-
a. «boezemmaas»: nauwste maas bij meerwandige netten;
-
a1. dit onderdeel is toegevoegd tbv een test
-
b. «maaswijdte»: lengte van de zonder bijzondere krachtsinspanning tussen haar eindknopen
gestrekte, doch niet gerekte maas, nat gemeten, met dien verstande, dat bij meerwandige
netten deze meting wordt toegepast op de boezemmaas;
-
c. «fuik»: vistuig, bestaande uit om twee of meer hoepels gespannen netwerk, voorzien
van één of meer inkelingen, aan de voorzijde al dan niet voorzien van één of twee
vleugels;
-
d. «visfuik»: fuik waarvan het netwerk, met uitzondering van de inkelingen, een maaswijdte
heeft van tenminste 45 mm;
-
e. «aalfuik»: fuik waarvan het netwerk een maaswijdte heeft van ten hoogste 35 mm;
-
f. «ankerkuil»: vistuig bestaande uit een trechtervormig net dat aan de voorzijde wordt
opengehouden door een rechthoekig raamwerk of twee horizontale bomen, voorzien van
een inkeling waarbij het gedeelte achter de inkeling is opgehoepeld aan tenminste
drie hoepels, welke niet meer dan 1 m van elkaar verwijderd zijn, terwijl de zich
achter het opgehoepelde deel bevindende zak korter is dan 50 cm;
-
g. «aalkistje»: vistuig bestaande uit een langwerpige doos waarin aan de uiteinden inkelingen
zijn aangebracht, waarin ten minste in elke inkeling één zuiver rond ringetje van
metaal of enige andere niet rekbare stof met een middellijn van tenminste 12 mm binnenwerks
is aangebracht of, waarin in de zijwanden tenminste twee gaten met een middellijn
van tenminste 12 mm binnenwerks zijn aangebracht;
-
h. «aalhoekwant»: vistuig bestaande uit een lange lijn met daaraan aan zijlijntjes bevestigde
enkeltandige haken, waarvan de kortste afstand tussen de punt en de steel tenminste
7 mm bedraagt;
-
i. «aaldogger»: vistuig bestaande uit een drijver met een daaraan bevestigde lijn voorzien
van één enkeltandige haak, waarvan de kortste afstand tussen de punt en de steel tenminste
7 mm bedraagt;
-
j. «zegen»: vistuig bestaande uit een van drijvers voorziene bovenpees en een verzwaarde
onderpees met daartussen het netwerk met een, al dan niet van een inkeling voorziene
uitstulping of zak en waarvan de aan de boven- en onderpees bevestigde lijnen een
lengte van ten hoogste 100 m hebben of, in geval de bovenpees langer is, niet langer
dan de lengte van de bovenpees;
-
k. «aalzegen»: zegen waarvan de bovenpees ten hoogste 40 m lengte heeft en het netwerk
een maaswijdte van ten hoogste 25 mm;
-
l. «aaskuil»: vistuig bestaande uit een trechtervormig net met in de laatste 5 m een
maaswijdte van ten hoogste 20 mm, aan de voorzijde of bek voorzien van een van drijvers
voorziene bovenpees en een verzwaarde onderpees, niet voorzien van een inkeling en
waarvan de bovenpees ten hoogste 7 m lengte heeft;
-
m. «staand net»: vistuig bestaande uit een van drijvers voorziene bovenpees en een verzwaarde
onderpees met daartussen een één- of meerwandig netwerk, hetwelk noch door de stroom
noch door enigerlei trekkracht wordt voortbewogen;
-
n. «gebbe»: vistuig bestaande uit een boom van tenminste 3 m lengte met daaraan bevestigd
een vork waartussen netwerk met een maaswijdte van ten hoogste 25 mm is aangebracht;
-
o. «kruisnet»: vistuig bestaande uit een netwerk met een maaswijdte van ten hoogste 25
mm dat op enigerlei wijze wordt opengehouden en aan één centraal bevestigde lijn wordt
opgehaald;
-
p. «electrovisapparaat»: vistuig bestaande uit één of twee negatieve polen en één positieve
pool waartussen met al of niet pulserende gelijkstroom een spanningsverschil wordt
opgewekt;
-
q. «kreeftenkorf»: vistuig bestaande uit een frame van kunststof of een ander niet vervormbaar
materiaal, met een maximale afmeting van 100 cm lengte, 100 cm breedte en 60 cm hoogte,
voorzien van een niet vervormbare omkleding, dan wel een omkleding van netwerk, met
een open inzwemopening met een inkeling van niet vervormbaar materiaal met een doorsnede
van minimaal 20 mm;
-
r. «schepnet»: vistuig bestaande uit een aan een stok of steel gemonteerd frame dat voorzien
is van een zakvormig knoop- of strikwerk waarvan de diepte ten hoogste 150 cm bedraagt,
en een framebreedte heeft van ten hoogste 100 cm, een framehoogte van ten hoogste
80 cm, dan wel een frameoppervlak van ten hoogste 0,8 m2.