Subsidieregeling fokverbod varkens 1997

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-12-2006.
Geldend van 22-09-1997 t/m 23-01-2004

Subsidieregeling fokverbod varkens 1997

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 413/97 van de Commissie van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland (PbEG L 62)

Gelet op de artikelen 15, 19, 27 en 28 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

de minister:

de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

fokverbod:

verbod om zeugen te insemineren of te laten bevruchten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling fokverbod varkens I 1997 en artikel 1, eerste lid, van de Regeling fokverbod varkens II 1997;

varkenshouder:

hij die bedrijfsmatig varkens houdt en voor wie een fokverbod van kracht is of is geweest;

aanvrager:

varkenshouder die de in deze regeling bedoelde subsidie heeft aangevraagd;

LASER:

Dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

AID:

Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

verordening 3887/92:

Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PbEG L 391);

verordening 413/97:

Verordening (EG) nr. 413/97 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland (PbEG L 62).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

LASER is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Aan aanvragers wordt door de minister, onder voorbehoud van goedkeuring van deze regeling door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, de subsidie, bedoeld in artikel 4 bis van verordening 413/97, verstrekt, mits aan de verplichtingen van het tweede lid van voornoemd artikel en van deze regeling is voldaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De subsidie kan slechts worden verstrekt voor zeugen:

  • a. die bij de inwerkingtreding van het op hen betrekking hebbende fokverbod ten minste 8 maanden oud zijn;

  • b. die bestemd zijn voor de voortbrenging van varkens;

  • c. waarvoor over de periode waarvoor ingevolge artikel 4 bis van verordening 413/97 subsidie kan worden verstrekt of een plicht geldt om zeugen op het bedrijf van de aanvrager aan te houden, geen aanspraak is of wordt gemaakt op subsidie in verband met de overname van varkens in het kader van artikel 1 van verordening 413/97, dan wel in verband met enige andere voorziening waarbij van overheidswege zeugen om welzijnsredenen worden overgenomen, tenzij de overname van de betrokken varkens het gevolg is van omstandigheden die de aanvrager niet heeft kunnen voorkomen;

  • d. die sedert de in onderdeel a bedoelde datum overeenkomstig de Vero-rdening identificatie en registratie varkens 1995 (Landbouwschap) zijn voorzien van een oormerk of een tatouagenummer, en

  • e. die voorzien zijn van een door LASER verstrekt oormerk waarop een individueel registratienummer is vermeld en dat uiterlijk de derde werkdag na verstrekking van het oormerk is aangebracht.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De aanvraag wordt ingediend bij LASER.

  • 2 De aanvraag wordt ten laatste ontvangen op de vijftiende werkdag na die van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Voor de aanvraag of mededelingen in het kader van deze regeling maakt de aanvrager gebruik van een daartoe door LASER vastgesteld formulier dat door de aanvrager volledig en naar waarheid wordt ingevuld, ondertekend en gedagtekend.

  • 2 Bij de indiening van een formulier als bedoeld in het eerste lid legt de aanvrager alle bewijsstukken over ten aanzien waarvan zulks wordt verlangd.

  • 3 De aanvrager is verplicht degene die belast is met de uitvoering van of het toezicht op deze regeling op diens verzoek alle door de laatstbedoelde persoon relevant geachte nadere inlichtingen terstond en naar waarheid te verstrekken.

  • 4 De aanvrager is verplicht degene die belast is met de uitvoering van of het toezicht op deze regeling overigens alle medewerking te verlenen, welke de laatstbedoelde persoon nodig acht voor de vervulling van zijn taak.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De aanvrager deelt elke vermindering van het aantal zeugen waarvoor subsidie is aangevraagd, mede aan LASER door middel van een formulier als bedoeld in artikel 6.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde mededeling wordt ten laatste ontvangen op de tiende werkdag volgend op de dag van de vermindering.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De aanvrager verleent in het kader van de aanvraag op grond van de onderhavige regeling toestemming aan de Gezondheidsdienst voor Dieren om aan LASER dan wel aan de bevoegde ambtenaar van de AID gegevens te verstrekken uit de door de Gezond- heidsdienst voor Dieren beheerde identificatie- en registratiebestand die LASER dan wel de bevoegde ambtenaar van de AID voor de uitoefening van hun taak ingevolge deze regeling behoeven.

  • 2 De aanvrager verleent LASER en de AID toestemming tot het gebruik van de voor de toepassing van deze regeling relevante gegevens, die in het kader van de landbouwtellingen bij LASER voorhanden zijn.

  • 3 De aanvrager houdt op zijn bedrijf een administratie bij overeenkomstig de aanwijzingen terzake van LASER.

  • 4 Voorts bewaart de aanvrager bij de administratie alle door LASER voorgeschreven bewijsstukken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De minister geeft een beschikking tot subsidieverstrekking.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Behoudens overmacht leidt een te late indiening van de aanvraag, bedoeld in artikel 5, tot een verlaging van de subsidie met 1% per werkdag waarmee de indieningstermijn is overschreden.

  • 2 Bij een overschrijding van de indieningstermijn, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van meer dan 25 dagen wordt geen subsidie verstrekt.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Indien wordt vastgesteld dat het aantal in de aanvraag opgegeven zeugen groter is dan het aantal bij de controle geconstateerde zeugen, wordt de subsidie berekend op basis van het aantal geconstateerde zeugen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de subsidie tevens berekend over het aantal opgegeven zeugen dat zich ten gevolge van natuurlijke omstandigheden of overmacht als bedoeld in artikel 10, vijfde lid, onderscheidenlijk 11 van verordenng 3887/92 niet meer op het bedrijf van de aanvrager bevindt, mits de vermindering overeenkomstig artikel 7, onderscheidenlijk 12 is gemeld, met dien verstande dat de subsidie over deze zeugen wordt berekend over de periode gedurende waarin de zeugen daadwerkelijk zijn aangehouden.

  • 3 Onverminderd het eerste lid en indien het in de aanvraag opgegeven aantal zeugen ten hoogste 20 bedraagt en het verschil tussen het aantal opgegeven zeugen en het aantal geconstateerde zeugen:

    • a. niet groter is dan 2 zeugen, wordt de subsidie verlaagd met het percentage dat de verhouding van dit verschil ten opzichte van het aantal opgegeven zeugen weergeeft;

    • b. niet groter is dan 4 zeugen, wordt de subsidie verlaagd met het dubbele percentage dat de verhouding van dit verschil ten opzichte van het aantal opgegeven zeugen weergeeft;

    • c. groter is dan 4 zeugen, wordt geen subsidie verstrekt.

  • 4 Indien het in de aanvraag opgegeven aantal zeugen meer dan 20 bedraagt en het verschil tussen het aantal opgegeven zeugen en het aantal geconstateerde zeugen:

    • a. niet groter is dan 5% van het aantal geconstateerde zeugen, wordt de subsidie verlaagd met het percentage dat de verhouding van dit verschil ten opzichte van het aantal geconstateerde zeugen weergeeft;

    • b. groter is dan 5% doch ten hoogste 20% van het aantal geconstateerde zeugen, wordt de subsidie verlaagd met het dubbele percentage dat de verhouding van dit verschil ten opzichte van het aantal geconstateerde zeugen weergeeft;

    • c. groter is dan 20 % van het aantal geconstateerde zeugen, wordt geen subsidie verstrekt.

  • 5 Het derde en vierde lid vinden geen toepassing voor zover sprake is van een vermindering als bedoeld in het tweede lid, mits die overeenkomstig artikel 7, onderscheidenlijk 12 is gemeld.

  • 6 Indien de in dit artikel bedoelde verschillen verband houden met een onjuiste aangifte die de aanvrager opzettelijk of door grove nalatigheid heeft gedaan, wordt de aanvrager van deelname aan deze regeling uitgesloten.

  • 7 Behoudens gevallen van overmacht wordt aan de aanvrager geen subsidie verstrekt indien een controle ter plaatse door toedoen van de aanvrager niet kan plaats vinden of indien de aanvrager het voor hem van toepassing zijnde fokverbod heeft overtreden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Indien de aanvrager één of meer verplichtingen als bedoeld in artikel 4 bis van verordening 413/97 of van deze regeling niet kan nakomen wegens overmacht als bedoeld in artikel 11 van Verordening 3887/92, ontvangt LASER binnen tien werkdagen vanaf het tijdstip waarop dit voor de aanvrager mogelijk is, hiervan schriftelijk bericht.

  • 2 De aanvrager voegt bij de berichtgeving, bedoeld in het eerste lid, bewijsstukken bij ter ondersteuning van zijn beroep op overmacht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De uitbetaling van de subsidie geschiedt maandelijks, te beginnen op zijn vroegst zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het fokverbod.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De subsidie-ontvanger betaalt over de onverschuldigd verstrekte subsidie de wettelijke rente, tenzij de onverschuldigde verstrekking van de subsidie te wijten is aan de minister.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 september 1997.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling fokverbod varkens 1997.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 september 1997

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen