a. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren,
gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten, samenstellen,
slopen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen, walsen van metaal (waaronder onder
meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer,
zink en legeringen of composities hiervan) of van metalen voorwerpen, alles in de
ruimste zin van het woord, zoals apparaten, appendages, automaten, automobielen, beelden,
bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bruggen, buizen, capsules, draad,
draadnagels, drijfwerk, elekroden, gaas, gemotoriseerde rijwielen, gereedschappen,
haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels,
kinderwagens, klinknagels, knopen, kroonkurken, machines, matrassen, matrijzen, meters
(o.a. gas-, elektriciteits-, water- en taximeters), meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen,
muziekinstrumenten, onderdelen, ovens, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel,
rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuifhekken, sierhekken, sluitingen,
stempels, stoomketels, tanks, toestellen, tuben, uurwerken, werktuigen (waaronder
mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwmachines, tractoren en -werktuigen)
en zonweringen.