Wet van 4 december 1997, houdende regeling voor de totstandkoming van een gemeentelijk
werkfonds voor voorzieningen ter bevordering van de toetreding tot het arbeidsproces
van langdurig werklozen en jongeren (Wet inschakeling werkzoekenden)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat personen, die reeds
langdurig werkloos zijn en daarbij meestal aangewezen zijn op een uitkering gestimuleerd
worden aan activiteiten deel te nemen, waardoor toetreding tot het arbeidsproces wordt
bevorderd en sociale uitsluiting wordt voorkomen, dat op gemeentelijk niveau de zorg
daarvoor vorm kan krijgen via een gemeentelijk werkfonds, waardoor het aanbieden van
werk en het traject van de toeleiding daartoe kan worden gecombineerd en dat jongeren
bijzondere aandacht en begeleiding verdienen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: