Wet van 20 juni 1996, houdende wijziging van de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige
rechten in verband met richtlijn nr. 93/83/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht
en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel
(PbEG L 248)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van richtlijn nr. 93/83/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 september 1993 tot coördinatie
van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het
gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PbEG L 248) noodzakelijk is de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: