Stb. 2005, 624, datum inwerkingtreding 14-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2004.
Toekenning arbeidsongeschiktheidsuitkering
1 De arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt op aanvraag toegekend.
2 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt de jonggehandicapte schriftelijk
in kennis van de mogelijkheid van het doen van een aanvraag uiterlijk vier maanden
voor de datum waarop het in artikel 6, eerste lid, genoemde tijdvak van 52 weken eindigt.
3 Het tweede lid is niet van toepassing, indien de jonggehandicapte de melding, bedoeld
in artikel 27, eerste lid, niet of niet tijdig heeft gedaan. Indien de jonggehandicapte
deze melding niet tijdig heeft gedaan, geldt de in het tweede lid bedoelde verplichting
voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk drie maanden nadat
de jonggehandicapte de melding heeft gedaan.
4 De jonggehandicapte die in aanmerking wenst te komen voor toekenning van de uitkering,
doet zijn aanvraag binnen negen maanden na aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid.
5 Onverminderd hetgeen in deze wet terzake van herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
is bepaald wordt ten aanzien van personen die na 1 juli 1954 zijn geboren, op een
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald tijdstip door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen bezien of er in verband met wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid
gronden zijn voor herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Het tijdstip kan voor verschillende groepen van personen verschillend worden vastgesteld.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de eerste zin niet van toepassing
is op bepaalde groepen van personen.
6 Een aanvraag is tijdig ingediend, indien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, niet heeft gedaan dan wel indien bij een
latere kennisgeving dan bedoeld in het tweede lid de aanvraag wordt ingediend binnen
vier weken nadat deze kennisgeving is ontvangen.
7 Indien de toepassing van het vierde lid zou leiden tot kennelijke hardheid, is het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd de uitkering ambtshalve toe te
kennen.