Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010.
Geldend van 22-12-2009 t/m 31-12-2012

Besluit van 24 januari 1997, houdende regels voor directe lozingen van huishoudelijk afvalwater (Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 februari 1996, nr RH 211 313, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 2a, eerste en tweede lid, 2b, 2c, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

Gezien het advies van de Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving (advies van 16 februari 1994);

De Raad van State gehoord (advies van 18 juni 1996, nr. W09.96.0042);

Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 januari 1997, nr. RH 97/1666, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. gebouw: een bouwwerk in de zin van artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet, waaronder begrepen een woonschip dat uit hoofde van zijn feitelijke bestemming plaatsgebonden is;

    • b. afvalwater: water dat afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen bevat;

    • c. huishoudelijk afvalwater: afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens en ander afvalwater dat naar zijn aard en samenstelling overeenkomt met afvalwater afkomstig van een particulier huishouden;

    • d. lozen: in een oppervlaktewaterlichaam brengen van huishoudelijk afvalwater;

    • e. bestaand lozen: lozen dat al vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit plaatsvond;

    • f. nieuw lozen: lozen dat geen bestaand lozen is;

    • g. beperkt lozen: lozen van 10 inwonerequivalenten of minder;

    • h. omvangrijk lozen: lozen van meer dan 10 doch niet meer dan 200 inwonerequivalenten;

    • i. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

    • j. wet: Waterwet;

    • k. riolering: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2 In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt het aantal inwonerequivalenten als volgt bepaald:

    • a. Voor lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens, of afkomstig van een voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimte is het bepaalde in artikel 122h, eerste en vijfde lid, van de Waterschapswet van toepassing met dien verstande dat voor «vervuilingseenheden» en vervuilingseenheid» wordt gelezen: inwonerequivalenten onderscheidenlijk inwonerequivalent;

    • b. Voor lozen van huishoudelijk afvalwater anders dan bedoeld onder a, wordt het aantal inwoner-equivalenten bepaald op 0,023 inwonerequivalent per m3 gebruikt water.

  • 3 Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen, wordt de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering berekend langs de kortste lijn waarlangs de afvoerleidingen zonder overwegende bezwaren kunnen worden aangelegd. Bij bestaand lozen wordt de afstand berekend vanaf het gedeelte van het gebouw dat zich het dichtst bij een riolering bevindt. Indien bij bestaand lozen vanuit meerdere gebouwen gelegen op één perceel wordt geloosd, wordt de afstand berekend vanaf het gebouw dat het dichtst bij de riolering is gelegen. Bij nieuw lozen wordt de afstand berekend vanaf de kadastrale grens van het perceel waar het huishoudelijk afvalwater vrijkomt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit is niet van toepassing op het lozen van huishoudelijk afvalwater, waarvoor regels zijn gesteld bij een ander besluit krachtens artikel 6.6 van de wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De verboden gesteld in artikel 6.2 van de wet, gelden niet ten aanzien van het lozen van uitsluitend huishoudelijk afvalwater. Degene die loost, voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens dit besluit zijn gesteld, alsmede aan de krachtens die voorschriften door het bevoegd gezag gestelde nadere eisen.

  • 2 Het eerste lid geldt niet ten aanzien van lozen van meer dan 200 inwonerequivalenten.

  • 3 Het eerste lid geldt niet ten aanzien van:

    • a. nieuw beperkt lozen waarbij de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering meer bedraagt dan 40 meter;

    • b. omvangrijk lozen waarbij de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering ten minste bedraagt:

      • 1°. 100 m bij meer dan 10 doch minder dan 25 inwonerequivalenten;

      • 2°. 600 m bij 25 tot 50 inwonerequivalenten;

      • 3°. 1500 m bij 50 tot 100 inwonerequivalenten;

      • 4°. 3000 m bij 100 doch niet meer dan 200 inwonerequivalenten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen, dat stoffen bevat, die zijn versneden of vermalen door versnijdende of vermalende apparatuur.

Hoofdstuk II. Beperkt lozen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Beperkt lozen is verboden, indien de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering 40 meter of minder bedraagt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien bij bestaand beperkt lozen de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering meer dan 40 meter bedraagt, wordt het huishoudelijk afvalwater door een voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater geleid, waarmee de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden voorkomen.

  • 2 Indien aan het betrokken oppervlaktewaterlichaam in een plan, vastgesteld ingevolge de de wet, een bijzondere functie of waterkwaliteitsdoelstelling is toegekend, kan de beheerder bij nadere eis een voorziening voorschrijven die voor het behoud daarvan voldoende bescherming biedt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Tenzij toepassing is gegeven aan artikel 6, tweede lid, wordt alleen dan aan de eis van artikel 6, eerste lid, voldaan, indien het huishoudelijk afvalwater wordt geleid door een septic tank die is uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften gesteld krachtens het tweede lid.

  • 2 Onze Minister stelt voorschriften ten aanzien van de uitvoering van de septic tank.

  • 3 De septic tank wordt zo dikwijls geledigd als voor een goede werking daarvan noodzakelijk is.

  • 4 Het is verboden de bij het ledigen van de septic tank vrijkomende stoffen te lozen.

  • 5 In afwijking van het eerste lid kan worden volstaan met een voorziening die wat het zuiveringsrendement betreft ten minste gelijkwaardig is aan een voorziening als bedoeld in dat lid, indien wordt voldaan aan door de beheerder te stellen nadere eisen ten aanzien van het zuiveringsrendement dan wel de doelmatigheid, het gebruik of het onderhoud van de voorziening.

Hoofdstuk III. Omvangrijk lozen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Omvangrijk lozen is verboden, indien de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering minder bedraagt dan:

  • a. 100 m bij meer dan 10 doch minder dan 25 inwonerequivalenten;

  • b. 600 m bij 25 tot 50 inwonerequivalenten;

  • c. 1500 m bij 50 tot 100 inwonerequivalenten;

  • d. 3000 m bij 100 doch niet meer dan 200 inwonerequivalenten.

Hoofdstuk IV. Meldingsplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Degene die voornemens is het lozen te veranderen meldt dit voordat met het veranderende lozen wordt aangevangen aan de beheerder.

  • 2 Een melding als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk gedaan en omvat in ieder geval:

    • a. de naam en het adres van degene die huishoudelijk afvalwater loost;

    • b. het adres van het gebouw waaruit het lozen plaatsvindt;

    • c. de reden van de melding;

    • d. gegevens op grond waarvan het aantal inwonerequivalenten kan worden bepaald;

    • e. gegevens waaruit kan worden afgeleid hoeveel meter de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering bedraagt;

    • f. gegevens met betrekking tot de wijze van lozen en de voorziening, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Degene die huishoudelijk afvalwater loost vanuit een gebouw, dat niet een inrichting is waarop de Wet milieubeheer van toepassing is en waarin zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewaterlichaam zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, maakt zo spoedig mogelijk melding van dat voorval aan de beheerder binnen wiens gebied als gevolg van dit ongewone voorval het lozen heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk V. Overgangsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien een vergunning geldt krachtens artikel 6.2 van de wet en artikel 14 of 16 van toepassing is, blijven de voorschriften van toepassing, gesteld in die vergunning gedurende de periode, bedoeld in de desbetreffende bepaling.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien bij beperkt lozen de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering 40 meter of minder wordt, is het, in afwijking van artikel 5, toegestaan gedurende vijf jaar te lozen vanaf het tijdstip waarop aansluiting op die riolering mogelijk is, indien het afvalwater voorafgaand aan het lozen door een voorziening wordt geleid die voldoet aan de voorschriften gesteld krachtens de artikelen 6 en 7.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien bij omvangrijk lozen binnen de in artikel 8, aangegeven afstand riolering wordt aangelegd, is het vanaf het tijdstip waarop aansluiting daarop mogelijk is, in afwijking van dat artikel toegestaan te lozen gedurende:

  • a. 10 jaar, indien ingevolge een vergunning als bedoeld in artikel 6.2 van de wet een voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater was voorgeschreven;

  • b. 3 jaar, in de overige gevallen.

HOOFDSTUK VI. SLOTBEPALINGEN

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst

's-Gravenhage, 24 januari 1997

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer

Uitgegeven de dertigste januari 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager