Warenwetregeling sterkte-eisen frisdrankflessen

[Regeling treedt (deels) in werking per 24-07-1997.]
Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1994 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Warenwetregeling sterkte-eisen frisdrankflessen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 8, tweede lid, van het Warenwetbesluit drukverpakkingen;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. fles:

    een glazen fles als verpakking voor een koolzuurhoudende drinkwaar;

    b. beschermde fles:

    een fles, voorzien van een blijvende, op de buitenzijde ervan aangebrachte bescherming van kunststof;

    c. ommantelde fles:

    een fles, voorzien van een losse mantel van een ander materiaal dan glas, welke een functionele eenheid vormt met deze fles en deze ten minste van de bodem tot en met het begin van de schouder strak omsluit, zodanig dat bij omvallen het onbeschermde glazen halsgedeelte het grondvlak niet raakt.

  • 2 Op verzoek van de belanghebbende worden bij ministeriële regeling, normen aangewezen die gelijkwaardig zijn aan het in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 bepaalde.

Artikel 2

  • 1 Een fles met een strijkvolle inhoud van 700 ml of meer bij 200 C moet gemeten bij 200C een wanddikte hebben van ten minste 2,0 mm.

  • 2 Een beschermde fles moet zodanig zijn, dat bij een val zoals omschreven in de bij deze regeling gevoegde bijlage I, het totale gewicht van de delen van de beschermde fles, verzameld binnen de in de bijlage I genoemde metalen band, ten minste 95% bedraagt van het oorspronkelijke gewicht van de beschermde fles.

  • 3 Een ommantelde fles met een strijkvolle inhoud van 700 ml of meer bij 200 C moet, gemeten bij 2200 C, een wanddikte hebben van ten minste 1,0 mm.

  • 4 Een ommantelde fles moet zodanig zijn dat bij stootproeven zoals omschreven in de bij dit besluit gevoegde bijlage II, de stootimpuls van de hamer nodig voor breuk van de fles ten minste 2,00 kgm/s bedraagt.

Artikel 3

In een fles met een strijkvolle inhoud van 700 ml of meer bij 200 C, alsmede in een beschermde fles of een ommantelde fles, elk der typen flessen gevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag de kopruimte, gemeten bij 200 C ten hoogste 4,9% bedragen van het volume van de in de fles, beschermde fles of ommantelde fles aanwezige waar.

Artikel 4

  • 1 In een fles met een strijkvolle inhoud van 700 ml of meer bij 200 C die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag gemeten bij 200 C, een koolzuurdruk aanwezig zijn, die niet meer bedraagt dan 196 kPa (2,00 at)(overdruk).

  • 2 In een beschermde fles of een ommantelde fles die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag, gemeten bij 200 C, een koolzuurdruk aanwezig zijn, die niet meer bedraagt dan 392 kPa (4,00 at)(overdruk).

Artikel 5

  • 1 In een fles met een strijkvolle inhoud van 700 ml of meer bij 200 C die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag, gemeten bij 200 C, de daarin aanwezige koolzuurdruk hoger zijn dan in artikel 4 aangegeven, doch niet meer bedragen dan:

    • -

      221 kPa (2,25 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan weerstaan van ten minste 736 kPa (7,50 at)(overdruk);

    • -

      245 kPa (2,50 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 785 kPa (8,00 at)(overdruk);

    • -

      270 kPa (2,75 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 834 kPa (8,50 at)(overdruk);

    • -

      294 kPa (3,00 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 883 kPa (9,00 at)(overdruk);

    • -

      319 kPa (3,25 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 956 kPa (9,75 at)(overdruk);

    • -

      368 kPa (3,75 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 1103 kPa (11,25 at)(overdruk);

    • -

      392 kPa (4,00 at) overdruk indien de fles gedurende 1 minuut een inwendige druk kan doorstaan van ten minste 1177 kPa (12,00 at)(overdruk);

  • 2 Een beschermde fles of een ommantelde fles die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, moet, gemeten bij 200 C, gedurende 1 minuut een inwendige druk kunnen doorstaan van 1177 kPa (12,00 at) overdruk.

Artikel 6

  • 1 In een fles die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, waarin een koolzuurdruk aanwezig is die gemeten bij 200 C meer bedraagt dan 196 kPa (2,00 at)(overdruk) mag de strijkvolle inhoud niet groter zijn dan 1100 ml.

  • 2 In een beschermde fles die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag de strijkvolle inhoud niet groter zijn dan 2100 ml.

  • 3 In een ommantelde fles die is afgevuld met een waar als bedoeld in artikel 1, onder a, mag de strijkvolle inhoud niet groter zijn dan 1100 ml.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling sterkte-eisen frisdrankflessen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Erica Terpstra

Bijlage I. bij artikel 2, tweede lid van de Warenwetregeling sterkte-eisen frisdrankflessen

Bepaling scherfwerking

1. Principe van de methode

Een beschermde fles, gevuld met koolzuurhoudende vloeistof en goed gesloten, laat men onder voorgeschreven omstandigheden op een betonnen plaat vallen, waarna het gewichtspercentage scherven binnen een cirkel bepaald wordt.

