Wet van 12 juni 1997 tot wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en
van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto's
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de tariefstructuur van
de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto's te herzien met het oog op de richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (PbEG L 279) betreffende de toepassing door de Lid-Staten van de belastingen op sommige
voor het goederenvervoer over de weg gebruikte voertuigen en van de voor het gebruik
van sommige infrastructuurvoorzieningen geheven tolgelden en gebruiksrechten, en in
dat kader het stelsel van heffing van de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto's
alsmede enkele andere wetten te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: