Zorgindicatiebesluit

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2003 en zichtdatum 01-04-2003.
Geldend van 01-04-2003 t/m 15-04-2004

Besluit van 2 oktober 1997, houdende regels met betrekking tot het werkterrein, de samenstelling en werkwijze van indicatieorganen (Zorgindicatiebesluit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 juli 1997, kenmerk DBO/PBO/971311;

Gelet op de artikelen 9a, eerste en tweede lid, 9b, tweede lid, en artikel 11 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, en artikel 60, tweede en derde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;

De Raad van State gehoord (advies van 24 september 1997, nr. W.13.97.0470);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 september 1997, kenmerk DBO 97975;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als vormen van zorg als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de AWBZ worden aangewezen de vormen van zorg, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 10 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, met uitzondering van:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het indicatieorgaan wordt, voor zover het betreft opneming en verder verblijf in een verpleeg- of zwakzinnigeninrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, aangewezen als commissie als bedoeld in artikel 60, derde lid, van die wet.

Paragraaf 2. Samenstelling indicatieorgaan

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het indicatieorgaan bestaat uit ten minste vijf leden.

  • 2 De in het werkgebied van het indicatieorgaan werkzame patiënten- en consumentenorganisaties worden in de gelegenheid gesteld ten minste een persoon aan te wijzen als lid van het indicatieorgaan.

  • 3 De gemeente of gemeenten die in het werkgebied van het indicatieorgaan gelegen zijn, wijzen een persoon aan als lid van het indicatieorgaan.

Paragraaf 3. De aanvraag om een indicatiebesluit

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een indicatiebesluit kan zowel schriftelijk als mondeling worden aangevraagd.

  • 2 Bij of onmiddellijk na het indienen van de aanvraag gaat het indicatieorgaan na of de zorgvrager toestemming geeft tot het zonodig raadplegen van behandelende beroepsbeoefenaren en het gebruik maken van bij hen aanwezige medische gegevens, en het maakt hier schriftelijk melding van.

  • 3 Indien de aanvraag door een vertegenwoordiger van de zorgvrager wordt gedaan, wordt nagegaan wat de reden daarvan is en wordt die reden schriftelijk vermeld.

  • 4 Het indicatieorgaan tekent onverwijld de datum van ontvangst van de aanvraag aan.

  • 5 Het indicatieorgaan zendt de aanvrager een bewijs van ontvangst, waarin die datum is vermeld.

Paragraaf 4. Het onderzoek

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Voor zover dit voor het nemen van een indicatiebesluit van belang is, wordt onderzoek verricht naar:

  • a. de algemene gezondheidstoestand van de zorgvrager;

  • b. de beperkingen die de zorgvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem;

  • c. de woning en de woonomgeving van de zorgvrager;

  • d. het psychisch en sociaal functioneren van de zorgvrager;

  • e. de sociale omstandigheden van de zorgvrager;

  • f. de aard en de omvang van de aan de zorgvrager geboden professionele en niet-professionele hulp en zorg en de mogelijkheden tot continuering en uitbreiding daarvan.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Bij het onderzoek wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gegevens die bij de aanvraag zijn gevoegd of tijdens het onderzoek ter beschikking zijn gesteld.

  • 2 Indien daartoe aanleiding bestaat, worden de behandelende beroepsbeoefenaren van de zorgvrager tijdens het onderzoek geraadpleegd.

  • 3 Het gebruik maken van gegevens als bedoeld in het eerste lid en het raadplegen van behandelende beroepsbeoefenaren als bedoeld in het tweede lid geschiedt slechts met toestemming van de zorgvrager.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het onderzoek wordt verricht door personen dan wel organisaties die over voldoende deskundigheid beschikken om de aanvraag om een indicatiebesluit te kunnen beoordelen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien uit de aanvraag blijkt dat de zorgvrager langdurig verblijf of langdurige intensieve zorg thuis wenst, dan wel na het indienen van de aanvraag blijkt dat redelijkerwijs te verwachten is dat een indicatiebesluit zal worden genomen, waaruit blijkt dat een zorgvrager voor zodanig verblijf of zodanige zorg in aanmerking komt, wordt de aanvraag onderzocht door een team van deskundigen.

  • 2 In een team als bedoeld in het eerste lid is, voor zover dat voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan zijn, deskundigheid aanwezig op de terreinen van de zorg, bedoeld in artikel 2, alsmede op de terreinen van woningaanpassing en voorzieningen die op grond van de Welzijnswet 1994 en de Wet voorzieningen gehandicapten verstrekt kunnen worden.

  • 3 Indien uit de aanvraag tevens blijkt dat de zorgvrager zorg wenst als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 10 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in verband met een handicap of een psychiatrische aandoening of indien na het indienen van de aanvraag blijkt dat een zorgvrager voor zodanige zorg in aanmerking komt, wordt in afwijking van het eerste en tweede lid de aanvraag onderzocht door de op grond van artikel 9a, eerste lid, aangewezen instelling.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Onze Minister wijst op aanvraag een landelijk werkende rechtspersoon aan die beschikt over specifieke deskundigheid op het gebied van zorg als bedoeld in artikel 2 en die tot doel heeft:

    • a. het adviseren van alle in Nederland werkzame indicatieorganen over aanvragen als bedoeld in artikel 9, derde lid, alsmede, op verzoek van het indicatieorgaan, over andere aanvragen;

    • b. het adviseren van alle in Nederland werkzame indicatieorganen en gemeenten over de werkwijze van indicatieorganen; en

    • c. op verzoek van Onze Minister rapporteren over de wijze waarop de indicatieorganen indiceren.

  • 2 Onze Minister kan de aanwijzing intrekken indien de betrokken rechtspersoon:

    • a. haar taak de indicatieorganen kosteloos te adviseren over aanvragen als bedoeld in artikel 9, derde lid, niet naar behoren vervult;

    • b. daarom verzoekt.

Paragraaf 5. Protocollen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Onze Minister kan beleidsregels stellen over de wijze waarop het indicatieorgaan zijn activiteiten uitvoert.

Paragraaf 6. Het indicatiebesluit

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het indicatieorgaan stelt binnen zes weken nadat de aanvraag is ingediend een indicatiebesluit vast.

  • 2 In afwijking van het eerste lid stelt het indicatieorgaan in situaties waarin spoedige verlening van zorg redelijkerwijs noodzakelijk is, binnen twee weken nadat de aanvraag is ingediend, een indicatiebesluit vast.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien een zorgvrager op een vorm van zorg of op vormen van zorg is aangewezen, worden in het indicatiebesluit aangegeven:

    • a. de vorm van zorg of vormen van zorg, bedoeld in artikel 2, waarop de zorgvrager is aangewezen;

    • b. de klasse van de vorm of vormen van zorg waarop de zorgvrager is aangewezen; en

    • c. de aandoening, beperking of handicap of het probleem als gevolg waarvan de verzekerde op de vorm van zorg of vormen van zorg is aangewezen.

  • 2 In het indicatiebesluit wordt aangegeven met ingang van welke datum de zorgvrager op de geïndiceerde vorm van zorg of vormen van zorg is aangewezen.

  • 3 Indien een indicatieorgaan van mening is dat andere professionele zorg dan de zorg, bedoeld in artikel 2, noodzakelijk, dan wel mede noodzakelijk is, geeft het indicatieorgaan daarover zo mogelijk advies.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In het indicatiebesluit wordt de geldigheidsduur ervan vermeld.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels over de geldigheidsduur van indicatiebesluiten worden gesteld.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Een uitvoeringsorgaan kan in situaties waarin onmiddelijke verlening van zorg als bedoeld in artikel 2 redelijkerwijs noodzakelijk is, besluiten dat een verzekerde zijn aanspraak op zorg gedurende ten hoogste twee weken tot gelding kan brengen, zonder dat hij beschikt over een indicatiebesluit, waaruit blijkt dat hij op zodanige zorg is aangewezen.

Artikel 16a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het indicatieorgaan draagt er zorg voor dat gedurende de geldigheid van het indicatiebesluit de gegevens die aan het indicatiebesluit ten grondslag hebben gelegen, worden bewaard en houdt de gegevens die voor een mogelijk nieuw indicatiebesluit van belang zijn, zoals naam, adres, woonplaats of verblijfplaats, burgerlijke staat en wettelijke vertegenwoordiging, zo veel mogelijk actueel.

Paragraaf 7. Bijzondere bepalingen in verband met de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Voordat het indicatieorgaan een indicatiebesluit neemt, waaruit blijkt dat opneming en verder verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 3 noodzakelijk wordt geoordeeld, wordt de zorgvrager, tenzij gebleken is dat hij de nodige bereidheid bezit tot zodanige opneming en verder verblijf, schriftelijk en mondeling medegedeeld dat hij bedenkingen kan inbrengen tegen zodanige opneming en verder verblijf.

  • 2 Indien een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt genomen, wordt, tenzij gebleken is dat de zorgvrager de nodige bereidheid bezit tot zodanige opneming en verder verblijf, in dat besluit melding gemaakt van:

    • a. de aard van de stoornis van de geestvermogens;

    • b. de omstandigheden die meebrengen dat hij zich ten gevolge van die stoornis niet buiten een een inrichting als bedoeld in artikel 3 kan handhaven;

    • c. de wijze waarop aan hem is meegedeeld dat hij bedenkingen kan inbrengen tegen zodanige opneming en verder verblijf en diens reactie daarop.

Paragraaf 8. Registratie

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het indicatieorgaan registreert de resultaten van zijn onderzoeken en de inhoud van de door hem gegeven indicatiebesluiten volgens bij ministeriële regeling te bepalen regels.

  • 2 De ministeriële regeling bevat ten minste een beschrijving van:

    • a. de technische standaarden voor de wijze waarop gegevens worden vastgelegd;

    • b. de afzonderlijke gegevenselementen die vastgelegd worden en de ordening van deze elementen;

    • c. de functionele beveiligingseisen voor het bewerken en vastleggen van gegevens.

Paragraaf 9. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 Onze Minister kan bij ministeriële regeling een tijdstip bepalen met ingang waarvan dit besluit van toepassing is op personen dan wel categorieën van personen, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Een indicatiebeoordeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit indicatiebeoordeling verpleging en verzorging, zoals dat besluit luidde tot de intrekking daarvan, wordt gelijkgesteld met een indicatiebesluit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, met dien verstande dat, indien de geldigheidsduur van de indicatiebeoordeling door het indicatieorgaan op onbepaald gesteld is, Onze Minister voor categorieën van indicatiebeoordelingen bij ministeriële regeling alsnog kan bepalen dat die indicatiebeoordelingen een bij die regeling te bepalen geldigheidsduur hebben.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als: Zorgindicatiebesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 oktober 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de veertiende oktober 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager