Wet van 17 december 1997, houdende eenmalige uitkering aan gewezen militairen die
meer dan twee jaar doch minder dan vijf jaar hebben gediend (Uitkeringswet tegemoetkoming
twee tot vijfjarige diensttijd veteranen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het veteranenbeleid
wenselijk is regels te stellen inzake een tegemoetkoming in de vorm van een eenmalige
uitkering door het Rijk aan militairen die meer dan twee doch minder dan vijf jaar
als dienst- of reserveplichtige, als oorlogsvrijwilliger dan wel als schutterplichtige
bij de krijgsmacht van het Koninkrijk hetzij tijdens de Tweede Wereldoorlog, dan wel
in het voormalig Nederlands-Indië, in Korea of in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea
in werkelijke dienst zijn geweest en daarvoor in de overheidspensioenwetgeving, dan
wel krachtens een pensioenvervangende of in een pensioengerelateerde uitkeringsregeling, geen financiële compensatie hebben ontvangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: