Eerste Bijlage. als bedoeld in artikel 1g, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Formulier voor het afleggen van de eed of belofte als bedoeld in artikel 1g, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren door de rechterlijk ambtenaar;
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle
overige wetten zal onderhouden en nakomen.
Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel
ook, tot het verkrijgen van een benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd,
noch zal geven of beloven.
Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen
of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding
heeft of zal krijgen waarin mijn ambtsverrichtingen te pas zouden kunnen komen.
Ik zweer/beloof dat ik mijn ambt met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder
aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening zal gedragen zoals
een goed rechterlijk ambtenaar betaamt.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
Op ...................., werd te ....................
ten overstaan van (1) ....................
door (2) ....................
de bovenvermelde eed/belofte afgelegd.
de ....................
(1) ....................
(2) ....................
Krachtens de wet is de rechterlijk ambtenaar verplicht tot geheimhouding van de gegevens
waarover hij bij de uitoefening van zijn taak de beschikking krijgt en waarvan hij
het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, behoudens zover
enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot
mededeling voortvloeit. Daarbij is de rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast
verplicht tot geheimhouding van hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit.
De rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast mag zich niet op enige wijze inlaten
met partijen of hun advocaten, procureurs of gemachtigden over enige voor hem aanhangig
geschil of een geschil waarvan hij weet of vermoedt dat deze voor hem aanhangig wordt.
Tweede Bijlage. als bedoeld in artikel 1g, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Formulier voor het afleggen van de eed of belofte als bedoeld in artikel 1g, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren door het deskundig lid;
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal onderhouden en nakomen.
Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel
ook, tot het verkrijgen van een benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd,
noch zal geven of beloven.
Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen
of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding
zal krijgen waarbij ik als deskundig lid betrokken zou kunnen zijn.
Ik zweer/beloof dat ik mijn werk als deskundig lid met eerlijkheid, nauwgezetheid
en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening
zal gedragen zoals een goed deskundig lid betaamt.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
Op .................... werd te ....................
Ten overstaan van (1) ...................., en
Door (2) ....................
De bovenvermelde eed/belofte afgelegd.
de ....................
(1) ....................
(2) ....................
Krachtens de wet is het deskundig lid verplicht tot geheimhouding van hetgeen in de
raadkamer over aanhangige zaken is geuit. Daarbij is het deskundig lid verplicht tot
geheimhouding van de gegevens waarover hij bij de uitoefening van zijn taak de beschikking
krijgt en waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden,
behoudens zover enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht of uit zijn taak
de noodzaak tot mededeling voortvloeit.