Besluit vaststelling Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 05-02-1997 t/m heden

Besluit van 13 januari 1997, houdende regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, alsmede wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement in verband met de formalisering van het Sectoroverleg rijkspersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 4 november 1996, nr. AB96/U1366, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;

Gelet op artikel 125, eerste lid, onderdeel m, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 3 december 1996, no. WO4.96.0526);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 6 januari 1997, nr. AB96/1562, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Artikel IV

[Red: Wijzigt het koninklijk besluit van 25 november 1976 betreffende de instelling van een bijzondere commissie van overleg bij de Raad van State (Stb. 655).]

Artikel V

[Red: Wijzigt het koninklijk besluit van 1 september 1978 betreffende de instelling van een Bijzondere Commissie van Overleg bij de Algemene Rekenkamer (Stb. 482).]

Artikel VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 januari 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de vierde februari 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager