II. Termijn of termijnen waarbinnen moet worden betaald
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Het UWV stelt de termijnen waarbinnen de vordering wordt verrekend of betaald vast
met inachtneming van deze regeling.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Als de schuldenaar recht heeft op een nabetaling van het UWV, de Sociale Verzekeringsbank
of een college van burgemeester en wethouders dient de vordering terstond te worden
voldaan door verrekening met de nabetaling.
Vervolgens wordt de vordering voor zover mogelijk voldaan door verrekening met een
lopende uitkering. Als dit niet mogelijk is vindt aflossing plaats door betaling in
termijnen door de schuldenaar.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
-
1 Indien de vordering tot en met € 45 bedraagt, stelt het UWV de wijze waarop en de
termijnen waarbinnen deze vordering moet worden voldaan vast, zonder de schuldenaar
in de gelegenheid te stellen een voorstel te doen inzake de voldoening van de vordering.
-
2 Het UWV kan de termijnen van betaling of verrekening vaststellen conform een met redenen
omkleed voorstel van de schuldenaar, mits volgens dit voorstel de gehele vordering
binnen 12 maanden wordt voldaan en de schuldenaar dit voorstel heeft gedaan binnen
6 weken nadat hem daartoe de gelegenheid is geboden door het UWV.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
-
3 In afwijking van het tweede lid, tweede zin, wordt op verzoek van de schuldenaar ten
minste de halve aflossingscapaciteit toegepast onder de voorwaarde dat de vordering
geheel wordt voldaan gedurende 36 maanden te rekenen vanaf de dag dat het UWV aan
de schuldenaar kennis heeft gegeven van de termijnen. De schuldenaar wordt erop gewezen
dat ambtshalve kwijtschelding als bedoeld in de artikelen 36, derde lid, van de WW, 33, derde lid, van de ZW, 57, derde lid, van de WAO, 63, derde lid, van de WAZ, 55, derde lid, van de Wajong, 20, derde lid, van de TW, 77, derde lid, van de Wet WIA, of artikel 3:16, artikel 3:27 WAZO, niet mogelijk is.
-
5 Indien de schuldenaar, bij aanwending van zijn volledige aflossingscapaciteit, de
vordering niet binnen 36 maanden volledig zal kunnen voldoen, wendt hij zijn vermogen
aan zodat een zodanig gedeelte van de vordering binnen 6 weken, nadat het UWV aan
de schuldenaar kennis heeft gegeven van de vaststelling van de termijnen, wordt voldaan,
dat hij de resterende vordering binnen 36 maanden kan voldoen.
Indien echter de schuldenaar ten genoegen van het UWV zekerheid stelt voor aflossing
van de gehele vordering binnen 36 maanden, nadat de vaststelling van de termijnen
hem bekend is gemaakt, behoeft de schuldenaar zijn vermogen niet aan te wenden.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
-
2 Het UWV stelt de aflossingstermijnen zodanig vast dat gebruik wordt gemaakt van de
volledige aflossingscapaciteit van de schuldenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 7, tenzij het UWV de termijnen heeft vastgesteld conform het bepaalde in artikel 4.
-
4 Indien de schuldenaar de vordering niet binnen 12 maanden volledig zal kunnen voldoen,
wendt hij zijn vermogen aan zodat een zodanig gedeelte van de vordering binnen 6 weken,
nadat het UWV aan de schuldenaar kennis heeft gegeven van de vaststelling van de termijnen,
wordt voldaan, dat hij de resterende vordering binnen 12 maanden kan voldoen.
Indien echter de schuldenaar ten genoegen van het UWV zekerheid stelt voor aflossing
van de gehele vordering binnen 12 maanden, nadat de vaststelling van de termijnen
hem bekend is gemaakt, behoeft de schuldenaar zijn vermogen niet aan te wenden.
