Besluit Mandaatverlening Hoofd Visadienst 1997
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Overwegende dat vaststelling van een besluit mandaatverlening aan het hoofd Visadienst
en het plaatsvervangend hoofd Visadienst noodzakelijk is;
Gelet op het Soeverein Besluit van 1813 waarin de bevoegdheid tot visumverlening is
neergelegd bij de Minister van Buitenlandse Zaken;
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en in het bijzonder op artikel 10:4 lid 1 van deze wet voorzover dit besluit ook
ondermandaatverlening aan functionarissen onder diens verantwoordelijkheid behelst
met instemming van de Staatssecretaris van Justitie,