2. Apparatuur

  • 2.1 Valapparatuur, waarmee de beschermde fles in horizontale positie vastgehouden kan worden, en dat voorzien is van een vrijmaak-techniek, waardoor de fles momentaan kan worden losgelaten zonder dat de vrije val van de fles beïnvloed wordt.

  • 2.2 Een plaat massief beton met een vlak en horizontaal oppervlak (het trefvlak), waarvan de diagonaal tenminste gelijk moet zijn aan de lengte van de fles, en waarvan de dikte tenminste 7 cm moet bedragen. De plaat moet op een horizontaal vlak worden geplaatst in het midden van een cirkelvormige band als beschreven onder 2.3.

    Het beton moet voldoen aan de specificaties van het normalisatieblad NEN-EN 1339:2003, uitgegeven door het Nederlandse Normalisatie-instituut.

  • 2.3 Een cirkelvormige metalen band met een doorsnede van 200 cm en een zodanige hoogte, dat de bovenkant van de band zich op dezelfde hoogte bevindt als het trefvlak.

  • 2.4 Een balans met voldoende bereik en een nauwkeurigheid van tenminste 1 gram.

  • 2.5 Een of meer thermostatische kasten, waarvan de temperatuur instelbaar is op het traject 00 C - 50 C, respectievelijk 200 C - 250 C.

  • 2.6 Schudmachine op ultrasoonbad.

  • 2.7 Droogkast.

3. Werkwijze

  • 3.1 Plaats de met een koolzuurhoudende vloeistof gevulde en gesloten beschermde fles zó lang in de gethermostatiseerde kast tot in de fles een temperatuur is bereikt, gelegen tussen 200 C en 250 C. Dit dient gecontroleerd te worden met behulp van een fles met water, waarin een thermometer aanwezig is en waarvan het water een begintemperatuur heeft van circa 00 C geplaatst in dezelfde kast als waarin het monster zich bevindt.

  • 3.2 Plaats vervolgens de fles zó lang in de schudmachine of in het ultrasoonbad tot de evenwichtsdruk in de fles is bereikt; de temperatuur van de vloeistof dient hierbij 200 - 250 C te blijven.

  • 3.3 Zet daarna de fles zodanig vast in het valapparaat, dat de lengteas ervan evenwijdig is aan het trefvlak van de betonplaat en dat de verticale projectie van de fles op het trefvlak niet buiten de betonplaat uitsteekt en dat de afstand tussen het trefvlak en het laagste punt van de fles 75 cm bedraagt.

  • 3.4 Laat door middel van het vrijmaakmechaniek de fles vallen op de betonplaat.

  • 3.5 Verzamel afzonderlijk de delen van de fles binnen en buiten de metalen banden houd de twee groepen gescheiden, reinig de delen door spoelen met warm water en droog deze vervolgens in de droogkast.

  • 3.6 Weeg afzonderlijk de beide groepen flesdelen en noem het totaal gewicht van de flesdelen, gevallen binnen de ring Pi, en dat van de flesdelen, gevallen buiten de ring Pu.

  • 3.7 Bereken de scherf-retentie als

    Pi

    X 100%

    Pi + Pu

4.

Herhaal de proef met een andere fles van hetzelfde monster bij een temperatuur, gelegen tussen 00 C en 50 C.

Bijlage II. bij artikel 2, vierde lid, van de Warenwetregeling Sterkte-eisen frisdrankflessen.

Bepaling weerstand tegen stoten

1. Principe van de methode

Op een ommantelde fles, gevuld met koolzuurhoudende vloeistof en goed gesloten, voert men op de voorgeschreven wijze hamerproeven uit en bepaalt men of de fles daartegen bestand is.

2. Apparatuur

De hamerproeven worden uitgevoerd met een valhamerapparaat bestaande uit een hamer gemonteerd op een arm die vanuit verschillende hoeken losgelaten kan worden, en waarmee de hamer een bepaalde stootimpuls gegeven kan worden. De stoothoogte en de plaats van stoten van de fleswand rondom zijn instelbaar, de fles wordt vrij opgesteld.

De hamer met een massa van 1 kg. dient een stalen stootgedeelte te bezitten met een afrondingsstraal van 20 mm.

3. Werkwijze

  • 3.1 Plaats de bemonsterde, voor de verkoop bestemde en met een koolzuurhoudende drinkwaar gevulde ommantelde fles op het draaiplateau van het valhamerapparaat, nadat de inhoud op een temperatuur van 200 C is gebracht en door schudden de evenwichtsdruk is bereikt.

  • 3.2 Stel de hoogte waarop de hamer de fleswand treft zodanig in dat deze samenvalt met de overgang van het lijf naar het begin van de schouder.

  • 3.3 Stel de hoek van waaruit de hamer valt zodanig in dat de stootimpuls precies 2,00 kgm/s is.

  • 3.4 Hamer op drie plaatsen langs de omtrek die op een afstand van 1/3- van de omtrek van elkaar liggen, waarbij een plaats een van de naden van de fles is.