Regeling gebruik hormonen en ß-agonisten
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op richtlijn 96/22/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 betreffende het verbod
op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van
bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking
van de richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG L 125), richtlijn 96/23/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen
ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten
daarvan en tot intrekking van de richtlijn 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG, alsmede verordening nr. 805/68/EEG van de raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1968, houdende een gemeenschappelijke
ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 148), alsmede op de artikelen 15, 19, 27 en 28 van de Landbouwwet en de artikelen 29 en 40, eerste, tweede, derde en vierde lid, Diergeneesmiddelenwet en de artikelen 3 en 6 van het Besluit verboden stoffen Diergeneesmiddelenwet;