Bijlage 1. Bijlage als bedoeld in artikel 5g, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Formulier voor het afleggen van de eed of belofte door een rechterlijk ambtenaar
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle
overige wetten zal onderhouden en nakomen.
Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel
ook, tot het verkrijgen van een benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd,
noch zal geven of beloven.
Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen
of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding
heeft of zal krijgen waarin mijn ambtsverrichtingen te pas zouden kunnen komen.
Ik zweer/beloof dat ik gegevens waarover ik bij de uitoefening van mijn ambt de beschikking
krijg en waarvan ik het vertrouwelijke karakter ken of redelijkerwijs moet vermoeden,
behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift mij tot mededeling verplicht of uit
mijn ambt de noodzaak tot mededeling voortvloeit, geheim zal houden.
Ik zweer/beloof dat ik mijn ambt met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder
aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening zal gedragen zoals
een goed rechterlijk ambtenaar betaamt.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
Op ........................, werd te .....................
ten overstaan van (1) ..............................
door (2) .............................
de bovenvermelde eed/belofte afgelegd.
(1) .............................
(2) .............................