Wet van 6 november 1997 tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere
wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband met een herziening
van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen
inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de provincies, deze regels op te
nemen in de Financiële-verhoudingswet en daartoe deze wet en andere wetten te wijzigen en regels te stellen inzake de invoering
van deze nieuwe regels;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: