Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen

Geraadpleegd op 05-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-03-2004 en zichtdatum 17-03-2004.
Geldend van 17-02-1999 t/m 31-05-2005

Wet van 17 december 1997, houdende regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten en geen werkelijke band hebben met de staat naar welks recht zij zijn opgericht (Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regels te stellen met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten en geen werkelijke band hebben met de staat naar welks recht zij zijn opgericht;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt onder formeel buitenlandse vennootschap verstaan een naar een ander dan Nederlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschap die haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verricht en voorts geen werkelijke band heeft met de staat waarbinnen het recht geldt waarnaar zij is opgericht. In dit artikel worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden als staat aangemerkt.

Artikel 2

  • 1 De bestuurders van een formeel buitenlandse vennootschap zijn verplicht ter inschrijving in het handelsregister opgave te doen dat de vennootschap aan de omschrijving van artikel 1 voldoet en ten kantore van het handelsregister neer te leggen een in het Nederlands, Frans, Duits of Engels gesteld authentiek afschrift of een door een bestuurder gewaarmerkt afschrift van de akte van oprichting en van de statuten, indien deze in een afzonderlijke akte zijn opgenomen. Tevens zijn zij verplicht opgave ter inschrijving te doen van het register waarin en het nummer waaronder die vennootschap is ingeschreven en de datum van de eerste registratie. Voorts zijn zij verplicht opgave ter inschrijving te doen van de naam, persoonlijke gegevens, indien het een natuurlijk persoon betreft, en de woonplaats van de houder van alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap of van een deelgenoot in een huwelijksgemeenschap of gemeenschap van een geregistreerd partnerschap waartoe alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap behoren, de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen niet meegeteld. De bestuurders van een formeel buitenlandse vennootschap zijn verplicht iedere wijziging van hetgeen krachtens de wet in het Handelsregister is ingeschreven op te geven met vermelding van de dag waarop zij is ingegaan. Verrichtingen op grond van deze wet kunnen niet bij volmacht geschieden.

Artikel 3

  • 1 Alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen, waarin een formeel buitenlandse vennootschap partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, moeten de volledige naam van de vennootschap, haar rechtsvorm, haar statutaire zetel en de plaats van vestiging van de aan haar toebehorende onderneming vermelden, alsmede, indien zij krachtens het op haar toepasselijke recht moet zijn ingeschreven in een register, het register waarin en het nummer waaronder de vennootschap is ingeschreven en de datum van de eerste registratie. Tevens moet zij vermelden onder welk nummer de vennootschap in het handelsregister is ingeschreven en dat de vennootschap een formeel buitenlandse vennootschap is. Het is verboden in de geschriften, stukken of aankondigingen een aanduiding te gebruiken die in strijd met de waarheid inhoudt dat de onderneming toebehoort aan een Nederlandse rechtspersoon.

  • 2 Indien melding wordt gemaakt van het kapitaal van de vennootschap, moet in elk geval worden vermeld welk bedrag is geplaatst en hoeveel van het geplaatste bedrag is gestort.

  • 3 Indien de vennootschap na haar ontbinding blijft voortbestaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie.

Artikel 4

  • 1 Het geplaatste kapitaal van een formeel buitenlandse vennootschap en het gestorte deel daarvan moeten ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal, bedoeld in artikel 178, tweede lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dit bedrag luidt op het eerste tijdstip waarop de vennootschap aan de omschrijving van artikel 1 voldoet.

  • 2 Op het eerste tijdstip waarop de vennootschap aan de omschrijving van artikel 1 voldoet, moet haar eigen vermogen ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De bestuurders zijn verplicht tegelijk met de opgave als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bij het in dat artikel bedoelde handelsregister een afschrift neer te leggen van een verklaring van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent, inhoudende dat de vennootschap voldoet aan het eerste en tweede lid. De tweede en derde zin van artikel 204a, tweede lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing. De verklaring heeft betrekking op een tijdstip dat niet eerder ligt dan vijf maanden voor het eerste tijdstip waarop de vennootschap aan de omschrijving van artikel 1 voldoet.

  • 4 De bestuurders zijn naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor elke tijdens hun bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat is voldaan aan artikel 2, eerste lid, en aan het eerste tot en met derde lid van dit artikel, of in enig ander tijdvak gedurende hetwelk niet is voldaan aan het eerste lid of het eigen vermogen door uitkeringen aan aandeelhouders of inkoop van aandelen daalt onder het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

  • 5 Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op een vennootschap waarop het recht van een der lid-staten van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 toepasselijk is en voorts van toepassing is de Tweede Richtlijn nr. 77/91/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1976 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 58, tweede alinea, van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PbEG L 26).

Artikel 5

  • 1 Onverminderd het tweede lid is op een formeel buitenlandse vennootschap artikel 10 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. De daarin bedoelde verplichtingen rusten op de bestuurders van de vennootschap.

  • 2 De bestuurders zijn verplicht jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden krachtens een bevoegd, op grond van bijzondere omstandigheden genomen besluit, een jaarrekening en een jaarverslag op te maken. Op de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens is titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de openbaarmaking ingevolge artikel 394 van dat boek geschiedt door nederlegging ten kantore van het handelsregister, bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing op een vennootschap waarop het recht van een der lid-staten van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 toepasselijk is en voorts van toepassing zijn de Vierde Richtlijn nr. 78/660/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (PbEG L 222) en de Zevende Richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PbEG L 193).

  • 4 De bestuurders zijn verplicht ieder kalenderjaar vóór 1 april van dat jaar ten kantore van het handelsregister neer te leggen een bewijs van inschrijving in het register waar de vennootschap krachtens het op haar toepasselijke recht moet zijn ingeschreven. Het bewijs mag niet eerder dan vier weken voor de datum van nederlegging zijn afgegeven.

Artikel 6

Ten aanzien van een formeel buitenlandse vennootschap zijn de artikelen 249 en 260 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 6 worden met de bestuurders van de vennootschap gelijk gesteld degenen die met de dagelijkse leiding van de aan de vennootschap toebehorende onderneming zijn belast.

Artikel 11

Ten aanzien van vennootschappen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voldoen aan de omschrijving van artikel 1 geldt:

  • a. de opgave ter inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, vindt plaats binnen drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

  • b. het geplaatste kapitaal van de vennootschap en het gestorte deel daarvan moeten vanaf het tijdstip waarop de in onderdeel a bedoelde opgave ter inschrijving in het handelsregister plaats vindt of had behoren plaats te vinden ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • c. het eigen vermogen van de vennootschap moet op het tijdstip waarop de in onderdeel a. bedoelde opgave ter inschrijving in het handelsregister plaats vindt of had behoren plaats te vinden ten minste het bedrag belopen van het minimumkapitaal, bedoeld in artikel 4, eerste lid; de in artikel 4, derde lid, bedoelde verklaring heeft betrekking op een tijdstip dat niet eerder ligt dan vijf maanden voor het hiervoor in dit onderdeel bedoelde tijdstip;

  • d. de verplichting tot het opmaken van een jaarrekening en een jaarverslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en artikel 6 zijn van toepassing ten aanzien van jaarrekeningen en jaarverslagen betreffende boekjaren die aanvangen op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

  • e. artikel 4, vierde lid wordt eerst drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet toepasselijk.

Artikel 13

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 14

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 17 december 1997

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven drieëntwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager