Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2014 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 12-11-2008 t/m heden

Regeling houdende de instelling van de commissie advisering bezwaarschriften van medewerkers van het Ministerie van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst en vaststelling van enige bepalingen die verband houden met het functioneren van die commissie

De Minister van Financiën,

Gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht,

Gehoord de Bijzondere Commissie,

Besluit:

Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Financiën

  • b. het ministerie: het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst

  • c. medewerker: personeelslid krachtens het ARAR aangesteld bij het ministerie

  • d. besluit: hetgeen daarmee wordt bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht

  • e. bezwaarde: medewerker die een bezwaarschrift heeft ingediend

De commissie

Artikel 2

Er is een commissie advisering bezwaarschriften voor medewerkers van het ministerie van Financiën, exclusief de Belastingdienst.

Artikel 3

  • 1 De commissie bestaat uit drie door de Minister benoemde leden.

  • 2 Deze leden zijn:

    • a. een door de minister aangewezen voorzitter, niet werkzaam bij het ministerie;

    • b. een door de minister aangewezen medewerker werkzaam bij de directie BJZ van het ministerie;

    • c. een lid aangewezen uit de kring van de tot het SOR toegelaten centrales van verenigingen van ambtenaren

  • 3 Voor de onder b. en c. genoemde leden zijn vaste plaatsvervangers benoemd.

Artikel 3a

  • 2 Voorzitters en leden hebben per vergadering recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten op basis van het Reisbesluit binnenland.

Secretariaat

Artikel 4

De commissie wordt bijgestaan door een door de Minister op voordracht van de directeur Bedrijfsvoering en Communicatie aan te wijzen secretaris.

Taak

Artikel 5

De commissie heeft tot taak de Minister, dan wel degene die overeenkomstig mandaat bevoegd is namens de Minister op het bezwaar te beslissen, te adviseren over de te nemen beslissingen op haar voorgelegde bezwaren van medewerkers tegen besluiten die jegens hen als zodanig zijn genomen door, namens of op voordracht van de Minister waarbij hun rechtspositioneel belang rechtstreeks is betrokken, tenzij ingevolge een wettelijk voorschrift een andere commissie over het bezwaar adviseert.

Verschoning en wraking

Artikel 6

  • 1 De leden van de commissie verschonen zich van de behandeling van zaken waarbij zij in enig opzicht betrokken zijn geweest.

  • 2 De leden van de commissie kunnen worden gewraakt om aan de behandeling van in het eerste lid bedoelde zaken deel te nemen.

  • 3 De leden van de commissie met uitzondering van de gewraakte leden beslissen of de wraking wordt toegestaan. Bij het staken van de stemmen is de wraking toegestaan.

Bijzondere bepalingen

Artikel 7

De commissie kan daarvoor in aanmerking komende derden oproepen voor het verkrijgen van inlichtingen die zij behoeft. Iedere als zodanig opgeroepen medewerker is verplicht aan een oproep van de commissie gevolg te geven en desgevraagd alle inlichtingen naar waarheid en zonder voorbehoud te verstrekken.

Artikel 8

  • 1 De commissie kan zich door deskundigen van advies en verslag laten dienen.

  • 2 De commissie kan overlegging vorderen van ter zake dienende bescheiden.

  • 3 De commissie is bevoegd een onderzoek ter plaatse in te stellen of te doen instellen.

Artikel 9

  • 1 De bij de behandeling van een zaak betrokken leden van de commissie stellen het advies van de commissie vast bij meerderheid van stemmen. Geen der leden onthoudt zich van stemming.

  • 2 De bij de behandeling van een zaak fungerend voorzitter en fungerende secretaris van de commissie ondertekenen het advies.

  • 3 Het advies en verslag van de hoorzitting worden door de secretaris aan de Minister, dan wel degene die overeenkomstig mandaat bevoegd is namens de Minister op het bezwaar te beslissen, toegestuurd.

  • 4 Aan de bezwaarde en degene die het bestreden besluit genomen heeft worden afschriften van het door de commissie aan de Minister uitgebrachte advies en het verslag van de hoorzitting gezonden door de secretaris.

Artikel 10

Het is de leden, de secretaris van de commissie en hun plaatsvervangers verboden:

  • a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen verder bekend te maken dan voor de uitoefening van hun functie gevorderd wordt;

  • b. de gevoelens te openbaren die tijdens de beraadslaging over het bezwaar zijn geuit;

  • c. over een aan hem voorgelegde zaak of over een zaak die, naar zij weten of kunnen vermoeden, aan hen zal worden voorgelegd zich uit te laten in enig onderhoud of gesprek met:

    • -

      de bezwaarde, zijn raadsman of gemachtigde

    • -

      degene die het betrokken besluit heeft genomen of de door deze aangewezen vertegenwoordiger;

  • d. enige schriftelijke informatie in ontvangst te nemen van de onder c bedoelde personen of deze in de gelegenheid te stellen anderszins hierover mededelingen te doen, met uitzondering van informatie of mededelingen aan de secretaris in het kader van de normale secretariaatswerkzaamheden.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11

De regeling bezwaarprocedure rechtspositionele beslissingen bij het ministerie van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst d.d. 16 oktober 1995 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 december 1997

De

Minister

van Financiën,
namens deze
,

De Secretaris-generaal

.

J.K.T. Postma