Besluit van 20 mei 1997, houdende regelen inzake tuchtrechtspraak en maatregelen wegens
ongeschiktheid (Tuchtrechtbesluit BIG)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 juli
1996, nr. CSZ/BenO-966209, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
Gelet op de artikelen 52, 53, eerste lid, 54, tweede lid, 65, tweede lid, 70, vierde lid, 73, tweede lid, 79, derde lid, 83, dertiende lid, 84, derde en zesde lid, en 94 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
De Raad van State gehoord (advies van 19 november 1996, no. W13.96.0306)
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
29 april 1997, CSZ/BenO-976120, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: