Regeling exportfinancieringsarrangement zware matching

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-11-2013 en zichtdatum 03-10-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2009

Regeling exportfinancieringsarrangement zware matching

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, 4, onder b, 9, 16, tweede en derde lid, 18, tweede lid, en 19 van het Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. exportdeel van een order:

dat deel van het orderbedrag dat geen betrekking heeft op lokale kosten;

b. lokale kosten:

de kosten van goederen, diensten en heffingen die onderdeel uitmaken van de order en gemaakt worden in het land waarin de afnemer van de order is gevestigd;

c. Nederlands aandeel:

het gedeelte van het exportdeel van het orderbedrag dat kan worden toegerekend aan goederen of diensten die worden geproduceerd respectievelijk verricht door in Nederland gevestigde ondernemers;

d. orderbedrag:

bedrag waarvoor de order definitief is afgesloten, met dien verstande, dat dit bedrag met ten hoogste 10 procent ervan wordt verhoogd voor zover:

  • 1º. de order gespecificeerde onderdelen bevat met een overeengekomen opdrachtsom, waarbij de opdrachtgever de keuze heeft om ze al dan niet te laten uitvoeren,

  • 2º. in de order een bedrag is opgenomen voor door de opdrachtnemer uit te voeren, niet nader gespecificeerde werkzaamheden, of

  • 3º. in de order is bepaald dat de opdrachtnemer bepaalde prijsstijgingen voor zijn rekening zal nemen;

e. CIRR:

de door de OESO gepubliceerde Commercial Interest Reference Rate;

f. schenking:

een subsidie op grond van het Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen die door de Staat der Nederlanden wordt betaald aan de afnemer van de order of aan de overheid van het land waar de afnemer van de order gevestigd is ten behoeve van de betaling van die order;

g. OESO-landenclassificatie:

de periodiek door de OESO vastgestelde lijst van landenclassificaties op basis van artikel 12 van de consensus;

h. overheid:

een overheid van het land waar de afnemer van de order is gevestigd, of een privaatrechtelijke rechtspersoon waarover deze overheid direkt of indirekt overwegende zeggenschap heeft;

i. bankgarantie:

een garantie verstrekt door een bank met het oog op het verkrijgen van meerdere zekerheid ten aanzien van de rente- en aflossingsverplichtingen waaraan de afnemer van de order in het kader van het exportkrediet moet voldoen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onder refinancieringsrente wordt verstaan hetgeen voortvloeit uit de volgende onderdelen a of b:

    • a. indien het exportkrediet wordt verstrekt in euro’s of in US-dollars:

      • 1º. de door de financierende bank aan de subsidie-ontvanger in rekening te brengen rente of, indien deze lager is,

      • 2º. de rente die de financierende bank gebruikelijk moet betalen voor het financieren van een exportkrediet met betrekking tot een soortgelijke order, verhoogd met een opslag als bedoeld in artikel 3;

    • b. indien het exportkrediet wordt verstrekt in een andere valuta, dan bedoeld onder a:

      • 1º. de door de financierende bank aan de subsidie-ontvanger in rekening te brengen rente of, indien deze lager is,

      • 2º. de CIRR, welke betrekking heeft op de desbetreffende buitenlandse valuta en de looptijd van het exportkrediet, verhoogd met een opslag als bedoeld in artikel 4.

  • 2 Onder contractrente wordt verstaan de rente die door de afnemer van een order ter zake van de financiering van de order is verschuldigd.

  • 3 Indien de order betrekking heeft op het bouwen van een vliegtuig of onderdelen daarvan, waarop de door de OESO vastgestelde ’Sectoriële overeenkomst inzake exportkredieten voor vliegtuigen voor de burgerluchtvaart’ (Annex III van de OESO-regeling), van toepassing is, worden bij het bepalen van de refinancieringsrente en de contractrente kredietverzekeringspremies en kosten van garanties mede in aanmerking genomen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De opslag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, 2°, bedraagt, indien de afnemer van de order is gevestigd in een land, dat in de geldende OESO-landenclassificatie in categorie I is ingedeeld: 0,55 procent.

  • 2 Het in het eerste lid genoemde percentage wordt, indien de afnemer, niet zijnde een overheid, niet over een bankgarantie beschikt, vermeerderd met: 0,15 procent.

