Besluit van 23 juli 1996, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van
bestuur in verband met de intrekking van de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de inwerkingtreding
van de Algemene nabestaandenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van
22 mei 1996, nr. SV/VP/96/1993a;
Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 13, tweede lid, 33, vijfde lid, en 63 van de Algemene nabestaandenwet, artikel 6, tweede lid, van de Toeslagenwet, artikel 8, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers , artikel 8, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen, de artikelen 3, eerste lid, onder b, en negende lid, 5, derde lid, en 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet, artikel 11, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, artikel 57 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, artikel 12, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de artikelen 37, eerste lid, 39 en 41 van de Wet op de rechtsbijstand , de artikelen 6, tiende en elfde lid en 10, zesde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet,
de artikelen 43, eerste en tweede lid, en 51, tweede lid, van de Provinciewet, de artikelen 44, eerste en tweede lid, en 51, tweede lid, van de Gemeentewet , artikel 28 van de Emigratiewet, artikel 89 van de Grondwet, artikel 67 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, en de artikelen 4, 7, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 1996, nr. W12.96.0215);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
van 12 juli 1996, Nr. SV/VP/96/2731;
Hebben goedgevonden en verstaan: