Wijzigingsbesluit Algemeen Rijksambtenarenreglement etc. in verband met formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997-1999

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2002.]
Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Besluit van 4 december 1997, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997-1999

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1997, nr. AD97/U809, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 3 november 1997, no. W04.97.0614);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 november 1997, nr. AD97/1054, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid, uitgebracht mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL IX

In afwijking van artikel 8c, tweede lid, van de Uitkeringsregeling 1966 bedraagt voor de betrokkene die voor of op 1 juli 1997 in tijdelijke dienst is aangesteld en die tot de datum van ontslag, die ligt op of na 1 januari 1999, onafgebroken in tijdelijke dienst is geweest, de uitkering gedurende de eerste twaalf maanden 80%, gedurende de daaropvolgende zes maanden 75% en vervolgens 70% van de bezoldiging.

ARTIKEL X

In afwijking van artikel 8c van de Uitkeringsregeling 1966 en artikel IX worden de daarin genoemde percentages van 80, 75 en 70 gesteld op respectievelijk 77, 72 en 67 zolang de Wet van 20 december 1984, houdende aanpassing van uitkeringspercentages van ontslaguitkerings- en arbeidsongeschiktheidsregelingen voor overheidspersoneel, onderwijspersoneel en daarmee gelijk te stellen personeel (Stb. 657) voor het burgerlijk Rijkspersoneel nog niet is ingetrokken.

ARTIKEL XI

Uitkeringen toegekend op grond van de Uitkeringsregeling 1966 ter zake van ontslag, ingaande op een datum gelegen voor 1 januari 1999 blijven gehandhaafd onder de voorwaarden waaronder zij zijn toegekend.

ARTIKEL XII

Een toelage die is toegekend krachtens artikel 12b, 18b of 19 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijft ook na 31 december 1997 gelden tot het moment waarop krachtens het besluit tot toekenning de toelage vervalt dan wel tot het moment dat het bevoegd gezag met betrekking tot die toelage een nadere beslissing heeft genomen, maar niet langer dan tot 1 januari 2000.

ARTIKEL XIII

Het formulier voor de beëdiging van ambtenaren en bedienden bij de Departementen van Algemeen Bestuur, vastgesteld bij koninklijk besluit van 23 augustus 1920, nr. 293, is niet van toepassing op ambtenaren in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Ambtenarenreglement Staten-Generaal.

ARTIKEL XIV

  • 4 De overige onderdelen van dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 december 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Uitgegeven de achttiende december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager