In deze bijlage wordt verstaan onder:
C3-afvalstoffen: gevaarlijke anorganische afvalstoffen waarvan de uitloogwaarde van de stoffen, genoemd
in tabel 1 van deze bijlage, kleiner is dan of gelijk is aan de daarin bij die stoffen
aangegeven waarden;
C2-afvalstoffen: gevaarlijke anorganische afvalstoffen waarvan de uitloogwaarde van de stoffen, genoemd
in tabel 1 van deze bijlage, groter is dan de daarin bij die stoffen aangegeven waarden,
met uitzondering van kwikhoudende afvalstoffen, onbewerkt arseensulfideslib en hardingszouten;
geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen: gevaarlijke anorganische afvalstoffen die
overeenkomstig de criteria gesteld bij de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 11b, derde lid, als geconditioneerd zijn aan te merken;
anorganische afvalstoffen: afvalstoffen met een gloeirest, bepaald overeenkomstig
testmethode NEN 6620 (1986-11-01), van 90% of meer van de massa van een representatief
monster.
Deel A. Acceptatiecriteria
Toewijzing afvalstoffen aan stortplaatsklassen
1. Gevaarlijke afvalstoffen die overeenkomstig deel B van deze bijlage zijn aan te
merken als een C3-afvalstof kunnen slechts geaccepteerd worden op een stortplaats voor gevaarlijke
afvalstoffen.
2. Gevaarlijke afvalstoffen die overeenkomstig deel B van deze bijlage zijn aan te
merken als een C2-afvalstof kunnen slechts geaccepteerd worden op een C2-deponie.
3. Gevaarlijke afvalstoffen die overeenkomstig de ministeriële regeling, bedoeld in
artikel 11b, derde lid, zijn aan te merken als een geconditioneerde gevaarlijke afvalstof kunnen slechts
worden geaccepteerd op een afzonderlijk deel van een stortplaats, dat niet beïnvloed
kan worden vanuit andere delen van de stortplaats en voorzien is van een separate
afvoer van het percolaat.
4. Alle overige afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen kunnen worden geaccepteerd
op een stortplaats voor niet-gevaarlijke afvalstoffen.
Deel B. Bepalingsmethoden en waarden waaraan getoetst moet worden
Bepaling van de uitloging m.b.v. de kolomproef (L/S = 1)
De kolomproef dient te worden uitgevoerd overeenkomstig NEN 7343 (1995-01-01). Bereken
de cumulatieve emissie (L/S = 1) volgens NEN 7343 voor de in tabel 1 genoemde parameter
en vergelijk de berekende emissie en de gemeten pH in het eluaat met de Uk-waarde van tabel 1.
Tabel 1 Uitlooggrenswaarden C2/C3
De waarden in de onderstaande tabel zijn de grenswaarden tussen C2- en C3-afvalstoffen. Indien in de kolomproef (zie punt 1) bij L/S = 1 één of meer van de
onderstaande waarden wordt overschreden, dan is de afvalstof een C2-afvalstof. Wordt geen van de waarden overschreden en ligt de pH binnen het bereik
dan is sprake van een C3-afvalstof.
Parameter
|
Uk mg/kg
|
Parameter
|
Uk mg/kg
|
As
|
9
|
Br
|
160
|
Ba
|
60
|
Cl
|
50 000
|
Cd
|
0,2
|
CN-totaal
|
5
|
Co
|
6
|
CN-vrij
|
3
|
Cr
|
30
|
F
|
280
|
Cu
|
10
|
SO4
|
80 000
|
Hg
|
0,1
|
|
|
Mo
|
3
|
|
|
Ni
|
10
|
|
|
Pb
|
25
|
|
|
Sb
|
0,8
|
|
|
Se
|
0,3
|
|
|
Sn
|
6
|
|
|
V
|
20
|
|
|
W
|
0,5
|
|
|
Zn
|
40
|
|
|
|
|
|
|
gem. pH (tot L/S = 1)
|
3 – 13
|
|
Acceptatieprocedure
1. Degene die de stortplaats drijft, neemt de afvalstoffen alleen in ontvangst indien
deze vergezeld gaan van ten minste de navolgende gegevens:
-
a. de datum van afgifte;
-
b. de naam en het adres van degene van wie de afvalstoffen afkomstig zijn;
-
c. de gebruikelijke benaming en de hoeveelheid van de afvalstoffen (voor baggerspecie
in m3);
-
d. plaats en de wijze waarop de afvalstoffen worden afgegeven;
-
e. de wijze waarop de afvalstoffen worden verwijderd;
-
f. ingeval de afgifte geschiedt door tussenkomst van een ander die opdracht had de afvalstoffen
naar hem te vervoeren: diens naam en adres en de naam en het adres van degene in wiens
opdracht het vervoer geschiedt;
-
g. welke behandelingen hebben plaatsgevonden;
-
h. eventuele monstername (aantal monsters en wijze van monstername);
-
i. analyseresultaten om overeenkomstig bijlage I te kunnen beoordelen op welke stortplaatsklasse de afvalstoffen aanvaard kunnen worden.
2. Monsters worden ten minste één maand bewaard.
3. Ten behoeve van de acceptatie worden alle aangeboden afvalstoffen visueel gecontroleerd
en gewogen.
Bij deze controle worden geregistreerd:
-
– de datum en het tijdstip van de controle;
-
– de resultaten van deze controle;
-
– een omschrijving van de te accepteren afvalstoffen als vermeld onder punt 1, alsmede
de hoeveelheid (in kg of in tonnen, voor baggerspecie de hoeveelheid in m3).
4. Indien er twijfel bestaat bij de exploitant of de aard, samenstelling of herkomst
van de aangeboden afvalstoffen niet in overeenstemming is met de omschrijving als
bedoeld in artikel 10.32, onder a, van de Wm, worden de aangeboden afvalstoffen uitgebreid gecontroleerd. De afvalstoffen worden
hiervoor uitgespreid op een inspectievloer. Voor baggerspecie geldt dat bij twijfel
de aanvoer gestaakt wordt en de onderdelen waarover twijfel bestaat nader worden onderzocht.
Bij de uitgebreide controle worden geregistreerd:
5. Afvalstoffen die niet in overeenstemming zijn met de omschrijving, bedoeld in artikel 10.32, onder a, van de Wet milieubeheer, en na uitgebreide controle niet aan de aanvaardingscriteria voldoen, worden geweigerd.
Hiervan wordt een melding gedaan aan het bevoegd gezag overeenkomstig artikel 11c, eerste lid, onder d, van dit besluit. Deze melding bevat in ieder geval de naam van degene van wie de afvalstoffen afkomstig
zijn, en een omschrijving van de aard en hoeveelheid van de niet-geaccepteerde afvalstoffen.
6. De op de stortplaats geaccepteerde afvalstoffen worden geregistreerd. Deze registratie
omvat ten minste de onder punt 1, onder a tot en met f, genoemde gegevens, alsmede: