Algemene Regeling SZW-subsidies

[Regeling vervallen per 01-04-2016.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-06-2013.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-03-2016

Regeling algemene regels met betrekking tot de verstrekking van subsidies (Algemene Regeling SZW-subsidies)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

subsidiabele activiteiten:

de in een subsidieregeling of in een subsidiebeschikking omschreven activiteiten, dan wel de resultaten of producten daarvan, waarop de subsidieverstrekking betrekking heeft.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Deze regeling is van toepassing op alle subsidieverstrekkingen door de minister, behoudens voorzover daarvan in een subsidieregeling of een subsidiebeschikking wordt afgeweken.

  • 2 Deze regeling is niet van toepassing op subsidies, die berusten op een andere wet dan de Kaderwet SZW-subsidies, behoudens voorzover zij bij of krachtens die andere wet van toepassing is verklaard.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Subsidieverstrekking vindt slechts plaats voorzover het betreft werkelijk gemaakte kosten ter uitvoering van subsidiabele activiteiten.

  • 2 Subsidieverstrekking vindt niet plaats voorzover het betreft

    • a. onredelijk gemaakte kosten ter uitvoering van subsidiabele activiteiten;

    • b. kosten gemaakt ter uitvoering van activiteiten, die redelijkerwijs niet passen in de omschreven subsidiabele activiteiten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Aan het verlenen of vaststellen van subsidie of het verlenen van voorschotten daarop voor enig jaar, kunnen geen aanspraken worden ontleend op subsidiëring in volgende jaren, onverminderd artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht.

§ 2. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De subsidie-aanvrager dient een aanvraag in bij de minister. De aanvraag wordt onderbouwd met een projectplan en een begroting. Een subsidie-aanvraag door een rechtspersoon moet zijn ondertekend door het bestuur.

  • 2 In het projectplan worden de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten beschreven. Daarbij wordt aangegeven welke doelstelling, resultaten en producten de subsidie-aanvrager met de activiteiten nastreeft en op welke wijze zij zullen worden uitgevoerd.

  • 3 De begroting geeft inzicht in de baten en lasten van het project. De begroting is voorzien van een postgewijze toelichting.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Subsidie wordt slechts verleend, indien de subsidie-aanvrager:

    • a. aannemelijk heeft gemaakt, dat zijn financiële middelen, met inbegrip van de subsidie, voldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren;

    • b. een zodanige werkwijze toepast dat redelijkerwijs mag worden verwacht, dat de met de subsidie beoogde doeleinden zullen worden bereikt;

    • c. geen reële mogelijkheden heeft om op andere wijze de benodigde gelden te verkrijgen;

    • d. aannemelijk heeft gemaakt dat de subsidiabele activiteiten voldoende kunnen worden beïïnvloed in kwalitatieve en kwantitatieve zin.

  • 2 Indien de subsidie-aanvrager voor dezelfde subsidiabele activiteiten tevens subsidie van een ander bestuursorgaan heeft aangevraagd of ontvangt, dan wel in verband daarmee van anderen inkomsten verwerft, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, en wordt met die andere subsidies of inkomsten rekening gehouden bij de subsidieverstrekking.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De in de beschikking tot subsidieverlening genoemde bedragen zijn gebaseerd op de begroting en het projectplan, zoals die door de minister zijn goedgekeurd.

  • 2 Blijkt tijdens de uitvoering van de subsidiabele activiteiten dat de werkelijke daarop betrekking hebbende uitgaven of ontvangsten aanzienlijk lager blijven onderscheidenlijk hoger zijn dan de in de goedgekeurde begroting opgenomen bedragen, dan deelt de subsidie-ontvanger dit zo spoedig mogelijk mee aan de minister, onder opgave van de verschillen en de oorzaken daarvan. Wijzigingen in het projectplan behoeven de toestemming van de minister.

  • 3 Het in de beschikking tot subsidievaststelling vast te stellen subsidiebedrag zal niet hoger zijn dan de in het eerste lid bedoelde bedragen, tenzij de minister toestemming heeft gegeven met betrekking tot een verhoging van de kosten of wijzigingen in het projectplan als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Gedurende de looptijd van de activiteiten kan tot 80% van de verleende subsidie worden bevoorschot. Indien de verlening van voorschotten niet wordt geregeld in de beschikking tot subsidieverlening, kan de subsidie-aanvrager voorschotten aanvragen, waarbij de behoefte aan het voorschot wordt gespecificeerd.

  • 2 Een voorschot wordt niet verleend zolang de subsidie-ontvanger de bescheiden, nodig voor de subsidievaststelling betreffende voorgaande subsidieverstrekkingen, niet heeft ingezonden

  • 3 Indien vóór de subsidievaststelling een verzoek tot faillietverklaring van of verlening van surséance van betaling aan de subsidie-ontvanger is ingediend, vindt geen uitbetaling van voorschotten meer plaats.

§ 3. De aan subsidieverlening verbonden verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De gesubsidieerde activiteiten moeten conform het goedgekeurde projectplan worden uitgevoerd.

  • 2 De subsidie-ontvanger zorgt ervoor, dat de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze wordt verstrekt en dat -naast de uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen- alle overige verplichtingen die aan de subsidieverstrekking zijn verbonden worden nageleefd.

  • 3 Bij de subsidieverlening kunnen verplichtingen worden opgelegd, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De subsidie-ontvanger doet zo spoedig mogelijk onder overlegging van de relevante stukken schriftelijk mededeling aan de minister van omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op de beslissing omtrent (de hoogte van) de subsidie.

  • 2 De subsidie-ontvanger brengt de minister onmiddellijk op de hoogte indien surseance van betaling wordt aangevraagd of in het geval van dreiging of aangifte van faillissement.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

De subsidie-ontvanger verzekert zich tegen alle risico’s, waaruit zodanige onkosten of schadeclaims kunnen voortkomen dat de verdere uitvoering van de activiteiten wordt verhinderd of dat subsidiegelden kunnen toevloeien naar gelaedeerde derden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De subsidie-ontvanger is verplicht een administratie te voeren die voldoet aan de volgende eisen:

    • a. de inrichting van de administratie sluit aan bij de ingediende en goedgekeurde begroting en het projectplan; zij bevat de informatie die nodig is voor een juist inzicht in de realisatie van de subsidiabele activiteiten en voor een juiste subsidieverstrekking;

    • b. de administratie is zodanig ingericht dat de juistheid en volledigheid van de financiële gegevens er op eenvoudige wijze uit kunnen worden opgemaakt. Dit houdt in:

      • dat alle ontvangsten en uitgaven onmiddellijk in de administratie worden vastgelegd met onderliggende stukken; van ontvangsten en uitgaven zonder bewijsstukken wordt een afzonderlijke administratie ingericht;

      • dat bewijsstukken aanwezig zijn ten name van de gesubsidieerde waaruit de aard van de geleverde goederen en diensten duidelijk blijkt.

  • 2 De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken worden tenminste gedurende vijf jaar bewaard.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Indien de minister tussentijdse rapportages verlangt over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten of over de besteding van de subsidie dienen deze rapportages uiterlijk één maand na het verstrijken van de daarbij aangegeven periode te worden verstrekt.

  • 2 De rapportages over de voortgang van de activiteiten sluiten aan bij het door de minister goedgekeurde projectplan. Belangrijke verschillen tussen de rapportages en het goedgekeurde projectplan worden toegelicht.

  • 3 De rapportages over de besteding van de subsidie sluiten aan op de ingediende begroting. Belangrijke verschillen tussen de rapportages en de begroting worden toegelicht.

  • 4 De subsidie-ontvanger geeft aan de Accountantsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op verzoek inzage van de in artikel 12 bedoelde administratie en verstrekt alle inlichtingen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de uitvoering van het projectplan en de besteding van de subsidie.

§ 4. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De subsidie-ontvanger dient binnen vier maanden na afloop van de gesubsidieerde activiteiten dan wel na afloop van het tijdvak waarover subsidie is verleend een verantwoording in bij de minister. Bij deze verantwoording wordt een declaratie ingediend.

  • 2 Het project(eind)verslag geeft een duidelijk inzicht in de aard, de duur en de omvang van de gesubsidieerde activiteiten. In het verslag worden de verrichte activiteiten vergeleken met de in het projectplan voorgenomen activiteiten.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De declaratie geeft duidelijk de baten en lasten weer welke op de gesubsidieerde activiteiten betrekking hebben.

  • 2 De declaratie sluit, indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, aan bij de door de minister goedgekeurde begroting. Belangrijke verschillen tussen de declaratie en de goedgekeurde begroting worden toegelicht.

  • 3 De baten en lasten die door middel van interne doorberekeningen zijn toegerekend, dienen te zijn bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voorzover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 De declaratie is bij een subsidie boven € 50 000 voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, volgens een door de minister voor te schrijven model.

  • 2 De subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens de minister in te stellen onderzoeken. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 2 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de marktwaarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding wordt ontvangen.

§ 5. Terugvordering

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Na de subsidievaststelling is de subsidie-ontvanger verplicht een teveel ontvangen voorschot onverwijld terug te betalen, tenzij de minister tot verrekening op andere wijze heeft besloten.

  • 2 Bij terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten wordt de subsidie-ontvanger aansprakelijk gesteld voor de met de terugvordering verband houdende kosten. Tevens wordt in dat geval overgegaan tot het berekenen van de wettelijke rente.

§ 6. Per boekjaar aan rechtspersonen verstrekte subsidies

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 2 De aanvraag van de subsidie wordt uiterlijk acht weken voor de aanvang van het boekjaar ingediend.

  • 4 De declaratie, behorend bij een verzoek om subsidievaststelling met betrekking tot een verstreken boekjaar, geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de besteding van de subsidie. De declaratie sluit aan op de door de minister goedgekeurde begroting. Belangrijke verschillen tussen declaratie en goedgekeurde begroting worden toegelicht. In de declaratie wordt de aansluiting tussen de declaratie en de jaarrekening toegelicht. In de jaarrekening mogen geen reserveringen of voorzieningen worden opgenomen, tenzij deze inbegrepen zijn in de door de minister goedgekeurde begroting.

§ 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

  • 2 Zij is niet van toepassing op subsidies die voor 1 januari 1998 zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-04-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als Algemene Regeling SZW-subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 december 1997

De

Minister

voornoemd,

A.P.W. Melkert