Wet van 5 juli 1997, houdende regels inzake instelling van een college voor de post-
en telecommunicatiemarkt (Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatie autoriteit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, teneinde de onafhankelijkheid
van de uitvoering van bepaalde overheidstaken op het gebied van post en telecommunicatie
te waarborgen, deze taken op te dragen aan een bij wet in te stellen zelfstandig bestuursorgaan;
dat de uitoefening van deze taken geschiedt in het belang van de doelmatige verzorging
van post en telecommunicatie en de daartoe tot stand te brengen mededinging in de
post- en telecommunicatiesector;
dat deze taken met name betreffen het houden van toezicht op de naleving van specifieke
bepalingen van de Postwet, de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en de Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur alsmede het geven van specifieke beschikkingen op grond van die wetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: