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1, D,
E bij C1, E bij C, E bij D1 en E bij D ten minste 80 minuten.
Indien de aanvrager naar het oordeel van de rijvaardigheidsadviseur bij het nader
onderzoek voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen, registreert
het CBR in het rijbewijzenregister ten behoeve van de aanvrager een verklaring van
rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie waarvoor de aanvrager aan die eisen heeft
voldaan.
Indien de aanvrager naar het oordeel van de rijvaardigheidsadviseur bij het nader
onderzoek niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen, adviseert
de rijvaardigheidsadviseur de aanvrager omtrent de wijze waarop deze ten aanzien van
die onderdelen waarop hij niet aan die eisen voldoet, zijn rijvaardigheid kan verbeteren.
De aanvrager die bij het nader onderzoek niet heeft voldaan aan de bij ministeriële
regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de rijvaardigheid voor het besturen van
motorrijtuigen van de rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft, dient
zich, indien hij een nieuwe aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid
voor die rijbewijscategorie indient, opnieuw te onderwerpen aan een nader onderzoek
naar zijn rijvaardigheid.
-
1 Indien de aanvrager van een verklaring van rijvaardigheid ook bij het tweede nader
onderzoek voor dezelfde rijbewijscategorie niet blijkt te voldoen aan de bij ministeriële
regeling ten aanzien van die rijbewijscategorie vastgestelde eisen, is het CBR bevoegd
te vorderen dat de aanvrager, indien hij na het tweede nader onderzoek voor dezelfde
rijbewijscategorie een nieuwe aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid
voor die rijbewijscategorie indient, op eigen kosten een onderzoek naar zijn geschiktheid
ondergaat. Het onderzoek wordt verricht door een of meer door het CBR aangewezen deskundigen.
Door de aangewezen deskundige of deskundigen wordt aan het CBR schriftelijk medegedeeld
of de aanvrager naar zijn of naar hun oordeel voldoet aan de bij ministeriële regeling
vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid
tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën
waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het CBR onderzoekt mede op basis van de bevindingen van de aangewezen deskundige of
deskundigen of de aanvrager al dan niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde
eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen
van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag
betrekking heeft.
Indien de aanvrager naar het oordeel van het CBR voldoet aan de bij ministeriële regeling
vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot
het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën
waarop de aanvraag betrekking heeft, dient hij zich in het kader van een nieuwe aanvraag
ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor de betrokken rijbewijscategorie
te onderwerpen aan een nader onderzoek naar zijn rijvaardigheid als bedoeld in artikel
87. De artikelen 54 en 55, 67 tot en met 82 en 84 zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien de aanvrager op basis van het in artikel 94 bedoelde onderzoek een mededeling ontvangt dat hij naar het oordeel van het CBR niet
voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke
en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie
of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, dient hij bij het indienen
van een nieuwe aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor
de betrokken rijbewijscategorie behoudens de in de artikelen 67 tot en met 67h genoemde bescheiden tevens een verklaring van geschiktheid voor die rijbewijscategorie
over te leggen.