In deze regeling en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:
-
a. besluit: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen;
-
b. ’attractietoestel’, ’attractietoestel van een eenvoudig ontwerp’, ’speeltoestel’,
’aangewezen instelling’ en ’wet’: hetgeen het besluit daaronder verstaat;
-
c. sub-contractor: een instelling waaraan een aangewezen instelling productonderzoek
en daartoe te verrichten metingen uitbesteedt.
Als ambtenaren die ingevolge artikel 25 van de wet belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de
wet, worden aangewezen de controleambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit.
-
1 Als ambtenaren die ingevolge artikel 27, eerste lid, van de wet bevoegd zijn om attractie- en speeltoestellen te beproeven of te onderzoeken, te
doen beproeven of te doen onderzoeken, dan wel schriftelijk herstelling of behandeling
binnen een daarbij vast te stellen termijn te eisen, worden aangewezen de controleambtenaren
van de Voedsel en Waren Autoriteit.
-
2 Als ambtenaren die ingevolge artikel 27, eerste lid, van de wet bevoegd zijn om attractie- en speeltoestellen, waarvan bij een beproeving of onderzoek
blijkt, dat zij niet aan de krachtens de wet gegeven voorschriften voldoen, ten bewijze
daarvan van een merk van afkeuring te voorzien, worden aangewezen de controleambtenaren
van de Voedsel en Waren Autoriteit.
Voor aanwijzing ingevolge artikel 7a, eerste lid, van de wet als aangewezen instelling met betrekking tot attractie- en speeltoestellen komen
slechts instellingen in aanmerking die voldoen aan de in bijlage I vermelde voorwaarden.
In het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de wet, worden door de
aangewezen instelling ten minste de volgende onderwerpen behandeld:
-
a. de door de instelling afgegeven, ingetrokken dan wel geweigerde certificaten;
-
b. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling betrekking hebbende accreditaties,
reglementen en procedures;
-
c. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling betrekking hebbende taakverdeling;
-
d. wijzigingen in de bestuurssamenstelling;
-
e. wijzigingen in de statuten of het huishoudelijk reglement;
-
f. aan derden uitbestede werkzaamheden;
-
g. structurele knelpunten op het werkveld van de instelling die zich in de uitvoeringspraktijk
hebben voorgedaan;
-
h. het gevoerde overleg en de samenwerking op het werkveld met andere instellingen;
-
i. door de instelling ontvangen klachten en de wijze van afhandeling daarvan;
-
j. tegen de besluiten van de instelling ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en
de wijze van afhandeling daarvan;
-
k. een financieel verslag betreffende de activiteiten waarvoor de instelling is aangewezen.
-
2 Een certificaat voor attractietoestellen als bedoeld in het eerste lid verliest zijn
geldigheidsduur twaalf maanden na de datum van de keuring op grond waarvan het certificaat
is afgegeven, met dien verstande dat, indien buiten toedoen van de toestelhouder niet
tijdig kan worden gekeurd, het certificaat zijn geldigheid behoudt gedurende ten hoogste
vier maanden na afloop van de termijn waarvoor het is afgegeven.
Attractietoestellen die zijn voorzien van een certificaat van goedkeuring, worden
door de aangewezen instelling tevens voorzien van een merk van goedkeuring, bestaande
uit een metalen plaat waarop volgens onderstaand model vermeld: ’GOEDGEKEURD’, de
maand en het jaar van de keuring op grond waarvan het certificaat van goedkeuring
is afgegeven, de naam van de aangewezen instelling en het nummer van het certificaat
van goedkeuring.
schaal 1 : 2
GOEDGEKEURD
maand jaar
naam keuringsinstantie
nr. ......
Het merk van goedkeuring is duurzaam en goed leesbaar en wordt aangebracht op een
duidelijk zichtbare plaats.
-
1 In afwijking van artikel 7 zijn fabrikanten en importeurs van eenvoudige attractietoestellen, aan wie ten gevolge
van de goedkeuring van een het type kenmerkend monster als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het besluit een certificaat van goedkeuring is afgegeven, gedurende de geldigheidsduur van het
voornoemde certificaat, verplicht tot het aanbrengen van een merk van goedkeuring
als bedoeld in artikel 7 op de door hen vervaardigde of geãmporteerde toestellen, die geheel overeenkomstig
het goedgekeurde monster zijn vervaardigd, voordat zij deze toestellen voor het eerst
in het verkeer brengen.
-
2 In afwijking van artikel 7 vermeldt het merk van goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, in plaats van de maand
en het jaar van de keuring, de maand en het jaar waarin het merk op het toestel wordt
aangebracht. Het merk van goedkeuring verliest zijn geldigheidsduur twaalf maanden
na de datum die erop staat vermeld, met dien verstande dat, indien buiten toedoen
van de toestelhouder niet tijdig kan worden gekeurd, het merk zijn geldigheid behoudt
gedurende ten hoogste vier maanden na afloop van de termijn waarvoor het is afgegeven.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels attractie- en speeltoestellen.
Bijlage III. bij artikel 6 van de Nadere regeling attractie- en speeltoestellen
Model certificaat van goedkeuring
Warenwet
certificaat van goedkeuring
afgegeven door naam aangewezen instelling
(aangewezen bij ministeriële beschikking van ..., nr ...)
Certificaat nr. ... Dossier nr. ...
Betreft: ...
Evt. nadere aanduidingen: ...
Eigenaar/houder: ...
Adres eigenaar/houder: ...
Soort toestel: ...
Fabrikant: ...
Jaar van fabrikage: ...
Leverancier: ...
Jaar van leverantie: ...
Datum Keuring: ...
Naam aangewezen instelling, adres aangewezen instelling te plaats verklaart, dat het bovenaangehaalde toestel voldoet aan de vervaardigingsvoorschriften
genoemd in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
Naam aangewezen instelling
Namens het bestuur,
Uitsluitend voor attractietoestellen:
Vorig certificaat nr. ...
d.d. ...
Huidig certificaat afgegeven d.d. ...
Is geldig tot ...