-
5 Onverminderd het bepaalde in artikel 8 stelt het UWV de termijnen waarbinnen wordt verrekend of moet worden betaald vast
over een periode van meer dan 12 maanden indien de schuldenaar, ook na aanwending
van zijn vermogen, niet in staat is om de vordering binnen 12 maanden te voldoen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
-
1 Indien de schuldenaar een betalingsregeling heeft getroffen met één of meer derden
die beschikken over een executoriale titel, kan het UWV rekening houden met deze betalingsregelingen
bij de vaststelling van de termijn of termijnen waarbinnen wordt verrekend of betaald.
Het bedrag van de verrekening of betaling wordt in elk geval niet gesteld op een lager
bedrag dan het aandeel waarop het UWV aanspraak zou kunnen maken bij verrekening met
een lopende uitkering respectievelijk executoriaal beslag door het UWV op loon, sociale
uitkeringen of andere periodieke betalingen, indien door deze derden beslag zou zijn
gelegd. Het UWV is bevoegd om een schuldeiser, met wie de schuldenaar, tenminste één
jaar voor de beslissing tot terugvordering is afgegeven, een betalingsregeling is
overeengekomen, gelijk te stellen met een schuldeiser die in het bezit is van een
executoriale titel.
-
3 Indien het UWV zijn medewerking verleent aan een gerechtelijk of buitengerechtelijk
akkoord ter sanering van de schulden van de schuldenaar kan, in afwijking van het
eerste en tweede lid, worden ingestemd met een ander aandeel in de aflossingscapaciteit
en het betrekken van vorderingen van andere schuldeisers in de vaststelling van dit
aandeel, indien
-
a. de vordering van het UWV tenminste zal worden voldaan naar evenredigheid met vorderingen
van schuldeisers met gelijke rang en het te ontvangen deel van de vordering van het
UWV van tenminste dezelfde omvang is als kan worden verkregen indien een saneringsplan
als bedoeld in artikel 343 van de Faillissementswet wordt vastgesteld en
-
b. het UWV noch in uitkeringspercentage noch in tempo van betaling wordt achtergesteld
bij gelijkbevoorrechte schuldeisers en
-
c. redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de schuldenaar, afgezien van de daarvoor
te vervullen formaliteiten, in aanmerking zou komen voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 7, wordt de periodieke betaling of verrekening gesteld op de volledige aflossingscapaciteit
verminderd met 5 % van de bijstandsnorm, indien de schuldenaar de vordering na vijf
jaar niet volledig heeft voldaan met inachtneming van de conform de vorige artikelen
vastgestelde termijnen.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Indien de schuldenaar op enig tijdstip niet volgens de vastgestelde termijnen betaalt,
wordt de vordering opeisbaar.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Indien de schuldenaar de verplichting, bedoeld in de artikelen 27a, vijfde lid, of 36, zesde lid, van de WW, 33, zesde lid, of 45a, vijfde lid, van de ZW, 29a, vijfde lid, of 57, zesde lid, van de WAO, 77 , zesde lid, of 91, vijfde lid, van de Wet WIA, 48, vijfde lid, of 63, zesde lid, van de WAZ, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 40, vijfde lid, of 55, zesde lid, van de Wajong of 14a, vijfde lid, of 20, zesde lid, van de TW, niet nakomt, wordt de vordering opeisbaar.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Het UWV kan de vastgestelde aflossingstermijnen herzien wegens gewijzigde omstandigheden
met inachtneming van deze regeling.
VI. Slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 1994 ingediende voorstel van
wet houdende wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling
van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte
regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkering en de invordering daarvan
(Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid; Kamerstukken II, 1994/1995, nr. 23 909) tot wet wordt verheven en in werking treedt,
treedt deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking. Indien deze regeling na inwerkingtreding
van genoemde wet wordt bekend gemaakt in de Staatscourant, treedt deze regeling in
werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het
wordt geplaatst.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging
van boeten en onverschuldigde betalingen.