  • 3 De opslag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, 2°, bedraagt, indien de afnemer van de order is gevestigd in een land, dat in de geldende OESO-landenclassificatie in categorie II is ingedeeld: 0,70 procent, vermeerderd met:

    • a. indien de afnemer een overheid is: 0,10 procent;

    • b. indien de afnemer, niet zijnde een overheid, over een bankgarantie beschikt: 0,15 procent;

    • c. indien de afnemer, niet zijnde een overheid, niet over een bankgarantie beschikt: 0,30 procent.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De opslag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, 2°, bedraagt, indien de afnemer van de order is gevestigd in een land, dat in de geldende OESO-landenclassificatie in categorie I is ingedeeld: 0,25 procent, vermeerderd met:

    • a. indien de looptijd van het exportkrediet langer is dan vijf jaar: 0,10 procent en

    • b. indien de afnemer, niet zijnde een overheid, niet over een bankgarantie beschikt: 0,15 procent.

  • 2 De opslag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, 2°, bedraagt, indien de afnemer van de order is gevestigd in een land, dat in de geldende OESO-landenclassificatie in categorie II is ingedeeld: 0,40 procent.

  • 3 Het in het tweede lid genoemde percentage wordt, indien de looptijd van het exportkrediet langer is dan vijf jaar, vermeerderd met: 0,20 procent.

  • 4 Het in het tweede lid genoemde percentage wordt voorts vermeerderd met:

    • a. indien de afnemer een overheid is: 0,10 procent;

    • b. indien de afnemer, niet zijnde een overheid, over een bankgarantie beschikt: 0,15 procent;

    • c. indien de afnemer, niet zijnde een overheid, niet over een bankgarantie beschikt: 0,30 procent.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In het kader van het exportfinancieringsarrangement zware matching wordt subsidie verstrekt aan een ondernemer die ter zake van een door hem af te sluiten order een exportkrediet verstrekt of doet verstrekken, indien:

    • a. de aanvrager bij het indienen van de aanvraag heeft aangetoond dat hij met betrekking tot die order op het moment van het indienen van de aanvraag om subsidie een buitenlandse concurrent heeft, die bij het aanbieden van een exportkrediet, niet zijnde hulpfinanciering die onder de OESO-consensus is toegestaan, wordt ondersteund door een buitenlandse overheid, en

    • b. ten minste 60 procent van het exportdeel van de order bestaat uit Nederlands aandeel, en

    • c. voor de order niet reeds subsidie is verstrekt op grond van de Regeling exportfinancieringsarrangement zeescheepsbouw.

  • 2 Indien de order een defensieorder is of betrekking heeft op de levering van vliegtuigen of op de aanneming van werk op het terrein van de grond-, weg-, water-, burgerlijke- of utiliteitsbouw en het orderbedrag ten minste € 11 300 000 bedraagt, moet, in afwijking van het eerste lid, onder b, ten minste 33 1/3 procent van het exportdeel van de order bestaan uit Nederlands aandeel.

  • 3 Indien het exportkrediet een looptijd heeft van minder dan twee jaar wordt subsidie verstrekt, indien de order betrekking heeft op:

    • 1º. dierlijk reproductiemateriaal, en de looptijd van het overheidsgesteunde exportkrediet van de buitenlandse concurrent meer dan 180 dagen bedraagt, of op

    • 2º. zaden, pootaardappelen en ander soortgelijk uitgangsmateriaal dat met het oog op reproductie wordt geëxporteerd, en de looptijd van het overheidsgesteunde exportkrediet van de buitenlandse concurrent meer dan 360 dagen bedraagt.

  • 4 Het eerste lid, onder b, en het tweede lid zijn niet van toepassing indien het Nederlands aandeel ten minste € 13 600 000 bedraagt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In het kader van het exportfinancieringsarrangement zware matching wordt subsidie in de vorm van een schenking verstrekt aan een ondernemer ter zake van een door hem af te sluiten order, indien:

    • a. ten minste 60 procent van het exportdeel van de order bestaat uit Nederlands aandeel, en

    • b. de aanvrager bij het indienen van de aanvraag heeft aangetoond dat:

      • 1º. de buitenlandse concurrent bij het aanbieden van een exportkrediet, niet zijnde hulpfinanciering die onder de OESO-consensus is toegestaan, wordt ondersteund door een buitenlandse overheid op een wijze die in strijd is met de OESO-consensus, of

      • 2º. die buitenlandse concurrent bij het aanbieden van een exportkrediet, niet zijnde hulpfinanciering die onder de OESO-consensus is toegestaan, wordt ondersteund door een buitenlandse overheid en op de desbetreffende order de OESO-consensus niet van toepassing is, of

      • 3º. de buitenlandse overheid ten behoeve van die order een met een schenking overeenkomende bijdrage ineens aanbiedt aan de afnemer van de order of aan de overheid van het land waar de afnemer gevestigd is, en,

    • c. voor de order niet reeds subsidie is verstrekt op grond van de Regeling exportfinancieringsarrangement zeescheepsbouw.

