Besluit van 17 december 1997, houdende de formalisering van de salarismaatregelen
per 1 januari 1998 en 1 juli 1998 uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk
1997-1999
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 6 november 1997, nr.
AD97/U1000, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement
Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;
Gelet op:
-
-
artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet,
-
-
artikel 1, tweede lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen,
-
- artikel 6 van de Wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling
van de bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden,
alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 1993,
218) en
-
-
artikel 1, derde lid, van de Wet bezoldiging Nationale ombudsman;
De Raad van State gehoord (advies van 4 december 1997, nr. W04.79.0723);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 12 december
1997, nr. AD97/1201, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie
Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;
Hebben goedgevonden en verstaan: