Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-09-2003]
-
a. Bij de keuring alsmede bij de uitvoering van de overige in artikel 2 beschreven taken neemt zij de in de wet, het besluit, en de regeling gestelde regels
in acht.
Daarbij voldoet zij tevens aan de voorschriften opgenomen in artikel 10 van de richtlijn
en blijft zij voldoen aan de minimumcriteria van bijlage V van de richtlijn.
-
b. Zij zorgt ervoor dat anderen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, die de
in dat artikellid bedoelde beproevingen verrichten, daarbij de in de wet, het besluit,
de regeling en de richtlijn gestelde regels in acht nemen.
De daarvoor noodzakelijke afspraken met die anderen legt zij schriftelijk vast.
Zij houdt tevens een register bij, aan de hand waarvan bedoelde anderen en de door
deze uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd.
-
c. Indien een ter keuring aangeboden model voldoet aan de daarop betrekking hebbende
bepalingen stelt zij een EG-verklaring van typeonderzoek op als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel b van het besluit, die ter kennis van de aanvrager wordt gebracht.
Indien zij een EG-verklaring van type-onderzoek weigert te verstrekken dan wel intrekt,
doet zij hiervan onmiddellijk mededeling aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
onder opgave van de redenen. Van een weigering een EG-verklaring van typeonderzoek
te verstrekken doet zij tevens mededeling aan de andere keuringsinstanties.
-
d. Zij deelt haar beslissingen zo spoedig mogelijk mede aan de aanvrager. Zij vermeldt
daarbij de mogelijkheden van bezwaar en beroep alsmede de termijnen waarbinnen dat
bezwaar of beroep moet worden ingesteld.
-
e. Zij bewaart op een systematische en behoorlijke wijze de keuringsrapporten, dossiers,
verslagen, certificaten, verklaringen en overige gegevens, die samenhangen met en
betrekking hebben op de vervulling van de aan haar opgedragen taken.
Aan de hand van deze gegevens dienen de gekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen
afdoende te kunnen worden geïdentificeerd.
-
f. Zij blijft haar zetel in Nederland behouden.
-
g. Zij doet jaarlijks blijken van het afsluiten van een, gezien de taken welke uit deze
beschikking kunnen voortvloeien, voldoende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.
-
h. Zij verstrekt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid desgevraagd inlichtingen
omtrent de uitvoering van deze beschikking. Tevens verstrekt zij genoemd ministerie
elk jaar een schriftelijke rapportage over de werkzaamheden, die zij in het voorafgaande
jaar ter uitvoering van deze beschikking heeft verricht. Deze rapportage voldoet tenminste
aan het bepaalde in de bij deze beschikking gevoegde bijlage.
-
i. Zij laat zich accrediteren door de Raad voor Accreditatie op basis van een richtlijn-specifiek
accreditatie-schema betreffende richtlijn 89/686/EEG, zodra dit schema is vastgesteld. Binnen 1 maand na vaststelling van het schema dient
zij een aanvraag tot accreditatie bij de Raad voor Accreditatie in, onder gelijktijdige
verzending van een afschrift van de aanvraag aan het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid.
-
j. Zij informeert het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onmiddellijk indien
de op haar naam gestelde accreditaties van de Raad voor Accreditatie hun geldigheid
verliezen of dreigen te verliezen voorzover de accreditatie werkzaamheden betreft
als bedoeld in artikel 2 van deze beschikking. Tevens stelt zij genoemd Ministerie terstond in het bezit van
de contrôle- en beoordelingsrapportages van de stichting Raad voor Accreditatie betreffende
deze accreditaties, alsmede van de daaromtrent gevoerde correspondentie.
-
k. Zij voert bij TNO Technische Menskunde interne audits uit conform de eisen van EN
45011 en stuurt de verslagen hiervan terstond aan het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid. Tevens stelt zij voornoemd Ministerie terstond in het bezit van
afschriften van audit-rapportages en certificaten van DNV Certification B.V. met betrekking
tot het kwaliteitssysteem van TNO Technische Menskunde.
-
l. Zij verleent de ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
die met het toezicht zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor
de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit
toezicht van belang zijnde informatie.
-
m. Zij overlegt met andere keuringsinstanties over een juiste en zo veel mogelijk uniforme
toepassing van procedures, richtlijnvoorschriften en normen.
-
n. Indien zij van plan is werkzaamheden, waarvoor zij is aangewezen te beëindigen, deelt
zij dit tenminste drie maanden vóór de voorgenomen datum van beëindiging van die werkzaamheden
mede aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De in voorwaarde e genoemde gegevens draagt zij, voor zover deze betrekking hebben
op de te beëindigen werkzaamheden, over aan
- -
hetzij het Ministerie voornoemd,
- -
hetzij, na hiervoor instemming te hebben gekregen van het Ministerie voornoemd, een
andere keuringsinstantie, die werkzaamheden uitvoert als bedoeld in artikel 2, eerste lid.