  • 2 Indien de order een defensieorder is of betrekking heeft op de levering van vliegtuigen of op de aanneming van werk op het terrein van de grond-, weg-, water-, burgerlijke- of utiliteitsbouw en het orderbedrag ten minste € 11 300 000 bedraagt, moet in afwijking van het eerste lid, onder a, ten minste 33 1/3 procent van het exportdeel van de order bestaan uit Nederlands aandeel.

  • 3 Het eerste lid, onder a, en het tweede lid zijn niet van toepassing indien het Nederlands aandeel ten minste € 13 600 000 bedraagt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 5, bedraagt 100 procent van de kosten, verbonden aan het verstrekken van een exportkrediet, doch ten hoogste het bedrag dat vereist is om de subsidie-ontvanger in staat te stellen een exportkrediet aan te bieden dat gelijkwaardig is aan het exportkrediet dat door de buitenlandse concurrent wordt aangeboden, doch niet meer dan:

    • a. het gekapitaliseerde verschil tussen de refinancieringsrente en de contractrente, vermeerderd met de kosten, bedoeld in artikel 10, negende lid,

    • b. 35 procent van het exportdeel van de order,

    • c. 58 1/3 procent van het Nederlands aandeel, en

    • d. € 4 600 000.

  • 2 De minister kan het eerste lid, onder d, buiten toepassing laten voor zover strikte toepassing gelet op het belang dat dit artikellid beoogt te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, mits het Nederlands aandeel ten minste € 27 200 000 bedraagt, of, in de in artikel 5, tweede lid, bedoelde gevallen, het Nederlands aandeel ten minste € 15 800 000 bedraagt.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 6, is gelijk aan het bedrag dat vereist is om de afnemer van de order in staat te stellen een exportkrediet te verkrijgen dat gelijkwaardig is aan het exportkrediet dat hij zou kunnen verkrijgen met gebruikmaking van de door de buitenlandse overheid ter zake van de financiering van de order aangeboden ondersteuning, doch niet meer dan:

    • a. 35 procent van het exportdeel van de order,

    • b. 58 1/3 procent van het Nederlands aandeel, en

    • c. € 4 600 000

  • 2 De minister kan het eerste lid, onder c, buiten toepassing laten voor zover strikte toepassing gelet op het belang dat deze artikelleden beogen te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, mits het Nederlands aandeel ten minste € 27 200 000 bedraagt, of, in de in artikel 6, tweede lid, bedoelde gevallen, het Nederlands aandeel ten minste € 15 800 000 bedraagt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Indien ter zake van het door een toeleverancier of onderaannemer produceren van goederen of verrichten van diensten ten behoeve van het door de subsidie-ontvanger uitvoeren van de order door een niet-Nederlandse overheid financieringssteun is toegezegd of verstrekt, wordt bij het bepalen van het bedrag van de subsidie het orderbedrag verminderd met het bedrag van de toeleverantie of onderaanneming.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Bij de berekening van de subsidie worden uitsluitend de volgende, voor rekening van de subsidie-ontvanger komende kosten in aanmerking genomen:

    • a. indien het exportkrediet door de subsidie-ontvanger wordt verstrekt: het gekapitaliseerde verschil tussen de refinancieringsrente en de contractrente van het door de subsidie-ontvanger te verstrekken exportkrediet, berekend over de aflossingsperiode, of

    • b. indien de subsidie-ontvanger het exportkrediet doet verstrekken: het gekapitaliseerde verschil tussen de door de verstrekker aan de afnemer van de order in rekening te brengen contractrente en de door de verstrekker met de subsidie-ontvanger overeengekomen rente, berekend over de aflossingsperiode.

  • 2 Bij de bepaling van de kosten worden de in het eerste lid bedoelde kosten over de gebruikelijke opnameperiode van het exportkrediet mede in aanmerking genomen, indien de order een levertijd heeft van meer dan een jaar en niet blijkt dat de ondersteuning van de buitenlandse concurrent door de buitenlandse overheid geen betrekking heeft op de verschuldigde rente over de opnameperiode.

  • 3 Bij de bepaling van de kosten bedoeld in het eerste lid, vindt kapitalisatie plaats tegen de refinancieringsrente op basis van samengestelde interest voor wat betreft de aflossingsperiode.

  • 4 Bij de bepaling van de kosten, bedoeld in het tweede lid, wordt uitgegaan van enkelvoudige interest tegen de refinancieringsrente gedurende de opnameperiode, uitgaande van een lineaire opname van het exportkrediet.

