Bijlage B. bij Boekhoudverordening 1998
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
in verband met model statuten als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Boekhoudingverordening
1998 van de Nederlandse Orde van Advocaten
1. **
te dezen handelend als ** - hierna te noemen: het Kantoor - en als zodanig het Kantoor
vertegenwoordigend;
2. a. ** ;
b. ** ; en
c. ** ,
-
- dat aan de Advocaten die verbonden zijn aan het Kantoor
-
- hierna te noemen: Advocaten, of ieder afzonderlijk: Advocaat - uit hoofde van hun
beroep gelden en vermogensbestanddelen worden toevertrouwd die niet zijn bestemd voor
de Advocaat, maar voor zijn cliënt of enige andere derde, voorzover deze gelden niet
kunnen worden aangemerkt als verschotten of griffierechten;
-
- dat deze gelden en andere vermogensbestanddelen zijn aan te merken als derdengelden
in de zin van artikel 1 onder d van de door de Nederlandse Orde van Advocaten uitgevaardigde Boekhoudverordening
1998 - hierna te noemen: de Derdengelden - en zich in civielrechtelijke zin vermengen
met het vermogen van de Advocaten respectievelijk zich kunnen vermengen met het vermogen
van het Kantoor, tenzij de Derdengelden geheel afzonderlijk zijn ondergebracht;
-
- dat een advocaat op grond van het in artikel 3 lid 3 van de Boekhoudverordening 1998 verplicht is om een stichting derdengelden ter beschikking
te hebben teneinde de Derdengelden afgescheiden te houden van het vermogen van de
Advocaat respectievelijk van het Kantoor;
-
- dat om die reden de Stichting is opgericht;
-
- dat de Stichting geen andere activiteiten verricht dan het in ontvangst nemen van
Derdengelden, het tijdelijk beheren van hetgeen de Stichting heeft ontvangen en het
betalen of overdragen van hetgeen de Stichting heeft ontvangen aan de rechthebbenden
of degenen die rechthebbenden zullen blijken te zijn;
-
- dat wordt beoogd alle betalingen van Derdengelden te doen plaatsvinden aan of vanuit
de Stichting, met dien verstande dat vermenging slechts zal plaatsvinden waar het
betreft de Derdengelden onderling en geen vermenging zal optreden tussen de gelden
en het vermogen van de Advocaat respectieveljk van het Kantoor;
-
1. De Stichting verbindt zich jegens het Kantoor en in het bijzonder jegens de Advocaten
van het Kantoor de Der-dengelden in beheer te nemen.
-
2. Tevens kan de Stichting niet de aan de Advocaten toekomende voorschotten, honoraria,
verschotten en griffierechten voor het Kantoor in ontvangst nemen. Zij verbindt zich
geen andere activiteiten te verrichten dan hiervoor omschreven, met dien verstande
dat de Stichting ter beschikking kan staan voor andere advocaten of andere kantoren,
mits het Kantoor daarmee schriftelijk heeft ingestemd.
-
3. De Advocaat respectievelijk het Kantoor draagt er zorg voor dat de Derdengelden niet
aan het Kantoor of aan een Advocaat worden betaald, maar dat een rechtstreekse betaling
aan de Stichting plaatsvindt. De Stichting verbindt zich de Derdengelden te beheren
en onverwijld aan de rechthebbenden uit te keren.
-
3a De rechthebbende kan de stichting derdengelden opdragen, bij voorkeur schriftelijk,
van het hem toekomende bedrag gelden over te maken op de rekening van de advocaat,
zulks ter voldoening van openstaande declaraties. De advocaat ziet er op toe dat de
stichting derdengelden pas tot uitbetaling overgaat zodra de rechthebbende een volledig
beeld heeft van het verloop van de zaak, van het aan de rechthebbende toekomende bedrag
uit hoofde van ten behoeve van hem geïncasseerde gelden en van de hoogte van de declaratie
van de advocaat.
