Besluit van 12 december 1996, houdende wijzigingen van een aantal algemene maatregelen
van bestuur in verband met de invoering van de Financiële-verhoudingswet (Invoeringsbesluit
Financiële-verhoudingswet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van
de Vondervoort, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën, van 31 mei 1996,
kenmerk VFO96/1/U6);
Gelet op artikel 4 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers , de artikelen 13 en 17 van de Financiële-verhoudingswet , artikel 3 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet , artikel 25 van de Rampenwet, artikel 130 van de Wet geluidhinder en artikel 39 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;
Gezien het advies van de Raad voor de gemeentefinanciën van 18 april 1996 (Rgf 15.50/080.007);
De Raad van State gehoord (advies van 9 juli 1996, nr. W04.96.0239);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G.
M. van de Vondervoort, uitgebracht mede namens de Staatsecretaris van Financiën, van
5 december 1996, kenmerk VFO93/4/U363);
Hebben goedgevonden en verstaan: