3. Realisering/afwerking Documentairefilm
[Regeling vervallen per 16-06-2011]
3.1 De hoogte van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een
documentairefilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.
3.2.1 De maximale bijdrage aan de realisering en afwerking van een documentairefilm
op 35 mm-formaat met een vertoningsduur van 60 minuten of meer bedraagt f 350.000.
De maximale bijdrage aan de realisering en afwerking van een documentairefilm op 35
mm-formaat met een vertoningsduur tot 60 minuten bedraagt f 150.000.
3.2.2 Met betrekking tot internationale coproducties betrekt het Bestuur bij het bepalen
van de bijdrage de omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten
van ontwikkeling en realisering, alsmede van de aard van de Nederlandse inbreng in
het project.
3.3 Eerder door het Bestuur verleende bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve
van dezelfde documentairefilm, uitgezonderd bijdragen die zijn verstrekt voor de ontwikkeling
van deze documentairefilm, worden geacht deel uit te maken van de totale realiserings-
of afwerkingsbijdrage voor dit filmproject.
3.4 Om in aanmerking te komen voor een afwerkingsbijdrage mag de betreffende film
niet geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het
Bestuur een beslissing op de aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning
voor uitsluitend promotionele doeleinden van fragmenten van de film met een totale
duur van ondergeschikte betekenis.
3.5.1 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking
van een documentairefilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te
overleggen:
-
a. een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde
model;
-
b. een begroting volgens het door het Bestuur gehanteerde begrotingsmodel;
-
c. een gespecificeerd financieringsplan ter dekking van deze begroting;
-
d. een exemplaar van het scenario en/of een beschrijving van de opzet van de documentairefilm
in de Nederlandse taal;
-
e. de overeenkomst tussen de producent en de auteur(s) van het scenario en – voor zover
van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit
blijkt dat de producent, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig
rechthebbende is op de verfilmingsrechten daarop;
-
f. indien de realisering van de documentairefilm afhankelijk is van de unieke inbreng
van een persoon of personen, dient tevens de overeenkomst van de producent met deze
persoon (personen) of de schriftelijke verklaring van instemming van deze persoon
(personen) te worden overgelegd.
-
g. ingeval van een internationale coproductie dienen voorts te worden overgelegd:
3.5.2 Indien de aanvraag alleen de afwerking van een documentairefilm betreft, dient
naast een begroting van de totale kosten van de ontwikkeling en de realisering van
de film, een gespecificeerd overzicht van de afwerkingskosten te worden bijgevoegd.
Tevens dient te worden aangetoond op welke wijze de kosten van de ontwikkeling en
de realisering van de film gefinancierd zijn.
3.5.3 Ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag voor uitsluitend een afwerkingsbijdrage
dient een werkkopie met geluid van de documentairefilm voor vertoning beschikbaar
te zijn.
3.6 Bij de aanvraag dient de producent tenminste reële vooruitzichten op theaterdistributie
van de film in Nederland en bij voorkeur ook een uitzendintentie van een Nederlandse
zendgemachtigde aan te tonen.
3.7.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking
van een documentairefilm worden de volgende verplichtingen verbonden:
-
a. de overige financiering van het project dient ten genoege van het Bestuur te worden
aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen
maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;
-
b. de overeenkomst tussen de ontvanger van een financiële bijdrage en de regisseur van
het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde
termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;
-
c. ingeval van een internationale coproductie dienen voorts binnen de sub a van dit artikellid
genoemde termijn de schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de financiering
door de coproducent(en) te worden overgelegd.
3.7.2 Indien de ontvanger van een financiële bijdrage de in lid 1 van dit artikel
genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het bestuur bevoegd de verlening
van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van een financiële
bijdrage te wijzigen.