Salarisbesluit werkervaringsplaatsen ministerie van Verkeer en Waterstaat

Geraadpleegd op 19-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 04-01-1997 t/m heden

Salarisbesluit werkervaringsplaatsen ministerie van Verkeer en Waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken;

Gelet op artikel 12 juncto artikel 25, eerste lid van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

De artikelen 5, 5a, 6 en 7 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 zijn niet van toepassing op de ambtenaar die is aangesteld op een door het bevoegd gezag als zodanig aangewezen werkervaringsplaats als bedoeld in de ’Subsidieregeling experimenten activering van uitkeringsgelden’ (Stcrt. 1995/13).

Artikel 2

  • 1 Bij aanstelling wordt het salaris van de in artikel 1 bedoelde ambtenaar vastgesteld op 100% van het wettelijk minimumloon, rekening houdend met de leeftijd van de ambtenaar.

  • 2 Ingeval daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding bestaat kan het in het eerste lid genoemde percentage op 110 worden gesteld.

Artikel 3

  • 1 Het salaris van de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verhoogd met 10% indien hij naar het oordeel van het bevoegd gezag naar behoren functioneert.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde salarisverhoging wordt toegekend met ingang van de eerste dag van de maand waarin sinds de aanstelling van de ambtenaar een jaar is verstreken.

  • 3 Het tijdstip waarop ingevolge het tweede lid een salarisverhoging kan worden toegekend kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het bevoegde gezag aanleiding bestaat.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit, waarvan afschrift zal worden verzonden aan de minister van Binnenlandse Zaken, kan worden aangehaald als Salarisbesluit werkervaringsplaatsen ministerie van Verkeer en Waterstaat.

’s-Gravenhage, 23 december 1996

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink