Kaderwet SZW-subsidies

Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2012 en zichtdatum 19-12-2024.
Geldend van 05-11-2012 t/m 30-06-2013

Wet van 19 juni 1997, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kaderwet SZW-subsidies)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt een wettelijk kader te scheppen voor de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of Onze Minister die belast is met de zorg voor een of meer onderdelen van het beleid, genoemd in artikel 2.

  • 2 Deze wet is van toepassing op de verstrekking van subsidie door Onze Minister, behoudens indien die subsidie wordt verstrekt krachtens een andere wet.

Artikel 2

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten welke passen in:

  • a. het werkgelegenheidsbeleid en het arbeidsmarktbeleid;

  • b. het arbeidsomstandighedenbeleid;

  • c. het arbeidsverhoudingenbeleid;

  • d. het inkomensbeleid;

  • e. het sociale zekerheidsbeleid;

  • f. het kinderopvangbeleid.

Terugwerkende kracht

Stb. 2013, 261, datum inwerkingtreding 01-07-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-11-2012.

Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten welke passen in:

  • a. het werkgelegenheidsbeleid en het arbeidsmarktbeleid;

  • b. het arbeidsomstandighedenbeleid;

  • c. het arbeidsverhoudingenbeleid;

  • d. het inkomensbeleid;

  • e. het sociale zekerheidsbeleid;

  • f. het kinderopvangbeleid;

  • g. het inburgeringsbeleid en het integratiebeleid.

Artikel 3

  • 1 Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister terzake van de verstrekking van subsidie regels worden gesteld met betrekking tot:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en wie daarvoor in aanmerking komt;

    • b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

    • c. de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;

    • d. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

    • e. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;

    • f. de vaststelling van de subsidie;

    • g. intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    • h. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

    • i. andere criteria voor de verstrekking van subsidie.

  • 3 In afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is titel 4.2 van die wet van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid, die uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.

  • 4 Onze Minister kan bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van subsidieverstrekking op grond van deze wet gebruik maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, van het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen met het oog op rapportage over en evaluatie van de besteding van subsidie.

  • 5 De subsidie-ontvanger vermeldt bij het verstrekken van persoonsgegevens aan Onze Minister in verband met de besteding van subsidie het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer van de persoon op wie de persoonsgegevens betrekking hebben.

Artikel 4

Onze Minister verstrekt slechts subsidie op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3, tenzij het een subsidie betreft:

Artikel 5

Onze Minister stelt een subsidieplafond vast voor de verschillende activiteiten waarvoor op grond van deze wet subsidie kan worden verstrekt en bepaalt daarbij hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld, tenzij Onze Minister van Financiën heeft ingestemd met het achterwege laten daarvan.

Artikel 6

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7

  • 1 Een aanvraag kan worden afgewezen en een beschikking tot subsidieverstrekking op grond van deze wet kan worden ingetrokken of gewijzigd voorzover subsidieverstrekking in strijd zou zijn respectievelijk in strijd is met ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichtingen.

  • 2 Bij de intrekking of wijziging kan worden bepaald, dat over onverschuldigd betaalde subsidiebedragen een rentevergoeding verschuldigd is.

  • 3 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 8

  • 1 Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen. Van dat besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

  • 2 Aan subsidies op grond van deze wet is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 9

Deze wet is, met uitzondering van artikel 3, derde lid, van overeenkomstige toepassing op spoedeisende, tijdelijke verstrekking door Onze Minister van aanspraken op financiële middelen, niet zijnde subsidies, behoudens indien die aanspraak wordt verstrekt krachtens een andere wet.

Artikel 10

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 juni 1997

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de tiende juli 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager