Nadere regels maximumdagloon en franchises WW

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-10-2004 en zichtdatum 30-11-2024.
Geldend van 08-09-2002 t/m 31-12-2005

Nadere regels maximumdagloon en franchises WW

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 9, tiende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In deze regeling besluit wordt verstaan onder:

a. wet:

Coördinatiewet Sociale Verzekering;

b. WAO:

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

c. WW:

Werkloosheidswet;

d. franchisebedrag:

het bedrag, dat op grond van artikel 9, derde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt vastgesteld, alsmede het bedrag, dat op grond van artikel 9, vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt vastgesteld;

e. overheidswerknemer:

overheidswerknemer als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;

f. overheidswerkgever:

overheidswerkgever als bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Bij de berekening van het loon, waarnaar de premies als bedoeld in artikel 9, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van de wet worden geheven, blijft ten aanzien van de werknemer die in een aaneengesloten periode van vier werkweken van het premiebetalingstijdvak meer dan 20 dagen loon heeft genoten, dat meerdere aantal dagen buiten beschouwing. Voor de vaststelling van de in de vorige zin bedoelde aaneengesloten periode van vier werkweken is de eerste dag van deze periode de dag dat de dienstbetrekking een aanvang neemt en is de laatste dag van deze periode de dag dat vier weken met inbegrip van de eerste dag zijn ver-streken. Een periode van vier werkweken wordt als aaneengesloten beschouwd indien een werknemer in de periode van vier werkweken na aanvang van de dienstbetrekking een nieuwe dienstbetrekking met dezelfde werkgever aangaat.

  • 2 Indien de premie dient te worden berekend over een periode van minder dan vier werkweken, wordt het in het eerste lid genoemde aantal van 20 naar evenredigheid verminderd.

  • 3 Indien een werknemer, uitsluitend als gevolg van een in de bedrijfstak of de onderneming waarin hij werkt geldende regeling tot arbeidstijdverkorting, gedurende bepaalde tijdvakken niet op tenminste 5 dagen per week arbeid heeft verricht, terwijl de dienstbetrekking tot zijn werkgever voortduurde en hij gedurende die tijdvakken over iedere week het loon over een volle werkweek heeft genoten, wordt hij geacht in die tijdvakken over 5 dagen per week loon te hebben genoten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Ten aanzien van de werknemer, aan wie bij betaling van loon regelmatig vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken worden verstrekt en die tijdens vakantie geen aanspraak heeft op doorbetaling van loon, blijven in afwijking van artikel 9, derde en vierde lid, van de wet, voor de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van de WW die ten gunste komt van het wachtgeldfonds en het door de werkgever en het door de werknemer verschuldigde deel van de premie op grond van de WW, die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds worden geheven, in plaats van het franchisebedrag buiten aanmerking de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, afhankelijk van het aantal voor de werkgever geldende vakantiedagen, vastgestelde bedragen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bepaalt wat voor de toepassing van de eerste zin onder vakantiedagen wordt verstaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voorzover nodig in afwijking van artikel 9, eerste lid, tweede volzin, van de wet, worden, indien een werknemer gelijktijdig aanspraak heeft op

  • a. meer dan één uitkering op grond van de Ziektewet;

  • b. meer dan één uitkering op grond van de WW;

  • c. meer dan één uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg,

de daglonen, die aan die uitkeringen ten grondslag liggen, zo het gezamenlijk bedrag van die daglonen het maximumdagloon, als bedoeld in het eerste lid van artikel 9 van de wet overschrijdt, evenredig verminderd tot het gezamenlijk bedrag van die daglonen bedoeld maximumdagloon niet meer overschrijdt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Voorzover nodig in afwijking van artikel 9, eerste lid, tweede zin, van de wet, worden, indien een werknemer gelijktijdig aanspraak heeft op een of meer uitkeringen op grond van de WW en een uitkering op grond van de WAO, de daglonen die aan die uitkeringen ten grondslag liggen, zo het gezamenlijk bedrag van die daglonen het maximumdagloon als bedoeld in het eerste lid van artikel 9 van de wet overschrijdt, zodanig evenredig verminderd, dat het gezamenlijk bedrag van die uitkeringen 70% van 100/108 van het maximumdagloon niet meer overschrijdt.

  • 3 Voor het vaststellen van het gezamenlijk bedrag van de daglonen, bedoeld in het eerste lid, wordt als dagloon dat aan de uitkering op grond van de WAO ten grondslag ligt, aangemerkt 108/70 maal de uitkering op grond van de WAO.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Voorzover nodig in afwijking van artikel 9, eerste lid, eerste zin, derde lid, vierde lid, vijfde lid en zevende lid van de wet, is het loon, waarnaar de premies als bedoeld in artikel 9, eerste lid, eerste zin, van de wet worden geheven ten aanzien van een overheidswerknemer het loon dat die werknemer in een uitbetalingstermijn van dezelfde overheidswerkgever heeft genoten, met dien verstande dat dit loon, herleid naar een jaarbedrag, niet meer kan bedragen dan het bedrag dat wordt verkregen door het bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet, te vermenigvuldigen met 261.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid is het loon uit een deeltijdbetrekking, voor de vaststelling van in het eerste lid bedoelde premies, het krachtens die leden vastgestelde loon vermenigvuldigd met de deeltijdfactor, bedoeld in artikel 1 en in het tweede lid bedoelde inhouding, onderdeel f, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.

  • 4 Het UWV kan het eerste tot en met derde lid overeenkomstig toepassen bij de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde premies over een uitkering op grond van de WAO, WW, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg of Ziektewet van een overheidswerknemer of een gewezen overheidswerknemer. De eerste zin is niet van toepassing indien de uitkering mede wordt ontleend aan een dienstbetrekking anders dan als overheidswerknemer.

  • 6 Onder uitkering op grond van de WW, uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg, respectievelijk uitkering op grond van de Ziektewet, bedoeld in het vierde lid, wordt mede verstaan wachtgeld, uitkering wegens zwangerschap, bevalling, adoptie of pleegzorg respectievelijk uitkering wegens ziekte, ongeacht door wie de werkzaamheden met betrekking tot dat wachtgeld of die uitkeringen worden verricht.

  • 7 Onder wachtgeld wordt verstaan: wachtgeld op grond van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 of een soortgelijke uitkering van een overheidswerknemer op grond van ontslag of werkloosheid alsmede een wachtgeld of daarmee gelijkgestelde uitkering op grond van de Algemene militaire pensioenwet, met uitzondering van een uitkering in verband met functioneel leeftijdsontslag of vrijwillig vervroegd uittreden.

  • 8 Onder uitkering wegens ziekte wordt verstaan: bezoldiging of uitkering wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband als bedoeld in artikel 42 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, zoals dat luidde op 31 december 1997, of een overeenkomstige bepaling van een soortgelijke regeling.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De regeling Nadere regelen maximumdagloon en franchise WAO wordt ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel: Nadere regels maximumdagloon en franchises WW.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 december 1997

De

Staatssecretaris

voornoemd,

F.H.G. de Grave