  • 5 Bij de bepaling van de kosten wordt uitgegaan van de geldende rentestand op de datum van:

    • a. het verstrekken door een bank van een bindende offerte met betrekking tot de door de subsidie-ontvanger aan de bank te betalen rente voor de financiering van een te verstrekken exportkrediet, indien:

      • 1º. de bindende offerte niet eerder dan twee weken voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 9 van het Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen, door de subsidie-ontvanger is geaccepteerd,

      • 2º. de bindende offerte en een bewijsstuk van de acceptatie, dat is mede-ondertekend door de bank, binnen twee weken na de datum van acceptatie is ingediend bij de minister, en

      • 3º. de bindende offerte nog gelding heeft;

    • b. het afsluiten van de overeenkomst op grond waarvan het exportkrediet wordt verstrekt, indien er geen geaccepteerde geldige bindende offerte is.

  • 6 In afwijking van het vijfde lid, onder b, wordt, indien de in dat artikellid bedoelde overeenkomst later wordt afgesloten dan 180 dagen na het afsluiten van de order, uitgegaan van de geldende rentestand op de laatste dag van de genoemde periode, indien dat leidt tot lagere kosten dan bij toepassing van het vijfde lid, onder b.

  • 7 In afwijking van het vijfde lid, onder b, wordt, indien de in dat artikelllid bedoelde overeenkomst eerder wordt afgesloten dan 60 dagen voor het afsluiten van de order, uitgegaan van de geldende rentestand op de eerste dag van de genoemde periode, indien dat leidt tot lagere kosten dan bij toepassing van het vijfde lid, onder b.

  • 8 In afwijking van het vijfde lid, onder b, wordt, indien er een bindende offerte is doch niet is voldaan aan de in het vijfde lid, onder a, bedoelde voorwaarden, uitgegaan van de geldende rentestand op de in het vijfde lid, onder a, genoemde datum, indien dat leidt tot lagere kosten dan bij toepassing van het vijfde lid, onder b.

  • 9 Bij de bepaling van de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden provisies, commissies en premies ter verzekering van het fabricatierisico, kredietrisico, koersrisico en het omgekeerde koersrisico ter zake van het exportkrediet mede in aanmerking genomen voor zover deze niet reeds op grond van artikel 2, derde lid, in aanmerking zijn genomen en voor zover de subsidie-ontvanger heeft aangetoond, dat de buitenlandse concurrent door de buitenlandse overheid wordt ondersteund ter zake van deze provisies, commissies en verzekeringspremies.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De minister wint omtrent een aanvraag om subsidie advies in van de Adviescommissie exportsteun, tenzij de bij de beslissing op de aanvraag vereiste spoed zich daartegen verzet.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De minister stelt ieder begrotingsjaar bij ministeriële regeling een subsidieplafond vast voor het in dat jaar verlenen van subsidies op grond van deze regeling.

  • 2 De minister kan afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen voor het verlenen van subsidie met betrekking tot bepaalde landen of bepaalde sectoren van ondernemingen. Indien op 1 november van enig jaar van het bedrag dat in dat jaar beschikbaar is voor één van de landen of voor een bepaalde sector van ondernemingen een deel resteert na aftrek van de verleende subsidies en de subsidies waarvoor de aanvraag nog in behandeling is, wordt dat deel toegevoegd aan de bedragen die in dat jaar beschikbaar zijn voor andere landen of voor andere sectoren van ondernemingen, zonder dat daarbij nog onderscheid wordt gemaakt tussen die landen of sectoren.

  • 3 Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidie in 1998 bedraagt:

    • a. voor subsidies met betrekking tot zeescheepsbouworders f 5.000.000,00;

    • b. voor andere subsidies dan omschreven onder a, f 29.000.000,00.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Een voorschot op een subsidie wordt berekend naar rato van de in verband met de uitvoering van de order gemaakte en betaalde kosten, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80 procent van het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 2 Op een subsidie als bedoeld in artikel 6, ter zake waarvan een beschikking tot subsidieverlening geldt kan, op aanvraag van de subsidie-ontvanger door de minister ten hoogste tweemaal een voorschot worden verstrekt, indien de periode tussen het afsluiten van de order en het tijdstip waarop de order moet zijn uitgevoerd ten minste zes maanden bedraagt. Voor zover door de afnemer van de order aan de subsidie-ontvanger een aanbetaling is verschuldigd, kan bovendien een voorschot worden verstrekt ter grootte van maximaal 15 procent van het orderbedrag.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling exportfinancieringsarrangement zware matching.

’s-Gravenhage, 17 december 1997

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele