Besluit van 12 september 1996, houdende vaststelling van de Maatregel te boek gestelde
luchtvaartuigen 1996
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 20 maart 1996, nr. MJZ96011826, Centrale Directie Juridische Zaken,
afdeling Wetgeving, gedaan mede namens Onze Ministers van Justitie en van Verkeer
en Waterstaat;
Gelet op het op 19 juni 1948 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale
erkenning van rechten op luchtvaartuigen (Trb. 1952, 86), alsmede op de artikelen 1303, eerste lid, onder b, en 1321 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 584f, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 10, vierde juncto derde lid, van de Kadasterwet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 juni 1996, nr. W08.96.0128);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 6 september 1996, nr. MJZ 96050717, Centrale Directie
Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Justitie
en van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: