Besluit van 10 juli 1996, houdende regels inzake de verstrekking van gegevens ten
behoeve van de waardebepaling en waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende
zaken (Besluit gegevensverstrekking Wet waardering onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 6 februari 1996, nr. WDB96/021M,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen, gedaan
mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort;
Gelet op artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 4 juni 1996, nr. W06.96.0054);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 28 juni 1996, nr.
WDB96/230U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen,
uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A.G.M. van
de Vondervoort;
Hebben goedgevonden en verstaan: