1. Algemeen
|
1.1
|
Vorige keuringsdatum
|
N.v.t.
|
|
Vaststellen via liftboek of rapport
|
1.2
|
Keuringsdatum
|
N.v.t.
|
|
Noteren voor certificaat
|
1.3
|
Inspecteur
|
N.v.t.
|
|
Identificatie van uitvoerende
|
1.4
|
Onderhoudsfirma
|
N.v.t.
|
|
Identificatie van aanwezige bij de keuring
|
2. Algemene toetsingen
|
2.1
|
Toetsing liftspecifieke voorzieningen
|
• Niet functioneren levert direct gevaar op voor gebruikers en / of onderhoudspersoneel
|
1
|
Testen van veiligheidsvoorzieningen die aangebracht zijn om bij afwijkende uitvoeringen
een gelijkwaardig veiligheidsniveau te verkrijgen
Bepalen correcte uitvoering
|
• Niet functioneren levert in samenhang met andere defecten een mogelijk gevaar op
|
3
|
2.2
|
Elektrische installatie
|
• Direct aanrakingsgevaar voor gebruikers
|
1
|
Visuele inspectie van schakelelementen, bekabeling etc.
|
• Overbruggingen in de veiligheidslijn
|
2
|
Bepalen correcte uitvoering veiligheidsgerelateerde delen
|
• Slijtage of beschadigingen die leiden tot falen van veiligheidsvoorzieningen op
korte termijn
|
3
|
|
2.3
|
Hydraulische installatie
|
• Lekkage die leidt tot ongecontroleerd dalen
|
1
|
Visueel
Bepalen correcte uitvoering veiligheidsgerelateerde delen
|
• Lekkage die leidt tot een brandrisico
|
3
|
2.4
|
VOK Veiligheid bij werkzaamheden
|
|
|
Afhankelijk van punt op de lijst
|
2.5
|
Vervuiling
|
Brandgevaar of besmettingsgevaar
|
3
|
Visueel
|
3. Machinekamer
|
3.1
|
Bevrijden opgesloten passagiers mogelijk
|
Geen, incomplete of niet werkende voorziening of verkeerde instructie
|
3
|
Beproeven van de voorziening aan de hand van de aanwezige instructie
|
3.2
|
Machineruimte afgesloten
|
Direct bereikbaar vanaf een publiek toegankelijke locatie
|
1
|
Werking slot
|
3.3
|
Liftboek, schema’s + onderhoudsinstructie
|
Niet aanwezig of grote fouten wat betreft inhoud
|
3
|
Aanwezigheid en inhoud
|
3.4
|
Tractiecontrole
|
• Niet slippen volgens normvereiste.
|
3
|
Testen
|
• Kabels onder in de groef
|
1
|
3.5
|
Corrigeren met open deuren
|
• Niet functioneren van lekschakeling,
|
3
|
Testen van systeem
Bepalen correcte uitvoering overbruggingsschakelingen
|
• Defecte veiligheidsschakeling die leidt tot een gevaarlijke situatie voor gebruikers
|
1
|
3.6
|
Noodeindschakelaars
|
Niet aanspreken voor het bereiken van de stuiting
|
2
|
Testen op werking controle juiste afstelling
|
3.7
|
Speling in machine
|
Fabrikantenspecificatie
|
3
|
Bepalen via meting
Bepalen correcte uitvoering
|
3.8
|
Rem
|
Volledig versleten voering en niet correct openen of sluiten, onvoldoende remkracht
|
1
|
Visueel en tijdens tractietest
|
3.9
|
Fasebeveiliging
|
Niet functioneren, bij omkeren lift en met hoge snelheid vertrekken
|
3
|
Beproeven
|
3.10
|
Overstortdruk [bar]
|
|
3
|
Beproeven
|
3.11
|
Overdrukcontact [bar]
|
Alleen indien normtechnisch verplicht
|
3
|
Beproeven
|
3.12
|
Snelheidsbegrenzer
|
• Niet functioneren
|
2
|
Beproeven via test van de vang, visuele inspectie
Bepalen correcte uitvoering
|
• Niet functionerende contacten
|
3
|
4. Schacht
|
4.1
|
Gegarandeerde vrije ruimten onder en boven
|
• Ontbrekende stuitingen
|
1
|
Meten van uitloop tegengewicht, visuele controle stuitingen etc.
Bepalen van vrije ruimten onder en boven kooi. Bepalen uitlopen kooi en tegengewicht
|
• Beperking van de vrije ruimte
|
3
|
4.2
|
Blokkeerschakelaar op kooi
|
Niet functioneren
|
2
|
Testen door bedienen
|
4.3
|
Inspectiebesturing
|
Niet functioneren, fouten in elektrische schakeling
|
3
|
Testen door bedienen
|
4.4
|
Alleen toegankelijk voor bevoegden
|
Openingen in schacht direct toegankelijk voor derden, knelgevaar conform EN 294
|
1
|
Visuele inspectie op openingen
|
4.5
|
Beveiliging tegen ongecontroleerde bewegingen incl. controle contacten
|
• Niet werkende neerwaartse valbeveiliging als vang en slangbreukbeveiliging
|
2
|
Testen van voorzieningen als vang, slangbreukbeveiliging etc. door realistische beproeving,
bijvoorbeeld handmatig snelheidsbegrenzer bedienen of verhogen daalsnelheid
Bepalen correcte uitvoering
|
• Zelfremmendheid en opwaartse valbeveiliging; of niet functionerende veiligheidscontacten
|
3
|
4.6
|
Veiligheidscontacten op luiken en deuren
|
Niet functioneren, luik niet te openen zonder hulpmiddelen
|
3
|
Testen door bedienen
|
4.7
|
Leiders en leisloffen bevestigingen
|
Mogelijk contact tussen kooi en tegengewicht en of andere delen in de schacht
|
3
|
Visuele controle
|
4.8
|
Brandweerschakeling
|
|
|
Testen van schakeling
|
4.9
|
Draagmiddelen / bevestigingen
|
Meer dan 2% rek en breuken
(nog afstemmen binnen CI overleg)
|
2
|
Visuele inspectie en rekmeting
Bepalen correcte uitvoering
|
5. Schachtdeuren
|
5.1
|
Schachtdeuren, grendels en bijbehorende veiligheidscontacten
|
Openstaan van deuren, of delen van deuren bij draaiende lift, Openen van deuren bij
draaiende lift zonder gebruik te maken van gereedschappen
|
1
|
Visueel aangevuld met beproeven door bedienen van alle veiligheidscontacten
Bepalen correcte uitvoering
|
6. Liftcabine
|
6.1
|
Kooilicht + nood licht
|
Geen functionerende kooiverlichting of noodverlichting
|
3
|
Visueel, noodverlichting testen
|
6.2
|
Beveiliging open kooi toegang
|
Niet functioneren drempelbeveiliging, niet vlakke wand met haakgevaar of openingen
meer dan 5 cm tussen drempel en wand
|
1
|
Beproeven door bedienen
|
6.3
|
Knelbeveiliging deuren
|
Sluitkracht te hoog
|
3
|
Beproeven door bedienen
|
6.4
|
Alarm / spreekverbinding / noodvoeding
|
Geen mogelijkheid tot doeltreffend slaan van alarm bij opsluiting, binnen normvereisten
|
2
|
Beproeven door bedienen
|
6.5
|
Blokkeerschakelaar in kooi
|
Niet functioneren
|
2
|
Beproeven door bedienen
|
6.6
|
Opschriften in kooi
|
Missen van een belastingplaat
|
3
|
Visueel
|
6.7
|
Deur open knop
|
|
|
Beproeven
|
6.8
|
Kooimeubel sterkte en wanden
|
Openingen in kooiwanden anders dan ventilatie met een opening die leiden tot direct
knelgevaar voor gebruikers (criteria zie EN 294)
|
1
|
Visueel
|
6.9
|
Kooiafsluiting incl. grendel en ct.
|
• Mogelijk openstaan van deuren of delen van deuren bij in beweging zijnde kooi anders
dan gelijkstellen of inlopen
|
2
|
Visueel, grendels en (deur)contacten beproeven door bedienen
|
• Openen van vergrendelde kooideuren door gebruikers zonder hulpmiddelen vanuit de
kooi
|
3
|
7. Schachtput
|
7.1
|
Blokkeerschakelaar in put
|
Niet functioneren
|
2
|
Beproeven door bedienen
|
7.2
|
Veiligheidscontacten in put
|
Niet functioneren
|
3
|
Beproeven door bedienen
|
7.3
|
Buffers
|
Verdroogd of niet functioneel
|
3
|
Visueel evt. beproeven
Bepalen correcte uitvoering
|