U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-08-2004.]Geraadpleegd op 18-11-2024. Geldend van 03-07-2003 t/m 31-07-2004
Regeling premieheffing Waz
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën
Gelet op de artikelen 72, 73 en 77 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-08-2004]
1 Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 71, 72, 73 en 77 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
2 In deze regeling wordt verstaan onder:
de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
de verzekerde in de zin van de wet;
het percentage dat naar tijdsevenredigheid is afgeleid van het premiepercentage, bedoeld in artikel 73 van de wet, en op honderdsten naar beneden wordt afgerond;
de in het kalenderjaar genoten winst uit onderneming, winst uit Nederlandse onderneming alsmede de zuivere inkomsten uit buiten dienstbetrekking verrichte tegenwoordige arbeid, bedoeld in artikel 72, eerste lid, van de wet.
3 Voor de toepassing van deze regeling wordt onder mogendheid mede verstaan de Nederlandse Antillen en Aruba.
Het maximum premie-inkomen, bedoeld in artikel 72, tweede lid, van de wet wordt gesteld op € 38 118.
Voor de premieheffing behoren niet tot het premie-inkomen:
a. winst uit een onderneming of Nederlandse onderneming die niet voor eigen rekening feitelijk wordt gedreven;
b. winst genoten uit hoofde van een dienstbetrekking;
c. uitkeringen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid op grond van de sociale zekerheidswetgeving van een andere mogendheid die zijn onderworpen aan premieheffing krachtens een wettelijke regeling van die andere mogendheid inzake uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid;
d. ten aanzien van de verzekerde die tevens inkomensbestanddelen geniet als bedoeld in artikel 4 of 5 van de wet uit hoofde waarvan hij niet is verzekerd: de inkomensbestanddelen uit hoofde waarvan hij niet is verzekerd;
e. bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Het bedrag, bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de wet, wordt gesteld op € 13 160.
1 De inkomsten uit dienstbetrekking, bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de wet worden gevormd door:
a. inkomsten uit in dienstbetrekking verrichte tegenwoordige arbeid;
b. inkomsten uit tegenwoordige arbeid van de persoon die op grond van artikel 3 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de daarop berustende bepalingen niet als werknemer wordt beschouwd, behoudens:
1º. inkomensbestanddelen uit hoofde waarvan hij verzekerd is;
2º. inkomsten verkregen uit werkzaamheden als bedoeld in artikel 6, eerste lidaanhef, tweede lidaanhef, derde lidaanhef, vierde lidaanhef, artikel 7, eerste lidaanhef, of artikel 8, eerste lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990;
c. winst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b;
d. uitkeringen uit hoofde van de verplichte verzekering op grond van de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet en de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria;
e. uitkeringen uit hoofde van wettelijke regelingen die naar aard en strekking overeenkomen met de in onderdeel d genoemde uitkeringen; en
f. uitkeringen van een volkenrechtelijke organisatie of op grond van de wetgeving van een andere mogendheid, die naar aard en strekking overeenkomen met de in onderdeel d genoemde uitkeringen;
doch ten hoogste het bedrag aan inkomsten, gelijk aan het loonbedrag waarnaar in een kalenderjaar op grond van artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering ten hoogste premie wordt geheven.
2 Tot de inkomsten uit dienstbetrekking, bedoeld in artikel 73, eerste lid van de wet, behoort niet het bedrag dat tot het belastbaar loon wordt gerekend, bedoeld in artikel 3.145, eerste en derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Ingeval de premieplicht eindigt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt, wordt van hem de premie geheven naar het heffingspercentage.
1 Ten aanzien van de persoon die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar niet premieplichtig doch wel belastingplichtig is voor de inkomstenbelasting en op wie artikel 6 van deze regeling niet van toepassing is, wordt voor de premieheffing als premie-inkomen in aanmerking genomen het bedrag dat naar tijdsevenredigheid is afgeleid van het in artikel 2 van deze regeling vermelde premie-inkomen dat maximaal in aanmerking zou zijn genomen indien gedurende het gehele kalenderjaar sprake zou zijn geweest van premieplicht, tenzij toepassing van de bepalingen in de wet of van de overige bepalingen in deze regeling tot een lager premie-inkomen leidt.
2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt als premie-inkomen geen hoger bedrag in aanmerking genomen dan de inkomensbestanddelen verminderd met het gedeelte daarvan waarop, ingevolge een internationale regeling inzake sociale zekerheid die tussen Nederland en een of meer andere mogendheden van kracht is, de wetgeving van een andere mogendheid van toepassing is, of dat, bij gebreke van een internationale regeling, is onderworpen aan premieheffing krachtens een wettelijke regeling van een andere mogendheid inzake uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid.
Ingeval het heffingspercentage of het premie-inkomen moet worden bepaald door middel van tijdsevenredige vaststelling, wordt daarbij:
a. een kalenderjaar op 360 dagen gesteld;
b. een kalendermaand op 30 dagen gesteld;
c. de dag waarop het tijdvak aanvangt als een gehele dag in aanmerking genomen;
d. de dag waarop het tijdvak eindigt niet in aanmerking genomen.
Voor de toepassing van artikel 72 van de wet wordt de persoon die verzekerd is uit hoofde van werkzaamheden waarvan de opbrengst niet aan de inkomstenbelasting is onderworpen, geacht ook voor die opbrengst daaraan te zijn onderworpen. In dat geval wordt tot het premie-inkomen gerekend het bedrag aan winst dan wel aan inkomsten uit de werkzaamheden uit hoofde waarvan hij verzekerd is.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling premieheffing Waz.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 17 december 1997
Staatssecretaris
F.H.G. de Grave
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling premieheffing Waz", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.