Stb. 2008, 388, datum inwerkingtreding 03-10-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 13-07-2006.
1 Een certificaat van goedkeuring voor een attractie- of speeltoestel komt overeen met
het bij deze regeling als bijlage III gevoegde model.
2 Een certificaat voor attractietoestellen als bedoeld in het eerste lid verliest zijn
geldigheidsduur twaalf maanden na de datum van de keuring op grond waarvan het certificaat
is afgegeven, met dien verstande dat, indien buiten toedoen van de toestelhouder niet
tijdig kan worden gekeurd, het certificaat zijn geldigheid behoudt gedurende ten hoogste
vier maanden na afloop van de termijn waarvoor het is afgegeven.
3 Een certificaat voor speeltoestellen als bedoeld in het eerste lid heeft een onbeperkte
geldigheidsduur.
4 Een eerste certificaat van goedkeuring voor attractietoestellen als bedoeld in artikel
21, eerste lid van het besluit, verliest zijn geldigheidsduur 6 maanden na de datum
van de keuring op grond waarvan het certificaat is afgegeven, indien bij deze keuring
de documenten zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, niet beoordeeld zijn.
5 Een eerste certificaat van goedkeuring voor attractietoestellen als bedoeld in artikel
21, eerste lid van het besluit, verliest zijn geldigheidsduur 18 maanden na de datum
van de keuring op grond waarvan het certificaat is afgegeven, indien de keuring is
aangevraagd vóór 1 januari 2007 en de documenten als bedoeld in artikel 5, tweede
lid, zijn beoordeeld.