-
4. De Stichting draagt zorg voor het rentedragend uitzetten van de Derdengelden. De rente
welke de Stichting over de uitgezette gelden ontvangt komt indien de gelden langer
dan acht dagen hebben uitgestaan de rechthebbenden toe verminderd met eventueel gemaakte
bankkosten en een vergoeding ter grootte van een/vierde procent van het betrokken
bedrag, berekend op jaarbasis.
-
5. De Stichting is uitsluitend bevoegd gelden over te maken aan de Advocaat wanneer het
gelden betreft die voor de Advocaat respectievelijk het Kantoor zijn bestemd.
-
6. Indien blijkt dat, om welke reden dan ook, de liquiditeiten van de Stichting minder
zijn dan overeenkomt met het totaalbedrag van alle aan de Advocaten uit hoofde van
hun beroep op dat moment toevertrouwde Derdengelden, is ieder der Advocaten respectievelijk
het Kantoor verplicht de liquiditeiten van de Stichting onverwijld aan te vullen tot
hetgeen overeenkomt met dat totaalbedrag. Deze verplichting is een hoofdelijke verplichting
voor ieder der Advocaten.
Indien de Stichting ter beschikking staat aan meer dan één kantoor, zal de Stichting
allereerst de Advocaten verbonden aan het Kantoor respectievelijk het Kantoor zelf
aanspreken voor het hiervoor in dit artikel bedoelde tekort, aan wier handelen of
nalaten te handelen - zulks ter uitsluitende beoordeling van de Stichting - het tekort
te wijten is. Indien blijkt dat het tekort ten dele of geheel te wijten is aan handelen
of nalaten te handelen van leden van het bestuur van de Stichting, dan zijn deze bestuursleden
aansprakelijk voor de aanzuivering van het tekort voor zover het tekort aan hen te
wijten is.
De Stichting is niet bevoegd gelden over te maken aan de Advocaat respectievelijk
aan het Kantoor indien en voor zover de in de Stichting aanwezige liquiditeiten minder
bedragen dan hetgeen overeenkomt met het totaalbedrag van alle aan de Advocaten uit
hoofde van hun beroep op dat moment toevertrouwde Derdengelden.
-
7. Het Kantoor verricht ten behoeve van de Stichting geen andere diensten dan die welke
voor het functioneren van de Stichting onontbeerlijk zijn, te weten bestuursactiviteiten
en administratieve werkzaamheden.
-
8. De Advocaat brengt aan de Stichting geen omzetbelasting in rekening.
-
9. Het Kantoor ontvangt een jaarlijkse vergoeding van de door hem voor de stichting te
verrichten diensten welke gelijk is aan het per het einde van ieder boekjaar blijkende
positieve exploitatiesaldo.
-
10. Het Kantoor zorgt ervoor dat het boekjaar van het Kantoor gelijk is aan het boekjaar
van de Stichting.
-
11. Het bestuur van de Stichting verplicht zich slechts personen tot bestuurslid van de
Stichting te benoemen die de onderhavige overeenkomst hebben mede-ondertekend of zich
daartoe hebben verplicht.
-
12. Van iedere tussentijdse wijziging in de overeenkomst en van ontbinding van de overeenkomst
moet door partijen kennis worden gegeven aan de Nederlandse Orde van Advocaten alsmede
aan de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 1 onder c Boekhoudverordening 1998.
-
13. De Advocaat respectievelijk het Kantoor geeft aan de Stichting volmacht voor de duur
van deze overeenkomst om betalingen in ontvangst te nemen en betalingen te doen, conform
het in deze overeenkomst bepaalde. De volmacht kan niet worden herroepen zolang deze
overeenkomst niet is geëindigd.
-
14. Deze overeenkomst kan alleen worden beëindigd met inachtneming van hetgeen in de Boekhoudverordening
1998 is bepaald.
Getekend in ___________ voud te ______________ op ________________