Wijziging machtigingsregeling Directie Visserij

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-09-2010 en zichtdatum 17-12-2024.
Geldend van 15-06-1997 t/m 25-04-2004

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 Ir. P. A. M. Kleemans, Directeur Visserij, is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de volgende aangelegenheden:

    • a. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 2, zesde lid, 3, vijfde lid, van de Regeling vangstbeperking;

    • b. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid, 13, tiende lid, 14, eerste lid, derde en zevende lid, 15, eerste, derde en vierde lid, 16, eerste en negende lid, 18, eerste lid, 19, eerste lid, 20, eerste lid, 21 tweede en derde lid, 22, eerste en tweede lid, 23, 25, eerste en tweede lid, van de Regeling contingentering zeevis;

    • c. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 3, derde lid, 4, 5, tweede lid, 6, eerste, derde en vierde lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en tweede lid, 10, eerste, vijfde en zesde lid en 11 van de Zeedagenregeling 1997;

    • d. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 3, 4, tweede lid, 5, eerste, tweede, derde en zevende lid, 5a, eerste lid, 5b, eerste lid, 6, tweede lid, en 7a van de Regeling visserijlicentie;

    • e. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 2 en 6, eerste lid, van de Bijdrage-regeling verbetering beroepsbinnenvisserij;

    • f. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren, voorzover betrekking hebbend op garnalenvisserij (artikel 7), sleepnetvisserij in de Oosterschelde (artikel 5), voorzover geen betrekking hebbend op vrijstelling;

    • g. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 7a, tweede en derde lid en 10 van de Regeling technische maatregelen;

    • h. de beslissingen, bedoeld in artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

    • i. het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Visserijwet 1963, voorzover betrekking hebbend op garnalenvisserij en sleep-netvisserij in de Oosterschelde;

    • j. de beslissingen, bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, van het Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964;

    • k. het aangaan van huurovereenkomsten voor bedrijfsvaartuigen en andere huurovereenkomsten welke ten dienste zijn van de afdeling rederij;

    • l. het aangaan van hulp- en bergingsovereenkomsten ten behoeve van schepen van de afdeling rederij;

    • m. het verlenen van toestemming tot hulpverlening of berging;

    • n. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de directie betreffende, voorzover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

    voor deze:

    De Directeur Visserij,’.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 Bij verhindering van de directeur is mevrouw drs. M. A. J. Vaes, plaatsvervangend Directeur Visserij, mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de in artikel 1, eerste lid, bedoelde aangelegenheden.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

    voor deze:

    De plv. Directeur Visserij,’.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 De heer N. J. de Niet, Hoofd Algemene Zaken van de directie Visserij, en de heer J. W. Groen, hoofd van de afdeling rederij van de directie Visserij, is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de in artikel 1, eerste lid, onderdelen k, l en m bedoelde aangelegenheden.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

    voor deze:

    Het Hoofd Algemene Zaken van de Directie Visserij,’

    respectievelijk:

    ’De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

    voor deze:

    Het Hoofd Afdeling Rederij van de Directie Visserij,’.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 De heer P. Roos, hoofd van de Afdeling Regelingen Zeevisserij van de directie Visserij, is mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. de beslissingen, bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, van het Registra-tiebesluit vissersvaartuigen 1964;

    • b. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, 5, eerste, tweede, derde en zevende lid, 5a, eerste lid, 6, tweede lid, van de Regeling visserijlicentie;

    • c. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, 12, eerste lid, 13, tiende lid, 14, eerste, derde en zevende lid, 15, eerste, derde en vierde lid, 18, eerste lid, 19, eerste lid, 20, eerste lid, 21, tweede en derde lid en 25, tweede lid, van de Regeling contingentering zeevis;

    • d. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, voorzover betrekking hebbend op de garnalenvisserij (artikel 7), voorzover geen betrekking hebbend op vrijstelling;

    • e. de beslissingen, bedoeld in de artikelen 3, derde lid, 6, eerste, derde en vierde lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en tweede lid, van de Zeedagenregeling 1997.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

    voor deze:

    Het Hoofd Afdeling Regelingen Zeevisserij’.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

De machtigingen neergelegd in het besluit van 22 mei 1996, No. J. 965090 vervallen. De machtigingen, neergelegd in het besluit van 28 oktober 1991, No. P 91-13314 blijven van kracht.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

Deze machtigingsbeschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.