-
a. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
b. verdrag:
-
1°. het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitwatering van
schepen (Trb. 1966, 275),
-
2°. het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de meting van schepen
(Trb. 1970, 122),
-
3°. het op 20 oktober 1972 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake voorkoming van aanvaringen
op zee (Trb. 1974, 51),
-
4°. het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake voorkoming van verontreiniging
door schepen (Trb. 1975, 147),
-
5°. het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de beveiliging van
mensenlevens op zee (Trb. 1977, 77),
-
6°. het op 29 oktober 1976 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de minimumnormen
op koopvaardijschepen (Trb. 1977, 108),
-
7°. het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de normen voor zeevarenden
inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (Trb. 1981, 144),
-
8°. de op 11 november 1988 te Londen tot stand gekomen Protocollen inzake het onder 1°
en 5° genoemde verdrag, met bijlagen (Trb. 1990, 57),
-
9°. een bij de onder 1° tot en met 7° genoemde verdragen Nederland bindend protocol, bindende
bijlage of bindend aanhangsel, of
-
10°. een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander verdrag of Nederland bindend
besluit van een volkenrechtelijke organisatie inzake de veiligheid van schepen, voorkoming
van verontreiniging door schepen of leef- en werkomstandigheden aan boord van schepen,
of een daarbij behorend Nederland bindend protocol, bindende bijlage of bindend aanhangsel;
-
c. richtlijn: richtlijn nr. 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PbEU L 131);
-
d. haven: een anker- of ligplaats voor schepen, al of niet in zee, onder jurisdictie
van een haven die, tenzij anders bepaald, in Nederland ligt;
-
e. inspectie: een bezoek aan boord van een schip teneinde na te gaan of wordt voldaan
aan de geldende verdragen en voorschriften waarbij ten minste de in artikel 13, eerste
lid, van de richtlijn vermelde controles worden uitgevoerd;
-
f. meer gedetailleerde inspectie: inspectie waarbij het schip, de uitrusting en de bemanning,
geheel of, voor zover van toepassing, gedeeltelijk onder de in artikel 13, derde lid,
van de richtlijn beschreven omstandigheden worden onderworpen aan een grondig onderzoek,
dat de constructie van het schip, de uitrusting, de personeelssterkte, de leef- en
werkomstandigheden en de naleving van de operationele voorschriften aan boord omvat;
-
g. uitgebreide inspectie: een inspectie die ten minste de in bijlage VII van de richtlijn
opgesomde onderdelen omvat en in voorkomend geval tevens een meer gedetailleerde inspectie
kan omvatten indien daarvoor gegronde redenen als bedoeld in artikel 13, derde lid,
van de richtlijn zijn;
-
h. exploitant: de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over
het gebruik van het schip;
-
i. uitvaren: het verlaten van een aan de buitenzijde van de lijn, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Schepenwet, gelegen anker- of ligplaats onder Nederlandse jurisdictie, of het in de richting
van de zee overschrijden van deze lijn;
-
j. aanhouding: het verbod voor de kapitein van een schip om met dat schip uit te varen;
-
k. stopzetting van een activiteit: het verbod voor de exploitant of de kapitein van een
schip om een activiteit voort te zetten;
-
l. de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat: de door Onze Minister aangewezen
ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.
-
m. havenbeheerder: degene die ingevolge de krachtens artikel 4, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, gestelde regels, dan wel door het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet, van de desbetreffende scheepvaartweg, is belast met de uitoefening van de bij of
krachtens de Scheepvaartverkeerswet verleende bevoegdheden ten aanzien van de deelname aan het scheepvaartverkeer in
een haven of op een scheepvaartweg die toegang geeft tot een haven;
-
n. MOU: het op 26 januari 1982 te Parijs tot stand gekomen Memorandum van overeenstemming
inzake toezicht op schepen door de havenstaat (Trb. 1996, 248);
-
o. schip/havenraakvlak: de interactie die plaatsvindt wanneer een schip rechtstreeks
en onmiddellijk betrokken is bij handelingen die gepaard gaan met de verplaatsing
van personen of goederen, dan wel de verlening van havendiensten aan of vanuit het
schip;
-
p. klacht: informatie of rapport ingediend door een persoon of organisatie die een legitiem
belang heeft bij de veiligheid van een schip, met inbegrip van de veiligheids- en
gezondheidsrisico’s voor de bemanning, leef- en werkomstandigheden aan boord en de
voorkoming van verontreiniging;
-
q. inspectiedatabank: het informatiesysteem dat bijdraagt tot de uitvoering van de regeling
inzake het havenstaatcontrolestelsel in de Europese Unie en betreffende de gegevens
van inspecties uitgevoerd in de Europese Gemeenschap en in bij het MOU aangesloten
havenstaten.